De laatste dingen

XXV.

In hoofdstuk 17 der Openbaring wordt de antichrist nog weer getekend. Daar ziet de Apostel Johannes in' de geest een vrouw, gezeten pp een scharlakenrood beest, dat vol was van namen van godslastering en het had zeven hoofden en tien hoornen. Die vrouw was zeer weelderig gekleed. En in haar hand hield zij een grote gouden beker vast, vol van . gruwelen en van onreinheid harer hoererijen. Op haar voorhoofd stond een zinnebeeldige naam: Verborgenheid; het grote Babyion, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde. Ook was zij dronken van het bloed der heiligen en der getuigen van Jezus. Zij is wel onderscheiden van het beest, waar zij op zit, maar er toch ook weer één mede als antichristelijke macht en een bepaalde openbaringsvorm van die macht, zoals zij voorkomt in het pausdom. Dat beest toch is hetzelfde als uit Openb. 13 : 1—8.

De verborgenheid van de vrouw en het beest worden nader verklaard in vs. 8. Daar wordt gezegd, dat het beest was en niet is, en opkomen zal uit de afgrond en ten verderve gaan. Die antichristelijke wereldmacht was er reeds, maar zou haar volle openbaring eerst in de toekomst ontplooien. De zeven hoofden van het beest zijn zeven bergen, waarop de vrouw gezeten is. En de vrouw verzinnebeeldt de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde, dat is dus Rome, de zetel der Romeinse wereldheerschappij, ^ dat op zeven heuvelen gebouwd is.

De zeven hoofden van het beest hebben echter een wijdere strekking dan dat zij alleen de zetel der antichristelijke wereldmacht zouden moeten aanwijzen. Zij verzinnebeelden ook' koi|ingen, die in overeenstemming met Openb. 13 : 1, wereldheerschappij vertegenwoordigen. Vijf waren er al voorbijgegaan. De zesde was het Romeinse rijk. Dan volgt de pauselijke als antichristelijke wereldmacht. De pauselijke macht zal een lange duur hebben, wat echter toch maar , , een weinig tijds" is, volgens de spreekwijze van het boek der Openbaringen, waarin 1 jaar wel eeuwen omvat. Vervolgens zal er nog een achtste koning of wereldheerschappij opkomen, de laatste openbaring van de antichristelijke macht, de volledige antichrist. Deze is het beest, dat was en niet is en uit de zeven is. In hem treedt al de gruwelijkheid van het beest naar voren, de meest volle openbaring er van. Hij is uit de zeven en er dus onder begrepen, maar wegens de bijzondere plaats, die hij inneemt, de achtste koning genoemd, vertegenwoordigend de volledige openbaring dezer satanische macht. De tien hoornen, vertegenwoordigend evenzovele rijken of heerschappijen, komen daar bij en ontvangen tegelijk met het beest hun aanzijn. Zij geven hun kracht en macht over aan het beest. Gezamenlijk, de antichrist met hen^als zijn vazallen, stellen zij zich tegen de Heere Jezus en Zijn rijk en trachten zij Zijn gemeente van de aarde uit te roeien. Het zal hun echter niet gelukken. Er zal een overblijfsel zijn tot Hij wederkomt ten oordeel. Wel zal er onenigheid komen in het antichristelijke kamp zelf. De antichrist zal met de tien koningen in haat ontbranden tegen de grote hoer. Het bondgenootschap tussen de pauselijke 'antichristelijke macht en de andere antichristelijke machten zal verbroken worden en zij zullen de pauselijke macht, zetelend te Rome, aangrijpen en ten onder brengen, waarmede ook de Roomse kerk, als valse kerk, art. 29 Ned. Gel. Bel., ineenstort. De ene antichristelijke macht werpt de andere omver naar Gods bestel. Dan volgt in hoofdstuk 19 : 19 en 20 de eindstrijd tegen de Heere en Zijn Gezalfde Sionskoning, waarbij de antichristelijke macht voorgoed vernietigd wordt-Het beest en de valse profeet, vertegenwoordigend de tegen God'en Zijn Christus gerichte en de volkenverleidende valse leer en •wetensenap-, 'worden levend geworpen m de poel des^vuurs. Er kunnen dus gelijktijdig meer dan één openbaringsvorm zijn van de antichristelijke macht. We denken hierbij niet het minst ook-aan het'communisme met al zijn versöhrikkingen als het de politieke macht in handen krijgt. Tegelijk en verbonden met de antichrist zullen ook de in Openb. 20 : 8—10 genoemde volken, de Gog en de Magog, de heidenvolken, Mohammedanen en dergelijke, onder satanische leiding optrekken om de-gemeente des Heeren, waar zij die aantreffen, te vernietigen en de Naam des Heeren van dq» aarde uit te roeien. In die algehele benauwdheid der tijden voor het volk Gods, verschijnt dan de Heere Jezus op de wolken des hemels. Vuur van de hemel vershndt die volken en evenals de antichrist of het beest en de valse profeet wordt nu ook de duivel geworpen in de poel van vuur en sulfer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen