Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tot getuigen geroepen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tot getuigen geroepen?

Tweede bondsdaglezing

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sommige mensen gaan met vakantie naar Griekenland. Ze zullen niet nalaten Athene te bezoeken. Vanzelfsprekend beklimmen ze de Akropolis. Ook zullen ze zich de plaats laten wijzen waar de Areopagus was. Waar Paulus eens zo vrijmoedig sprak over de Schepper van hemel en aarde en over Zijn Zoon jezus Christus, Die ieder eens oordelen zal. Onder de mensen, die nu Athene bezoeken, zijn ook christenen. Tenminste... wie is een christen? Misschien ben jij er wel geweest? Was je er echt als christen? Komen de mensen, die zich christen noemen, er echt als christenen? Is er iets in hun hart van wat er in het hart van Paulus was? Wat niet verborgen blijft?

In gedachten zie ik Paulus door de straten van Athene lopen. De stad was veel mooier dan nu. De Romeinen hadden weliswaar de muren verwoest, maar het was nog een prachtige stad, omgeven door wijn-en olijfgaarden. In de stad vond men tempels voor alle denkbare goden en godinnen. Niet minder dan drieduizend marmeren, gouden en zilveren beelden van goden, godinnen en helden versierden de stad. De tempel van de godin Athene, met haar groot koperen beeld schitterde boven alles uit op een hoge berg. Overal stonden altaren waarop men een offer kon plengen. Zelfs de stoeppalen in de stad hadden godenhoofden tot kop.

Een bloeiende stad?

Godsdienst en afgoderij was er allerwegen. Maar waar vond men barmhartigheid? Er waren vier maal zoveel slaven als vrijen!

Men las op marmeren platen, op de hoeken der straten in gouden letters de spreuken der wijzen: van Solon, Socrates en Plato. Maar al bloeide hier de letterkunde, de beeldhouwkunst, de schilderkunst, de architectuur en de wijsbegeerte, het stond alles in dienst van de afgoden. En wie de mythologie kent, weet dat het zedelijk leven in de godenwereld op laag niveau stond.

Een wijsgeer zei, dat de mensen wel alle schaamte over het kwaad verloren moesten hebben, als ze in zulke goden geloofden.

Er was echter ook verval in de wijsbegeerte. Ze was verworden tot een weetgierigheid en nieuwsgierigheid. Er waren 360 praathuizen in de stad Athene.

Achter de schone schijn van de fijne Griekse beschaving ging een leven schuil met afschuwelijke ondeugden, wellusten en zwelgerij.

Paulus

Hoe liep Paulus nu door deze stad? Liep hij er te genieten van al dat moois? Die indrukwekkende gebouwen, die prachtige beeldhouwwerken? Die imponerende tempels? Die

altaren op de hoeken van de straten? Viel hij van de ene verbazing in de andere vanwege de kundige architectuur en de pracht van deze hoofdstad van Griekenland? Alles verkeerde immers in goed onderhouden staat en was vele malen mooier dan de restanten die men er nu van gaat bewonderen.

Maar nee, Paulus was er niet blij en opgetogen. Hij was er verdrietig en aangeslagen van. In de Bijbel lezen we, dat zijn geest in hem ontstoken werd, ziende dat de stad zozeer afgodisch was.

God ontsteekt Paulus' geest en de Heilige Geest drijft hem tot getuigen.

Met diep medelijden en met grote droefheid zoekt hij gelegenheid om met de inwoners van de stad te spreken. We lezen: Hij handelde dan in de synagoge met de joden, en met degenen, die godsdienstig waren, en op de markt alle dagen met degenen, die hem voorkwamen.

Dorst naar de wereld

Hij gaat naar een synagoge en bespeurt er de hellenistische invloeden.

Hij spreekt met godsdienstige mensen, jodengenoten, en bemerkt langs welke weg de wereld in de kerk komt. Iedere dag gaat hij naar de markt, niet om er te kopen, maar om te verkopen, zonder prijs en zonder geld. Maar waar vindt hij dorstenden naar God? leder dorst naar de wereld!

Wel ontmoet hij er wijsgeren. En sommigen van de Epikureïsche en Stoïsche wijsgeren streden met hem; en sommigen zeiden: wat wil toch deze klapper zeggen? Maar anderen zeiden: hij schijnt een verkondiger te zijn van vreemde goden; omdat hij hun jezus en de opstanding verkondigde.

Ze zijn - zoals overal in de wijsbegeerte en in de godsdienst - in twee groepen te verdelen. De ene groep jaagt de ongerechtigheid na de andere zoekt de eigengerechtigheid. De laatste groep is wat ingetogener. Ze zijn streng en willen leven zonder lach en zonder traan. Ze willen in alles gelijkmoedig zijn, evenwichtig in hun gevoelens.

