Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloofsvolharding (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloofsvolharding (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

ICTHHHBMMBIMBBHUIMMSMM^^B

door J.C. schuurman. Ridderkerk

De Dordtse Leerregels

De spanning tussen gave en opgave moet erin blijven - met deze zin sloten we het vorige artikel af. Dat vinden we heel evenwichtig terug in de Dordtse Leerregels. In dit slotartikel wil ik iets doorgeven uit dit (minst bekende? ) belijdenisgeschrift. Het vijfde hoofdstuk van de Leerregels is gewijd aan de volharding der heiligen. De Canones van Dordt richten zich tegen de remonstranten die leerden dat- het heil / de zaUgheid uiteindelijk afhangt van de beshssing van de mens, van zijn vrije wil. En dat werkt ook door in het denken over de volharding. In de geloofsleer hangt het een altijd met het ander samen. Uiteindehjk is volharding volgens de remonstranten een kwestie van menselijk inzet en doorzettingsvermogen. De Dordtse Leerregels wijzen deze opvatting resoluut af. In de eerste hoofdstukken is de verkiezing beleden, en nu krijgt de verkiezing in hoofdstuk 5 een spits in de volharding. Het is goed om dit hoofdstuk eens voor onszelf door te lezen. Ik gebruikte al het woord evenwichtig. De Dordtse Leerregels laten zien dat de leer van de volharding op geen enkele wijze zorgeloosheid in de hand werkt. Er kan in het leven van een gelovige enorm veel mis gaan met alle geestelijke schade van dien. Tegelijk wordt er heel vertroostend gesproken over Gods genadige trouw. Hij weet hoe zwak Zijn kinderen in zichzelf zijn, en dat ze zichzelf niet kunnen bewaren. Een paar hoofdlijnen uit dit hoofdstuk:

Onze zwakheid

In de eerste plaats: onze eigen zwakheid. De Leerregels stellen dat God wel wederbaart en verlost van de heerschappij en slavernij van de zonde, maar dat Hij in dit leven niet geheel van het vlees verlost. Een gelovige blijft in zichzelf vleselijk, ja verkocht onder de zonde. En dat is te merken aan dagelijkse zonden. Die kleven zelfs aan de allerbeste werken van de heiligen. Dat is voor iemand die de Heere vreest een reden om zich steeds weer te verootmoedigen en om de toevlucht te nemen tot de gekruisigde Christus. Bovendien een reden om het vlees hoe langer hoe meer door de Geest te doden en om uit te zien naar de volkomenheid die komt. Diep doorleefd is het besef dat we in eigen kracht nooit staande zullen blijven. Daarom is waakzaamheid geboden. Helaas kunnen we door het vlees, de wereld en de satan en ook "door Gods rechtvaardige toelating" in grote en grove zonden vallen waarmee we God zeer vertoornen en de HeiHge Geest bedroeven. David en Petrus worden als voorbeelden genoemd. Dan verdwijnt het zicht op Gods genade, en ook het gevoel (de ervaring) van die genade. De zonde veroorzaakt geestelijke duisternis. Het contact met God wordt ernstig verstoord. Dat is een eerste lijn in dit slothoofdstuk uit de Dordtse Leerregels: onze zwakheid.

De trouw van de drieënige God

Maar de Leerregels getuigen ook van Gods trouw. Zelfs als de Zijnen droevig vallen, neemt Hij toch de Heilige Geest niet geheel weg. Hij zorgt er voor dat vallen geen definitief afvallen wordt. Hij bewaart Zijn kinderen voor die totale verharding die de (onvergeeflijke) zonde tegen de Heilige Geest heet en is. Het is de Heere Zelf Die tot inkeer en berouw brengt zodat we innerlijk breken, ons voor Hem verootmoedigen en bedroefd over de zonde worden. Daar hebben we psalm 51 aan te danken. "Wees mij genadig, o God! Reinig mij van mijn zonde. Want ik ken mijn overtredingen. Tegen U, U alleen heb ik gezondigd." Aan Gods ontdekkend werk was het ook aan te danken dat Petrus na zijn verloochening naar buiten ging terwijl hij bitter weende omdat hij Zijn Meester een groot verdriet had aangedaan. Maar David en Petrus hebben ook het wonder van de vergeving ervaren. Ze zijn vastgehouden. En dan funderen de Dordtse Leerregels in V, 8 de volharding in de Drieënige God. Wat de Vader betreft: Zijn raad kan niet veranderd, noch Zijn belofte gebroken, noch de roeping naar Zijn voornemen herroepen worden. Wat de Zoon betreft: Zijn verdienste, voorbidding en bewaring kunnen niet krachteloos gemaakt worden. Wat de Heilige Geest betreft: Zijn verzegeling kan noch verijdeld of vernietigd worden! Belijdende taal waarin hoog wordt opgegeven van de vastheid die er Ugt in de Drieënige God.

