Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

17

Het gaat in de Schrift, zoals wij weten, om de innerlijke beleving van het geloof. En dat alleen is tot eer van de Heere en tot zaligheid van de zondaar.

Maar hoewel dat geloof door Paulus met kracht en klaarheid gepredikt was onder de Galaten, werd het door velen niet recht verstaan. De mening dat Abraham het geloof verkregen had door het bloed van zijn besnijdenis vond steeds meer ingang, daar dat gesterkt werd door de prediking van de valse apostelen.

Om zalig te worden moest men zich laten besnijden, anders was alles tevergeefs. Dat is een leer die door alle eeuwen heen vanuit het verbroken werkverbond voor de mens in zijn eigengerechtigheid aantrekkelijk is, daar hij zijn leven zoekt te behouden. Maar Abraham heeft het geloof dat door de liefde werkt niet verkregen door het bloed van zijn besnijdenis, want hij was toen nog in de voorhuid. Hij is vanuit het Goddelijk roepen gekomen tot de staat van het geloof om de Heere te gehoorzamen. En zo is hem vanuit het geloof in de beloofde Zaligmaker de gerechtigheid van Christus toegerekend tot rechtvaardigheid.

Op grond daarvan zegt de apostel: „Zo verstaat gij dan dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.” Daarmee werd alle werkheiligheid weggesneden zodat het hier gaat om tweeërlei kinderen van Abraham. De één was het door een daad des Vleses en de ander door de dood des Geestes. Het geloof is als een geestelijke zaak een werk van de Heilige Geest, dat Hij zonder ons in ons werkt.

Vanuit Gods ontfermende liefde is Abraham door het Goddelijk roepen gesteld in de staat van het geloof, om al zijn heil en zaligheid van de Heere te verwachten. Want de Heere kwam tot hem met de zegen van Zijn genade. En door die heerlijke verbinding van de Heere aan hem werd zijn hart in het geloof aan Hem verbonden tot gehoorzaamheid.

Zo kwam de Heere nu ook door de prediking van het Evangelie met Zijn ontfermende liefde tot de Galaten. Maar dat werd van alle kanten tegen gestaan door de predikers van een wettische godsdienst, zij bouwden de mensen op in hun eigengerechtigheid. En zo waren zij als vleselijke kinderen van Abraham ineens kant en klaar voor de hemel. Zij hadden geen behoefte aan het gebed om de krachtdadige werkingen van de Heilige Geest. „En de Schrift tevoren ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, heeft tevoren aan Abraham het Evangelie verkondigd, zeggende: In u zullen al de volken gezegend worden.”

In het beloofde zaad, dat uit het geslacht van Abraham zou geboren worden, zullen al de volken gezegend worden. Dat doet ons spreken van Gods onveranderlijke trouw in het vervullen van Zijn beloften onder de Galaten.

De Heere komt vanuit Zijn Goddelijk roepen door het Evangelie met de zegen van Zijn genade in ons hart, zo komt het geloof voort vanuit Zijn genadewerk. Het is een innige en heilige vanzelfsheid te geloven in de Heere, daar Hij ons hart de zoetigheid van Zijn ontfermende liefde laat proeven. De Heere opent daarmee ons hart dat gesloten was om het met Zijn beeld te versieren en door Zijn Geest te stellen in het geloof, dat Hem aankleeft. Dat kan niet verborgen blijven. Op de prediking van Gods ontfermende liefde zegt ons hart dan Amen.

Het is een zegen van de Heere als wij in het stof der verootmoediging mogen komen om al onze zonden en slechtigheden voor de Heere te belijden en te bewenen met de bekentenis de eeuwige dood verdiend te hebben. En van daaruit is het niet mogelijk dat we ons zouden vastklampen aan de gerechtigheid uit de mens. Daarmee kunnen wij immers niet voldoen aan de majesteit van Gods rechtvaardigheid, want daardoor kan de vloek der wet niet weggenomen worden. Voor zulke mensen is het duidelijk dat de mens met zijn bloed en tranen de verzoening met God niet kan bekomen. De zegen van Gods vergevende liefde is in het bloed van Jezus Christus, dat reinigt van alle zonden.

En zo heeft de Heere Abraham gezegend bij het altaar dat door hem gebouwd werd, om door zijn bloedige offerande te zien op het bloed van de beloofde Borg en Zaligmaker, om de Naam des Heeren aan te roepen op de weg der gehoorzaamheid.

Geheel anders was het bij degenen die door het bloed van hun besnijdenis tot het geloof in Christus kwamen. Het was niet de levende Christus die door hen werd aangenomen, zodat de ambtelijke bediening van de levende Christus er in gemist werd. Het was bij hen niet een zoeken van de zaligheid buiten zichzelf, doch in zichzelf. Zodat Paulus de prediker van vrije genade door Jezus Christus en Dien gekruist, veracht werd.

De oprechten hebben er behoefte aan dat Gods genadewerk gedurig bekroond wordt met de zegen van Zijn genade. Het is meer bedenkelijk als men zichzelf vanuit zijn verandering en bekering op de been kan houden. De Galaten die geen kennis hadden van droefenissen en geloofsbeproevingen wisten ook wel te spreken van verandering en bekering, waardoor zij opgenomen waren in de gemeenten, om zich daarin niet weinig te laten gelden. Maar voorts waren zij in dat alles rijk en verrijkt en hadden aan geen ding gebrek. Dat is een geest waarvan door alle tijden heen gesproken is tot op de dag van vandaag.

Maar wat heeft Paulus ons tot een voorbeeld daarvan gedaan? Hij heeft er zo spoedig mogelijk een brief heengezonden, om het kostelijke van het snode grondig te onderscheiden en dat is voor ons van grote betekenis. Wij moeten onderscheidenlijk leren spreken en leren preken en dan gaan de oprechten met de buit naar huis. De Galatenbrief geeft wel in het bijzonder veel onderwijs aangaande de gangen van het geestelijke leven. En dat hebben we ter harte te nemen, want het raakt de dingen der eeuwigheid. „Zo dan, die uit het geloof zijn, worden gezegend met de gelovige Abraham.” De Heere trok met hem op, hield hem vast in de zwaarste. beproevingen en leidde hem telkens weer op het rechte spoor. Dat deed hem steeds dieper in verootmoediging komen voor het aangezicht des Heeren. En dat is ook het deel van zijn geestelijke kinderen, die telkens weer vertroost worden vanuit zijn levenservaring. Daarvan hebben die vleselijke kinderen geen weet. Wel hebben zij heel veel godsdienstige moeilijkheden waarmee zij zichzelf op de been weten te houden. Maar de levenden roepen vanuit de diepten der ellenden tot de Heere om ontferming en die hoop wordt door Hem niet beschaamd.

Galaten 3 : 7 - 9.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 1974

Bewaar het pand | 4 Pagina's

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 1974

Bewaar het pand | 4 Pagina's