Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Pinkstergemeenten en het chiliasme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Pinkstergemeenten en het chiliasme

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer hebben we stilgestaan bij de datering van het duizendjarige rijk. We hebben gezien, dat als in de Openbaring van Johannes gesproken wordt over de duizend jaren, daarmee niet wordt bedoeld een periode, die in de toekomst zal komen, maar dat daarmee wordt bedoeld het tijdperk van de Christus-regering, dus de tijd tussen Christus' hemelvaart en Zijn wederkomst Het is dus de tijd, waar wij nu in leven. Wij leven midden in het duizendjarige rijk. Christus heeft bij Zijn hemdvaart van Zijn Vader de heerschappij ontvangen over alle dingen, en Hij is nu op Zijn troon werkzaam om Zijn Koninkrijk in deze wereld te voltooien en Zijn kerk a£ te bouwen. Dat is dus het duizendjarige rijk.

Het duizendjarige rijk is dus niet iets, wat eens in de toekomst zal aanbreken, zoals de chiliasten menen. En nu willen wij vandaag samen spreken over de binding van de duivel gedurende het duizendjarige rijk. Daarvan wordt immers gesproken in Openbaring 20 vers 1-3. Daar lezen we namelijk: „En ik zag een engel afkomen uit de hemel, hebbende de sleutel des af gronds en een grote keten in zijn hand; en hij greep de draak, de oude slang, welke is de duivel en satanas, en bond hem duizend jaren; en wierp hem in de afgrond en sloot hem daarin en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend Jaren zouden geëindigd zijn. En daarna moet hij een kleine tijd ontboden worden". De engel, die Johannes uit de hemel ziet neerdalen, heeft de sleutel des afgronds. Met het woord „afgrond" wordt bedoeld de woonplaats van de duivelen. Hetzelfde woord komen we tegen in Lucas 8 : 31. De Heere Jezus ontmoet daar in het land der Gadarenen een bezetene, die de prooi van vele boze geesten is. Bij de ontmoeting met Christus beseffen deze boze geesten wel, dat ze door de Heere niet ongemoeid zullen worden gelaten. En dan lezen we: „En zij baden Hem, dat Hij hun niet gebieden zou in de afgrond te varen". Deze woonplaats is in zekere zin voor hen een gevangenis, waarin zij het niet bijzonder aangenaam vinden. Dat blijkt wel uit het feit, dat zij het wonen in een mens verkiezen boven het verblijf in de afgrond.

Toch zijn zij niet absoluut aan deze woonplaats gebonden. Ze konden immers eruit komen en met velen bezit nemen van deze man. Ze vrezen echter, dat ze nu moeten teruggaan naar hun woonplaats en dat het hun verhinderd zal worden om nog eens op aarde te komen. Ze erkennen, dat Jezus hiertoe de macht heeft; dat blijkt uit hun bede. Ze erkennen, om het nu even in de woorden van Openb. 20 te zeggen, dat Jezus de sleutel van de afgrond heeft Christus heeft de sleutel van de afgrond. Immers reeds eerder heeft hij tot Johannes gezegd: , , Ik heb de sleutels der hel en des doods" (Openb. 1).

En nu lezen we in Openbaring 20, dat Christus door middel van één van Zijn engelen de satan laat binden en in de afgrond sluiten gedurende duizend jaren. Hier schijnen we te stuiten op een moeilijkheid. Want ais wij dus nu in het duizendjarig rijk leven, zoals wij stelden, dan zou dus heden de duivel gebonden moeten zijn. En daar is toch niets van te zien. Integendeel, het lijkt of hij naarmate de tijden voortschrijden, al driester de kop opsteekt. Hij oefent zoveel macht dat het haast niet mogelijk lijkt te geloven, dat wij nu leven in het duizendjarig rijk, waarin de satan gebonden is. Wij moeten echter goed lezen wat er staat. De binding van satan, waarover in Openb. 20 geschreven wordt, is geen absolute binding, zoals de chiliasten opvatten. Nee, van een algehele verhindering van satan om ook maar iets te ondernemen tijdens het duizendjarig rijk is in de Schrift met geen woord sprake. De binding is slechts gedeeltelijk en heeft een speciaal doel. Maar daarover D.V. de volgende keer verder.

Gouda

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1967

De Saambinder | 4 Pagina's

De Pinkstergemeenten en het chiliasme

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1967

De Saambinder | 4 Pagina's