Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huisbezoek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huisbezoek

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarschijnlijk zijn er maar weinig gezinnen waar er wordt uitgezien naar het huisbezoek. Voor de ambtsdragers is het ook een zeer verantwoordelijk werk. Zij hebben immers na te gaan of het gestrooide zaad is opgekomen. Bij het huisbezoek dient het primair te gaan om de zielsbelangen van de gezinsleden en de ambtsdragers hebben dan ook getrouw te handelen. Ds. G.H. Kersten zegt hiervan in "In het voetspoor der vaderen": In het huisbezoek hebben de ouderlingen niet te heersen over de staat des harten, doch met de gemeenteleden te spreken over hetgeen ter zaligheid gekend moet worden. Hun arbeid beperkt zich niet tot het vragen, of allen getrouw ter kerk komen, enz., maar zij hebben te ondervragen naar de vrucht van het Woord Gods. Spreken de bezochten van bevindingen, die op Gods Woord niet zijn gebouwd, b. v. van gezichten en dromen, dan is het de dure plicht der ouderlingen, er op te wijzen dat Christus moet gekend worden ter zaligheid; zij moeten de valse gronden ontdekken en het oprechte volk van God vertroosten en opbouwen in het geloof. In deze bijdrage willen we proberen enkele aspekten van het huisbezoek onder de aandacht te brengen.

Vroeger vond het huisbezoek plaats voor elke bediening van het Heilig Avondmaal. In onze gemeenten gebeurt het meestal eenmaal per jaar, hoewel er soms omstandigheden zijn dat het minder frekwent plaatsvindt. Nimmer mag het worden nagelaten. Een kerkenraad dient te weten wat er leeft in de gezinnen. Zijt naarstig om het aangezicht uwer schapen te kennen, zet uw hart op de kudden (Spr. 27 : 23). Eventuele uitwassen kunnen tijdens huisbezoek vroegtijdig onderkend worden.

Huisbezoek is er voor het gehele gezin, alle gezinsleden (op de allerkleinsten na) dienen aanwezig te zijn. De kerkenraad kondige hun komst vroegtijdig aan en houde zo veel mogelijk rekening met bijzondere omstandigheden zoals b.v. elders studerende kinderen. Anderzijds wordt verwacht dat het gezin zich schikt gezien de vele werkzaamheden van de ambtsdragers. Helaas komt het steeds vaker voor dat om een of andere onbetekenende reden de ambtsdragers niet ontvangen kunnen worden. Ik herinner mij een ouderling die de gewoonte had onaangekondigd op huisbezoek te komen. Hij kon niet altijd overal terecht, maar het voordeel van zijn handelwijze was dat hij het gezin aantrof in de dagelijkse situatie (b.v. spelende radio, ongepaste tijdschriften, rokende vrouwen, enz.), hetgeen niet zelden een geschikt aanknopingspunt was voor een vermanend woord. Bij huisbezoek 'op afspraak' is meestal het huis met bezemen gekeerd... Na de bekendmaking van het huisbezoek wordt in sommige gezinnen nogal eens de verzuchting geslaakt: 'als we die en die ouderling of diaken maar niet krijgen, want...'. Denkt u dat uw kinderen dan veel respekt voor de ambten krijgen?

Er zijn geen regels te geven hoe een huisbezoek exakt moet worden ingekleed. Elke ambtsdrager heeft zijn eigen stijl, maar ook elk gezin is anders qua samenstelling, leeftijd, opleiding, enz. Bovendien zijn er verschillende karakters waar een ambtsdrager rekening mee dient te houden. Bij elk huisbezoek dient naar de huiselijke omstandigheden (gezondheid, werkzaamheden, schoolvorderingen, kinderen, enz.) gevraagd te worden. Meestal wil het gesprek dan nog wel vlotten. De ambtsdragers hebben echter er op te letten dat dit gedeelte niet te lang duurt. Er moet een goed moment gevonden worden om tot het uiteindelijke doel van het huisbezoek over te gaan. Dit kan soms erg moeilijk zijn, daar sommige mensen zeer kundig zijn om het gesprek op een ander onderwerp te houden. Of na een halve zin van de ouderling wordt heel beleefd gevraagd: "U lust zeker nog wel een kopje koffie? " De ambtsdragers dienen ervoor te zorgen dat zij het initiatiefin handen houden.

Elk gezinslid, zowel ouders als kinderen, moet persoonlijk gevraagd worden hoe het met hen naar de ziel is gesteld. Als aanknopingspunt kan b.v. een pas beluisterde preek dienen. Dit dient tactvol, met bewogenheid en uit liefde te geschieden. De meesten leggen niet gemakkelijk hun zieleroerselen bloot, hoewel dit van streek tot streek verschillend is. Vaak is er schaamte voor de ambtsdragers en de huisgenoten om zich bloot te geven. Een ervaren ambtsdrager heeft soms aan een losse opmerking voldoende en kan op voorzichtige wijze proberen tot een gesprek te komen. Er dient voor gewaakt te worden om iemand haastelijk de handen op te leggen. Het is beter het te laten overwinteren omdat er nog zo veel dood

kan vriezen. Anderzijds, als er iets naar voren wordt gebracht, dat de toets van Gods Woord niet kan doorstaan, is het de phcht van de ambtsdragers hier in alle getrouwheid op te wijzen (zie het citaat van ds. Kersten). Met nadruk dient er op gewezen te worden dat de ambtsdragers zwijgplicht hebben, zodat hetgeen vertrouwelijk wordt medegedeeld niet op straat komt.