Zekerheid in het Woord

Daar kunnen we volgens de Dordtse Leerregels ook zeker van zijn naar de mate van het geloof. Hoe sterker het geloof leeft, hoe meer zekerheid wordt gekend. En dat geloof hangt aan het Woord van de Heere. De Leerregels laten een helder reformatorisch geluid horen als ze schrijven dat deze verzekerdheid niet voortkomt uit een bijzondere openbaring die zonder of buiten het Woord ge- schiedt. Nee, deze zekerheid ontstaat - en nu citeer ik letterlijk - "uit het geloof aan de beloften van God, die Hij in Zijn Woord zeer overvloedig tot onze troost geopenbaard heeft." En daarnaast uit het getuigenis van de Heilige Geest en uit een gewetensvolle levenswandel. Of zoals de Catechismus het zegt: dat elk bij zichzelf van zijn geloof uit de vruchten verzekerd zij. Wat kan het een vreugde geven als we merken dat het Woord zijn werk in ons leven doet. Bijvoorbeeld doordat een bepaalde zonde wordt overwonnen, of doordat we leren om de minste te zijn met als gevolg dat een conflict wordt bijgelegd. Geestelijke vruchten ondersteunen mede de zekerheid van het geloof. Maar de eigenlijke bron van alle zekerheid ligt in Gods beloften die vast en zeker zijn. Voelen ^ve die zekerheid altijd? Nee. En dat geeft maar al te vaak aanvechting en bestrijding. Is het wel echt in mijn leven? Is het wel waar geweest? Maar dan w^ijzen de Leerregels op God, de Vader van alle vertroosting, die de Zijnen nooit boven hun vermogen verzocht laat worden. Hij wekt in hen de verzekerdheid van de volharding door de Heilige Geest wederom op. Wat een vertroostend be- Hjden.

Geen zorgeloosheid

Ondertussen hebben de Dordtse vaderen ook beseft dat van deze leer misbruik gemaakt kan worden. Daarom beginnen ze aan het einde van het hoofdstuk over het gevaar van zorgeloosheid. De zekerheid van de volharding is geen vrijbrief om er maar op los te leven, omdat een kind van God toch niet verloren zal gaan. Wie slordig leeft vanuit de gedachte "mij kan niets gebeuren", heeft er niets van begrepen. Die mist de liefde tot God en de fijngevoeligheid van de Geest. En die heeft nog nooit beseft welke prijs er voor de zaligheid is betaald: de hoge prijs van Jezus' dierbaar bloed.Volgens de Dordtse Leerregels is het belijden van de volharding juist een wortel van nederigheid, van kinderlijke vrees, van Godzaligheid, van lijdzaamheid (volharding) in alle strijd, een wortel ook van vurige gebeden, van standvastigheid in het kruis, en van blijdschap in God. Dit belijden spoort ook aan tot een dankbaar leven dat in het teken van toewijding aan de Heere staat. Opdat God Zijn vriendelijk en verzoend aangezicht niet voor ons verbergt. Want de verberging van Zijn aangezicht is bitterder dan de dood. Geloven in en leven uit de volharding leidt dus tot een ootmoedig en afhankelijk leven, dichtbij de Heere.

Pure troost

Wie zó de volharding leert verstaan, ontdekt de troost van dit belijden. Mijn zaligheid hangt uiteindelijk niet van mijzelf af, maar van Mijn trouwe God Die mij voor eeuwig voor Zijn rekening heeft genomen, op kosten van het kruis van Golgotha. Wat er ook gebeurt, door welke aanvechtingen en diepten mijn ^veg ook leiden zal - ik zal nooit uit de doorboorde handen van de Heere Jezus vallen. Daarom komt de drieënige God alle eer toe. En het kan niet anders of we eindigen in Hem. De zaligheid ligt vast verankerd in Gods welbehagen. En reken maar dat Gods Kerk daar tot in alle eeuwigheid van zingen zal: "Door U, door U alleen om 't eeuw^ig •welbehagen!"

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Geloofsvolharding (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's