Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Avondmaalsschroom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Avondmaalsschroom

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het komt wel voor dat in gemeenten ambtsdragers nooit deelnemen aan de viering van het Heilig Avondmaal. Er is een vraag binnen gekomen over het niet deelnemen aan het Heilig Avondmaal door diakenen, maar ik weet dat er ook wel ouderlingen zijn die afblijven. De vraag is of dat wel kan?

Allereerst moeten we de vraag beantwoorden voor wie het Heilig Avondmaal is. Het Avondmaalsformulier geeft het volgende antwoord: “Christus heeft het Avondmaal alleen voor Zijn gelovigen verordineerd”. Dit zegt ons twee dingen: dat het Avondmaal slechts voor de Zijnen is en dat deelname aan de viering hen niet vrijstaat, maar dat het hun geboden wordt, verordineerd.

Ook onze Nederlandse Geloofsbelijdenis gaat er in artikel 35 op in. Daar lezen we: “Wij geloven en belijden, dat onze Zaligmaker Jezus Christus het sacrament van het Heilig Avondmaal verordend en ingesteld heeft, om te voeden en te onderhouden, degenen die Hij reeds wedergeboren en in Zijn huisgezin, hetwelk is Zijn Kerk, ingelijfd heeft”.

En dan onze Heidelberger. Bekend is vraag en antwoord 81. Daar lezen we: "Voor wie is het Avondmaal des Heeren ingesteld? Voor degenen die zichzelf vanwege hun zonden mishagen en nochtans vertrouwen dat deze hun om Christus wil vergeven zijn; en dat ook de overblijvende zwakheid met Zijn lijden en sterven bedekt is; die ook begeren hoe langer hoe meer hun geloof te Sterken en hun leven te beteren”.

We zouden het in onze eigen woorden zo willen zeggen: het Heilig Avondmaal is voor de kinderen; alleen voor hen, maar ook voor hen allemaal!

Of een kind nu klein of groot is, ze hebben allemaal honger. Het leven der wedergeboorte wordt daaraan gekend, aan de honger. Ze worden door de Gastheer zalig gesproken. Niet de verzadigden, maar die hongeren en dorsten naar Zijn gerechtigheid delen in de belofte: Zij zullen verzadigd worden, zie Matth. 5:6.

Nog eens, die belofte geldt alle kinderen. Moeder heeft eten voor haar hongerige zoon, die moe van school thuis komt, maar ook voor haar kleintje, dat in de wieg ligt te huilen om melk.

Natuurlijk is er verschil onder de kinderschare van Gods huisgezin. Zoon Jan van 12 weet veel meer van de gezinssituatie af dan Marietje van 3 maanden. Jan weet wie thuis de kostwinner is. Marietje heeft daar totaal geen weet van. Maar vader werkt ook voor haar en voor de fies die zij begerig leeg drinkt, is ook betaald. Later zal zij dat gaan begrijpen. Jan en Marietje hebben dit gemeen: zij kunnen niet zonder eten; zij begeren het eten. Het kleintje laat zelfs duidelijk zien en horen dat zij meer dan wie ook begeertte eten!

Ik geloof dat er in het natuurlijke lessen liggen voor het geestelijke. Is het Avondmaal slechts voor de grote kinderen, de geoefende kinderen? Of is het ook voor de kleine kinderen? Ik wil deze vraag met alle nadruk bevestigend beantwoorden! Het brood en de wijn is ook voor de kleintjes. Christus is er ook voor de kleintjes. Zelf roept Hij uit: Laat de kinderkens tot Mij komen en verhindert hen niet! De grootheid van de Gastheer komt juist daarin uit dat Hij Zijn hand naar de kleinen wendt, Zach. 13:7. Toen Christus het Avondmaal instelde zaten er allemaal kleine, domme en zondige discipeltjes aan tafel. En tot hen zei Hij: Ik heb grotelijks begeerd met u te eten... Ik moet ten aanzien van het Heilig Avondmaal dus weten of ik kind ben. En hoe weet ik dat? Wat is het kenmerk van een kind? De honger. Daarop moeten we ons onderzoeken. Is er behoefte om Hem te kennen? Is er een hunker naar vrede en zaligheid? Is er een verlangen naar vergeving der zonden? Hebben we ervaren dat we in de wereld stenen voor brood krijgen en gaat ons hart uit naar hetgeen waarachtig verzadigen kan?