Het ’principiële' gedeelte van het huisbezoek is vaak het moeilijkst, zowel voor het gezin als voor de ambtsdragers. Het valt niet mee om het gesprek gaande te houden wanneer er alleen met ja of nee of met een pijnlijke stilte op het gestelde wordt gereageerd. Het is niet de bedoeling dat de ambtsdrager een monoloog, een soort preekje, houdt, of de eigen bekering vertelt. Afgezien van het feit of men het laatste altijd kan of dat het gepast is, is het gevaar van zelfverheffing niet ondenkbeeldig.

Gods Woord laten spreken is altijd de veiligste weg. Wanneer de ambtsdragers alleen zelf aan het woord zijn, heeft het gezin alleen maar te luisteren hoe goed de ouderling het wel niet zeggen kan en blijft men zelf buiten schot. Een huisbezoek wordt nogal eens als goed ervaren door een gezin wanneer men zelf niets behoefde te zeggen... Wanneer daartoe aanleiding is en een afwijking in leer of leven wordt geconstateerd, hebben de ambtsdragers in alle liefde te vermanen. Verzuim in dezen is altijd verkeerd. Vaak wordt het door het gezin bovendien niet begrepen waarom de betreffende ambtsdrager 'niets gezegd' heeft. Erger is echter dat men geen vrije consciëntie heeft.

Bij het huisbezoek mag ook onze (oudere) jeugd niet vergeten worden. Waar is men op zaterdagavond, met wie gaan ze om, wat horen/weten ze van de preek, raakt het hen nog wel eens? Vaak grijpt men bepaalde zaken uit het kerkelijk leven aan, om het eigen gedrag te rechtvaardigen. Met liefde en begrip moet onze jeugd aangesproken worden. Achter een stoere houding van onverschilligheid schuilt nogal eens een klein hartje. Wanneer ze vragen stellen waarop men niet direkt een antwoord weet, is het erg goedkoop om te reageren met: 'het zal er voor jou ook maar op aan komen...'

Huisbezoek is niet bedoeld om allerlei klachten tegen de ambtsdragers naar voren te brengen. Het komt voor dat men (vanwege allerlei frustraties) een gehele waslijst heeft verzameld om hiermee eens fijn de ambtsdragers om de oren te slaan, liefst in de aanwezigheid van de kinderen. Men vergeet dat dit (op termijn) geen positieve invloed heeft op de kinderen en dat men door deze handelwijze alleen zichzelf goed doet kennen. Wanneer er wat is, is het raadzaam dit voor het huisbezoek met de betreffende ambtsdrager(s) uit te praten. Er dient ook voor gewaakt te worden dat klachten over derden naar voren worden gebracht zonder dat het 'bestraf hem tussen u en hem alleen' (Matth. 18) is betracht.

Vanzelf kunnen er aan het eind van het huisbezoek vragen gesteld worden betreffende de algemene kerkelijke gang van zaken. Vaak ook kunnen kleine misverstanden eenvoudig uit de weg geruimd worden. Men dient zich te realiseren dat de ambtsdragers niet op alle vragen een antwoord mogen geven.

De ervaring van veel ambtsdragers is dat helaas in veel gezinnen zelfs de uitwendige kennis meer en meer gaat ontbreken. Men gaat ter kerk maar men begrijpt amper waar het over gaat. Bovendien is er weinig lust om de waarheid te onderzoeken. Soms blijkt dat zelfs ons eigen kerkelijk blad niet gelezen wordt. In veel, vooral jonge, gezinnen wordt zelden of nooit over de wezenlijke zaken gesproken. Wat zal, als de Heere het niet verhoedt, van de kinderen terecht komen? Laten we als ambtsdragers er niet boven gaan staan maar ons afvragen wat er van ons uitgaat? Hebben wij het land/de kerk behoudenis aangebracht? Hoe vaak zonderen wij ons af in het verborgene voor het zieleheil van de aan onze zorgen toebetrouwde zielen?

De meeste ambtsdragers zullen zich onbekwaam achten tot dit zwaarwichtige ambtelijke werk. In zichzelf zijn ze zwak van moed en klein van krachten. De ambtsdragers dienen eerst hun knieën te buigen en te vragen om licht en de leiding van Boven. Tussen haakjes, hoe wordt in het gezin het huisbezoek 'voorbereid'? Veelal gaan de ambtsdragers leeg op pad onder biddend opzien of de Heere ook ditmaal nog zou willen helpen.

Wanneer huisbezoek routine dreigt te worden, hebben we ons nauw te onderzoeken. Wanneer na twee of drie bezoeken de ambtsdrager 's avonds thuis komt, zal hij moeten erkennen er met veel schuld onderuit te komen. Hier te veel, daar te weinig gezegd. Hebben we echt vanavond het heil van de zielen en Gods eer op het oog gehad? Nooit zal ik een oude ouderling vergeten, die nu reeds is afgelost van zijn post en vergrijsd was in de dienst des Heeren. Hij vertrouwde me toe, nadat hij in veel gezinnen tijdens huisbezoek had moeten vermanen (en dat niet alleen dat jaar), dat alles zijn eigen schuld was. Ik heb niet genoeg op de wacht gestaan..., zo zei hij.

Wat zou het verheugend zijn, wanneer er in deze donkere, geesteloze tijd waarin we leven, tijdens het huisbezoek nog iets van het ware. Goddelijke werk bespeurd zou mogen worden. Bovendien mocht de Heere onze gemeenten, naast predikanten (!), ook door Hem bekeerde en geroepen ouderlingen en diakenen geven, om door Hem bekwaam gemaakt, het goede voor de gemeenten te zoeken.

Voelen we de nood in dezen nog wel?

V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 1996

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Huisbezoek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 1996

De Wachter Sions | 8 Pagina's