Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MICHIEL CHRISTIAAN VOS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MICHIEL CHRISTIAAN VOS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op zekere dag ontving Vos van een oude leraar te Amsterdam het verzoek om voor hem een predikdienst waar te nemen. De hoge ouderdom belette hem dit langer te doen.

De oude predikant Tijken deed er nog een drangrede bij om te komen, want zo schreef hij: „Als je naar Amsterdam komt ben je steeds bij de hand". Van deze stad werden de zendelingen en leraars uitgezonden. Na veel strijd en worstelingen nam Vos dit aanbod aan en begon zijn dienstwerk de 28e Juli 1784. Bij het opstellen van zijn predikaties werd hij steeds afgeleid. Steeds moest hij denken aan de wrede behandeling die hem aangedaan was. De gedachten aan zijn jonge vrouw, zijn geliefd land en de blinde heidenen van Kaapstad hielden zijn gedachten voortdurend bezig. Hoe zou hij nu in zo n toestand kunnen prediken. Onder deze droeve omstandigheden beurde de achtenswaardige leraar Van der Feen hem op, en sprak met Vos uit zijn eigen ervaringen. Voor hem was dit als een beker koud water op zijn vermoeide ziel. Onder vele aanvechtingen van de vorst der duisternis aanvaardde Vos zijn werk. En ziet, zijn getrouwe Zender beschaamde hem niet. Wonderbaar zegende' de Heere zijn eenvoudig werk.

Hij kon wel uitroepen: „Hij zal Zijn werk voor mij volenden". Doch de aanvechtingen kwamen telkens terug. Neen, de strijd was hij niet te boven. De oude leraar Tijken had immers zijn dienstwerk aan Vos overgedragen.

Zo was het dan op een zekere Zondag dat hij weer moest voorgaan, toen de vader der leugenen plotseling op hem aanviel. Hij maakte Vos wijs dat heel de preek die hij gemaakt had onsamenhangend was. Wat moesten de mensen daar nu wei van denken. Als hij deze preek gedaan zou hebben, dan zou hij in het vervolg voor stoelen en banken moeten prediken. Hij moest evenwel voortmaken want de tijd brak aan dat hij naar de kerk moest gaan.

Veel liever had Vos de stadspoort uitgegaan en het prediken maar aan de kant gezet. Maar dat ging niet, en zo strompelde hij naar de kerk.

In de consistorie gekomen zijnde viel hij in een stoel, terwijl hij aldoor zuchtte en bad. Op dat ogenblik kwam de oude Tijken binnen. Vos smeekte of zijn Eerwaarde de beurt voor hem zou willen vervullen.

Graag wilde hij een vierde van zijn tractement er voor geven. Maar de oude leraar ging zonder wat te zeggen in de kerk zitten. Er zat niets anders voor hem op dan de preekstoel te beklimmen. Het angstzweet brak hem uit. De tekstwoorden waarover hij handelde waren uit Jesaja 46 : 16: „Ik zal de blinden leiden door een weg die zij niet gekend hebben". Nauwelijks in de consistorie teruggekeerd kwam de grijze leraar naar hem toe en gaf hem een bestraffing over zijn ongeloof. De oude man was zelf gesticht onder de predikatie. Toch was de vorst der duisternis maar bezig om hem van alles af te doen zien. Hij kreeg medelijden met zichzelf, dat hij ooit met dat werk begonnen was. En welke geroepen leraar heeft hier niet mee te kampen? Telkens willen ook zij het werk neerleggen als ze in zulke omstandigheden verkeren.

Zo was het ook bij Vos. De volgende dag kwam een vrouw onder een vloed van tranen Vos bedanken voor de predikatie van die Zondag. Veertien jaar, zo vertelde zij, was zij de wanhoop nabij geweest, en zie, nu had de Heere de banden gebroken en kon zij uitroepen: „Nu weet ik in Wie ik geloofd heb, ik ben verzekerd, dat mijn pand bij Jezus weggelegd is en voor mij bewaard wordt".

De Heere laat Zijn knechten niet eindeloos in het verdriet. Nu hoorde hij dat ook anderen onder het woord gesticht waren.

Op een andere tijd gebeurde het dat God krachtdadig een meisje onder zijn dienst bekeerde. Met vijandschap in haar hart was zij naar de kerk gekomen. Zij wilde ook Vos wel eens horen. Haar ouders hadden reeds alle hoop opgegeven, dat er ooit verbetering in haar leven zou komen. En nu behaagde het de Heere haar als een vuurbrand uit het vuur te rukken. Een pijl van Gods boog trof haar in het hart, en handenwringend riep zij uit: . „O, God! ik ga eeuwig verloren". Maar daar bleef het niet bij. De Heere werkte krachtig bij dit meisje door en zo werd zij spoedig verwaardigd Christus te leren kennen als haar Verlosser.

Zo arbeidde Vos enkele maanden te Amsterdam, totdat de Voorzienigheid Gods hem een andere plaats bezorgde.

In plaats dat hij een beroep kreeg van Kaapstad, ontving hij er één naar de gemeente van Woudenberg. Het beroep was zo eenparig, en door hem geheel niet gezocht, dat hij het niet durfde afslaan. Aan zijn vrouw schreef hij dat hij een beroep had aangenomen en verzocht haar dringend naar Nederland over te komen. Intussen ging Vos naar de classis van Amersfoort om daar peremtoir examen af te leggen. Alles had daar een gunstig verloop, zodat hij te Woudenberg tot zijn dienstwerk aldaar ingeleid werd door een oude studievriend. Ds. van Beuningen, die hier voor die tijd gestaan had. Hij bevestigde Vos met de woorden van Filip. 2 : 29: „Ontvangt hem dan in de Heere, met alle blijdschap en houdt de zulken in waarde".

Als tekstwoorden voor zijn intrede nam Vos Zacharia 6 : 15: „Die verre zijn zullen komen en zullen bouwen in de tempel des Heeren, en gijlieden zult weten dat de Heere der heirscharen mij tot u gezonden heeft. Dit zal geschieden indien gij vlijtiglijk zult horen naar de stem des Heeren Uws Gods".

Zo aanvaardde Vos dan zijn dienstwerk te Woudenberg, waar hem veel werk wachtte.

Krabbendijke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1956

De Saambinder | 4 Pagina's

MICHIEL CHRISTIAAN VOS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1956

De Saambinder | 4 Pagina's