Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Correspondentie voor deze rubriek aan: T. MOLENAAR. Leede 18. Rotterdam Zuid

Correspondentie voor deze rubriek aan: T. MOLENAAR. Leede 18. Rotterdam Zuid V J

J. C. S. te A. vraagt namens de J.V.: „Toen de Heere Jezus opvoer is het bevel gegeven te dopen. Maar Johannes had ook al gedoopt, was dat dan een andere doop? "

Antivoord: „Voor de Heere Jezus de doop als sacrament des Nieuwe Testaments had ingesteld, was het dopen niet geheel onbekend. Om van de doop bij heidense volken te zwijgen is algemeen bekend de z.g.n. Proselieten-doop. Bij de overgang uit het heidendom tot Israël werd niet alleen besneden maar ook gedoopt. Door die doop werd dan het afsterven van de wereld bezegeld. De gedoopte werd een nieuw volk ingelijfd.

Echter, deze doop was geen sacrament. Sacrament is de doop krachtens Goddelijk bevel. Daardoor is de doop van Johannes van de Proselieten-doop onderscheiden.

Johannes was gezonden om te dopen. Zijn doop geschiedde op Goddelijk bevel, en was uit de hemel tot vergeving der zonde. Lees Joh. 1 : 33, Matth. 21 : 25 en Marcus 1 : 4.

De doop van de Heere Jezus zou niet geschied zijn, wanneer de doop van Johannes niet de kracht van het sacrament des Nieuwe Verbonds bezeten had.

Plet concilie van Trente sprak echter het doemvonnis uit over degenen, die leerden, dat de doop van Johannes dezelfde kracht had als cle doop van Christus. De Wederdopers volgden Rome en zagen in de doop van Johannes een blote ceremonie.

Ook tegen cle Socinianen en Remonstranten, clie van gevoelen waren dat de doop van Johannes slechts voorbereiding was van cle doop des Nieuwe Testaments, dient volgehouden, dat cle doop van Johannes wel degelijk in wezen dezelfde was als het sacrament des Nieuwe Tesiaments.

Van stonden aan is de doop van Johannes door de Heere Jezus voortgezet, hoewel Jezus Zelf niet doopte, maar Zijn discipelen. Ja de doop is een blijvend sacrament voor cle Kerk door Christus gegeven. Matth. 28 : 19: Gaat dan heen, onderwijst alle volkeren, dezelve dopende in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes." P. van D. te R. vraagt of ds. Kersten in zijn prediking het aanbod van genade bracht.

Antwoord: Het is wel de moeite waard deze vraag eens ernstig te behandelen. We leven in een tijd van verwarring. Vooral op kerkelijk gebied.

Menigmaal hoort men, clat dominees als Roelofsen, Kieviet, van Oordt en Kersten van het aanbod van genade niets moesten hebben, maar alleen maar spraken van een voorstelling van Wet en Evangelie. Zo is het echter niet.

De kostelijke dogmatiek van ds. Kersten zegt het ons in het tweede deel, handelende over de uitwendige roeping, wel anders. U kunt cle zinsneden hier genoemd zelf nalezen.

Op bladzij 71 lees ik: „De uitwendige roeping brengt geen vruchten ter bekering voort. Zij vloeit uit cle algemene goedheid Gods, terwijl cle bijzondere roeping vrucht is der verkiezing en genade Gods in Christus. Hoewel Christus door het Evangelie cle zondaar aangeboden wordt, God cloor het Evangelie roept en zelfs ook die Hij roept onderscheidene gaven meedeelt, zonder hartvernieuwende genade weigert elk mens in Christus zalig te worden."

Even verder lees ik: „Niet minder geldt van de Roomse voorstelling door Bellarminus gegeven, clat het aannemen van het aanbod van genade zou afhangen van het al of niet gunstig tijdstip, waarop dit aanbod tot cle mens komt.

Op bladzijde 74 kunt u het volgende lezen: „Het Woord moet echter allen, zonder onderscheid worden gepredikt en aan bekeerden en onbekeerden het Evangelie aangeboden. Sommigen staan dit tegen, als zou het aanbod van genade te ruim gesteld worden. Maar cle Heere Jezus heeft het bevolen."

Op bladzij 75 lees ik: „Want cle uitwendige roeping stelt elk hoorder verantwoordelijk voor het Woord, clat hem gebracht is en voor cle verwerping van Christus, in het Woord aangeboden. Eindelijk schrijf ik nog iets over het oogmerk Gods.

„Dat oogmerk is niet, zo wij reeds opmerkten, allen clie het Woord horen, zalig te maken. Dan toch zou dit geschieden, dewijl God Zijn doel nimmer missen zal. Hij stelde in Zijn onveranderlijke Raad van eeuwigheid de uitkomst der prediking vast, zowel cle toebrenging der uitverkorenen, als de verharding der verworpenen, niettegenstaande Hij ook aan de laatsten de zaligheid waarachtig aanbieden doet. Hij betoont allen ernstig en waarachtiglijk in Zijn Woord, wat Hem aangenaam is, n.1. clat cle geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, clie tot Hem komen en geloven cle rust hunner zielen en het eeuwige leven."

Ten slotte lees ik in een predikatie van ds. Kersten, handelende over de hemelvaart van de Heere Jezus het volgende: „O, mijn geliefde medereiziger naar cle eeuwigheid, clie nog vreemdeling zijt van cle zaligmakende bearbeiding, mocht uw oog in deze dag eens opengaan voor cle onuitsprekelijke ellende, waarin ge verzonken ligt, en het vreselijke van cle eeuwigheid, clie ge tegemoet gaat. Ik mocht u door de vermaningen aftrekken van cle zondeweg, want vreselijk zal het zijn, eens als vreemdeling te vallen in cle handen van de levende God. Nu nog is er mogelijkheid, om met Hem verzoend te worden, Die een verterend vuur is buiten Christus. We hebben de last des Konings een iegelijk uwer uit Zijn Naam te verkondigen cle volle ruimte, clie in cle Borg is ontsloten tot zaligheid van zondaren. Onze natuur heeft Hij in cle hemel gebracht, opdat u mogelijkheid zou ontsloten worden, om in Zijn heerlijkheid in te gaan. Och of ge dan cle Heere zocht, terwijl Hij nog te vinden is. Koopt uw dagen uit, om uw ziel geborgen te krijgen in cle ark der eeuwige behoudenis, eer het eeuwig te laat zal zijn. Als een donderslag zou de aankondiging van dood en eeuwigheid uw ziele moeten verschrikken, dan zou cle onvoorwaardelijke aanbieding van het Evangelie u zo tot jaloersheid verwekken, clat ge cle Heere aanliept als een waterstroom."

Ik geloof, dat hier het bewijs geleverd is, clat ds. Kersten wel degelijk geleerd heeft het aanbod van genade. Dat kan ook niet anders, want het is naar Gods Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1956

Daniel | 8 Pagina's

VRAGENBUS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1956

Daniel | 8 Pagina's