Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In kort bestek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In kort bestek

Het unieke van de kerk als openbaring van het werk des Heeren is voor zeer weinigen nog een aanvaardbaar uitgangspunt.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de ochtendpauze van de vergadering van onze Generale Synode op woensdag 13 oktober mocht ds. J.J. van Eckeveld een tweetal nieuwe boeken presenteren. Onze preses maakte melding van twee uitgaven geschreven door twee docenten van onze Theologische School. Hij overhandigde het eerste exemplaar aan de schrijvers, respectievelijk ds. A. Moerkerken en ds. W. Silfhout.”Zin en mening” is een weergave op hermeneutisch terrein, een van de vakgebieden waarop ds. Moerkerken reeds jarenlang vaste docent is. Van de hand van ds. Silfhout, sinds enkele jaren vakdocent kerkrecht, verscheen een toelichting op de Dordtse Kerkorde: ”Gereformeerd kerkrecht in kort bestek”. De onder ons bekende uitgeverij Den Hertog verzorgde op prima wijze beide uitgaven. Het is de bedoeling dat door mij in enkele artikelen ingegaan wordt op het boek van ds. Silfhout.

Een nieuw naslagwerk over Gereformeerd kerkrecht
Het is een goede gedachte geweest van mijn buurman van de overkant van de Hollandse IJssel dit boek samen te stellen. Terecht wijst hij in zijn Woord vooraf erop dat ds. K. de Gier onder ons veel goed werk gedaan heeft op het terrein van het kerkrecht. Juist door publicaties over de (historische) uitleg en de toepassing van de Dordtse kerkorde te verzorgen. Ook noemt hij standwerken van dr. H. Bouwman, Joh. Jansen en dr. F.L. Bos. Maar actualisering is steeds nodig en is zeker vandaag vereist. Bovendien is het goed dat het kerkrechtelijk bezig zijn vanuit en rond de DKO levend blijft. Daaraan is op deze, direct aan de DKO van 1619 verbonden wijze vanuit de kring van onze gemeenten al meer dan een eeuw goede aandacht gegeven. Eerst door ds. G.H. Kersten, later door ds. K. de Gier en nu door
ds. W. Silfhout. Dit is van wezenlijk belang, en dat niet alleen voor het verband van de Gereformeerde Gemeenten.

Van brede betekenis
Het boek dat nu van de hand van onze broeder is verschenen, is een weerslag van het werk dat op dit terrein met de studenten van de Theologische School in Rotterdam gedaan wordt. Ook is er veel in te vinden van de praktijk van het kerkelijke leven zoals dat er onder ons zijn mag. Wel te verstaan: het kerkelijke leven in kerkordelijk opzicht. Zo is het een boek dat vanuit de DKO opkomt en dat tevens uit de praktijk opkomt. Terecht wijst de auteur erop dat dit boek van waarde kan zijn voor CGO-cursisten en voor ambtsdragers. En ook voor belangstellende gemeenteleden. Persoonlijk beveel ik het graag en van harte in deze breedte aan. Het is eigenlijk een actuele en tegelijk met de historie verbindende standaarduitgave. Dit boek mag en moet onder ons een centrale plaats hebben op kerkordelijk terrein.

Het boek valt in twee delen uiteen. In het eerste deel gaat het over Algemene beginselen; het draagt ook die titel. In het tweede deel is – eveneens onder die naam - een artikelsgewijze toelichting te vinden van de DKO. Het is een kloek werk van meer dan 300 flinke bladzijden tekst. Er is een lijst vermeld waarin de Voornaamste geraadpleegde literatuur te vinden is. Ook staan er twee verzorgde registers in. Een van de in het boek voorkomende zaken en begrippen en een van de aangehaalde Bijbelteksten. Steeds wordt daarbij cursief de vindplaats vermeld.