Die vraag is ook belangrijk in de zelfbeproeving. Gods kind wordt geroepen zichzelf te beproeven en te onderzoeken of zijn hart behoefte heeft aan troost, aan onderwijs, aan licht, aan een woord van Boven, aan zekerheid. Juist het oudere kind, dat de deur uitgaat en buiten komt, leert zo zijn hart en bestaan kennen, namelijk dat het zo uitgaat naar de wereld. Hij kan zo van zichzelf schrikken. Wat kan hij na ontvangen genade nog weer opgaan in ijdele dingen. Doel der zelfbeproeving is dan ook altijd en alleen om het hart van het kind te verootmoedigen en in de schuld te brengen. Als het kind na de voorbereidingsweek een goed gevoel heeft over zichzelf, is er iets goed mis gegaan. Maar als er niets dan schuld en tekort overblijft, dan heeft de zelfbeproeving vrucht gedragen en zal het opnieuw waar worden: armen worden met goederen vervuld.

Nu is de oorspronkelijke vraag of het wel juist is als ambtsdragers niet aangaan. Nee, dat ben ik in het vuur mijn betoog niet vergeten! Ik ga juist naar het antwoord toe, hoewel het bovenstaande ook al genoeg zegt. Maar voor ik concreet de vraag beantwoord, moet ik toch nog wat dieper op de vraag ingaan voor wie het Avondmaal des Heeren is. En dan met name naar aanleiding van het volgende fragment uit ons wonderschoon, Schriftuurlijk, confessioneel en bevindelijk formulier: “Ten andere onderzoeke een ieder zijn hart, of hij ook deze gewisse belofte van God gelooft, dat hem al zijn zonden, alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus, vergeven zijn; en de volkomen gerechtigheid van Christus hem als zijn eigen toegerekend en geschonken is, ja zo volkomen, alsof hij zelf in eigen persoon voor al zijn zonden betaald en alle gerechtigheid volbracht had”.

Hier gaat het over het hart van de zaak. Het is voor velen echter een struikelblok. Maar dat komt omdat men het toch niet verstaat. Want dit wordt dikwijls zo uitgelegd dat het Avondmaal alleen is voor degenen die de zekerheid des geloofs bezitten en welbewust gerechtvaardigd zijn door God. Met andere woorden: het Avondmaal is alleen voor de grote kinderen. Dit bestrijd ik ten stelligste. Ik ga er de volgende keer op in. Maar ik blijf er bij dat het Avondmaal voor álle kinderen is. Eigenlijk moest ik het zo zeggen, als ik nog niet duidelijk genoeg was: God heeft eigenlijk geen grote kinderen, alleen maar kleintjes. Anders gezegd: Hij maakt klein. Wij willen maar groot worden. Hij maakt klein. Wij willen maar vooruit. Hij duwt ons achteruit. Wij willen maar rijk zijn. Hij maakt ons arm. God heeft daar, met eerbied gesproken, veel werk aan. Ons leven lang. Maar Hij zal Zijn Woord waar maken in het leven van al Zijn kinderen, nog maar pas gebaard, of al langer op de weg: “Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op de Naam des HEEREN betrouwen”, Zefanja 3:12. Mooi hè? Ach, als het zo niet lag, als ik een groot en braaf en vroom kind moest zijn, dan kon het, voor mij althans, niet. Maar nu mag het wel eens zingen van binnen: Schoon ik arm ben en ellendig, denkt God aan mij bestendig. Gij zijt mijn Hulp en Kracht, mijn Redder, o mijn God, Bestierder van mijn lot, vertoef niet, hoor mijn klacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 2008

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Avondmaalsschroom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 2008

Bewaar het pand | 12 Pagina's