Gods Woord als basis
Wanneer we het over kerkorde en kerkrecht hebben, moeten we niet bij recht en orde beginnen, maar bij de kerk. De kerk is het lichaam van Christus en een pilaar der waarheid. Eerst moet naar het Woord Gods geluisterd worden. Er moeten vanuit dat Woord lijnen onderkend en getrokken worden. Dat geldt in al ons doen en laten. Dat geldt zeker wanneer we op gereformeerde wijze met kerkelijke zaken bezig willen zijn. Zo wordt in dit boek begonnen met te luisteren naar Gods Woord en naar de gereformeerde belijdenisgeschriften. Na de Pinksterdag ontstonden er gemeenten, zo leert ons het Nieuwe Testament. In die gemeenten werden ambtsdragers aangesteld. In lijn met Calvijn en Bucer wordt in het gereformeerde denken over de kerkregering het ambt van ouderling (presbyteros of presbyter) op grond van de gegevens van de Schrift centraal gesteld. Vandaar dat het gereformeerde kerkstelsel ook wel het presbyteriale kerkstelsel genoemd wordt. Treffend vond ik in dit verband de weergave op de bladzijden 30-32 van een aantal grondtrekken van het kerkrecht en hun fundering in het Nieuwe Testament. Diverse zaken kunnen zo vanuit de Schriftgegevens worden opgelezen, zoals de centrale plaats van het ambt, het gezag van het ambt, het opzicht in de gemeente, het college of de raad van ouderlingen, enzovoort. Voor het kerkrecht is er ten eerste het ius constiuendum, het grondbestek. Dit bestaat uit de Heilige Schrift met absoluut gezag. En vervolgens de belijdenissen, zowel de katholieke als de reformatorische. Zij hebben direct van Gods Woord afgeleid gezag. Als volgende bron voor het kerkrecht geldt het ius constitutem. Dat is het geheel van de praktische regels zoals dat in de loop der eeuwen ontwikkeld is om de ontplooiing van het lichaam van Christus te dienen en te bevorderen. De DKO neemt daarin binnen het gereformeerde kerkstelsel hier te lande wel de eerste plaats in. Daarna komen eenduidige uitspraken van gezaghebbende kerkelijke vergaderingen. Vervolgens is er ook de uitleg van de onder ons algemeen erkende deskundigen op het terrein van het gereformeerde kerkrecht zoals dr. H. Bouwman, ds. G.H. Kersten, dr. F.L. Rutgers, ds. K. de Gier. En uiteraard is er ook de kerkelijke gewoontevorming binnen de kring van gemeenten. Ook dat laatste heeft een zeker gezag. Immers, de kerk is een levend organisme waarin zaken ontwikkelen en lijnen ontstaan. Niet dat menselijke gewoonten en tradities dan bepalend mogen worden. Gewoonten moeten echter wel in lijn zijn met de eerder genoemde en meer gezag hebbende bronnen. Maar van gewoontevorming, die binnen dat kader dienend en waardevol is, mag opgemerkt worden dat deze tot stand komt in ’s Heeren voorzienig bestel en vanwege Zijn leiding.

Kerk en staat
In het derde hoofdstuk van de Algemene beginselen komt reeds de verhouding kerk en staat aan de orde. Dit is niet alleen vanuit de actuele situatie te verklaren. We weten allen van de discussies op dit terrein en de spanning die ontwikkelingen op dit gebied met zich mee (kunnen/zullen) brengen. De snelle aandacht voor dit thema is overigens vanuit de historie niet minder te verklaren. In het Nieuwe Testament reeds komt de overheid ter sprake als dienares Gods door wie de Heere ook ons regeert. De relatie tot de overheid komt dan tot uitdrukking in de oproep tot gebed voor de overheid en tot gehoorzaamheid aan de overheid. Maar ook in vervolging door de overheid. Dat de verhouding kerk en staat in de loop van de tijd aan grote verandering onderhevig is, kunnen we ook duidelijk afleiden uit het feit dat in de DKO oorspronkelijk een grote plaats aan de overheid werd toegekend. Bijvoorbeeld bij de approbatie van te beroepen predikanten en de aanwezigheid van gedelegeerden van de overheid bij vergaderingen van de nationale synode. Reeds in 1907 stelden onze vaderen bepalingen dienaangaande buiten werking. Vandaag is de situatie nog weer aanmerkelijk anders. Het is dus te verstaan dat dit onderwerp gerede aandacht behoeft. Te verwachten is dat dit in de toekomst niet minder zal worden. In de huidige samenleving is immers de ontwikkeling heel sterk aanwezig om de kerk niet anders te bezien dan als een of andere maatschappelijke beweging of belangenvereniging. Het unieke van de kerk als openbaring van het werk des Heeren is voor zeer weinigen nog een aanvaardbaar uitgangspunt. Zoveel te meer is er reden tot het gebed voor de overheid opdat wij bij de voortduur een stil en gerust leven mogen leiden. Geve de Heere daarbij godzaligheid en eerbaarheid.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2010

De Saambinder | 16 Pagina's

In kort bestek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2010

De Saambinder | 16 Pagina's