De Areopagus

Paulus spreekt de wijsgeren aan. Ze brengen hem naar de Areopagus waar het hooggerechtshof voor deze zaken is. Daar mag hij spreken en zal zijn leer officieel beoordeeld worden. Kunnen wij niet weten, welke deze nieuwe leer zij, daar gij van spreekt? Want gij brengt enige vreemde dingen voor onze oren; wij willen dan weten, wat toch dit zijn wil.

Zal dit Paulus' dood niet worden? Als de joden hem zo vervolgd hebben, zullen dan nu deze heidenen hem niet ombrengen? Ze hadden zelf Socrates de gifbeker laten drinken... Paulus krijgt het woord en voor aandachtig gehoor geeft hij zijn getuigenis.

Getuigen

Gij zult Mijn getuigen zijn, had de Heere jezus gezegd tegen Zijn discipelen en deze roeping heeft Paulus ook verstaan.

Hij geeft zijn getuigenis een weloverwogen vorm, leerzaam voor ieder die geroepen wordt tot getuigen. Hij begint met aan te sluiten bij de kennis en leefwereld van zijn hoorders. Daarbij pakt hij hen, met een schijnbaar compliment. Gij mannen van Athene! ik bemerkte, dat gij alleszins gelijk als godsdienstiger zijt. Want de stad doorgaande, en aanschouwende uw heiligdommen, heb ik ook een altaar gevonden, op hetwelk een opschrift stond: DE ONBEKENDE GOD, Deze dan, Dien gij niet kennende dient, verkondig ik ulieden.

Hij spreekt over hun overgodsdienstigheid, hun bijzonder ontzag voor de wereld der geesten. Hij verwijst daarbij naar de tempels, altaren en beelden die hij gezien heeft.

Dan opeens krijgt zijn betoog een wending en tracht hij hen met list te vangen. Hij heeft een altaar gezien, waarop men offert aan de onbekende God. Hun kennis toont toch nog gebreken. Paulus vindt hier een opening om zijn breekijzer in te zetten en heel het gebouw van hun syncretistische godsdienst omver te halen. Hij spreekt over De God, Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is; Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde, woont niet in tempelen met handen gemaakt; En wordt ook van mensenhanden niet gediend, als iets behoevende, alzo Hij Zelf allen het leven en de adem, en alle dingen geeft... God dan, de tijden der onwetendheid overzien hebbende, verkondigt nu alle mensen alom, dat zij

zich bekeren. Daarom dat Hij een dag gesteld heeft, op welken Hij de aardbodem rechtvaardiglijk zal oordelen, door een Man, Die Hij daartoe geordineerd heeft, verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden opgewekt heeft.

Paulus gaat die God verkondigen en spreekt dan over de Schepper van hemel en aarde, Die niet in een tempel geplaatst kan worden of door ons mensen gediend kan worden alsof Hij ons nodig heeft. Uw heerlijkste tempel is te gering voor die God, Die ook uw offers niet behoeft. Hij zelf heeft een Offer gegeven in Zijn Zoon! Wij hebben Hem nodig. In korte trekken verhaalt de apostel de aanwezige Grieken Gods eeuwig voornemen omtrent ons mensen en onze plicht de eeuwige God te zoeken.

Hij wijst aan hoe God ons nabij is in de onderhouding van ons leven.

Toch leven de mensen van Hem weg in hun eigenwillige godsdienst. God heeft het tot nu toe voorbijgezien en nog niet gestraft. Bekering is noodzakelijk en die wordt hun gepredikt. Paulus besluit zijn korte en heldere betoog met de prediking van het oordeel. Christus, de Zaligmaker, Dre uit de doden opgewekt is, zal op de oordeelsdag ieder mens oordelen.

De reactie

De reactie op dit getuigenis is verschillend. Als zij nu van de opstanding der doden hoorden, spotten sommigen daarmede; en sommigen zeiden: wij zullen u wederom hiervan horen. Er zijn er die spottend weglopen. Er zijn er die er later meer van willen horen, maar hun bekering uitstellen. Er zijn er ook die tot geloof komen: Dionysius, een van de raadsheren, die Paulus moesten beoordelen en een vrouw: Damaris.

God doet Zijn Woord niet ledig wederkeren. Het doet wat Hem behaagt en is voorspoedig in hetgeen, waartoe Hij het zendt.

Maar nu wij

Hoe gaan wij straks met vakantie? Paulus ging overigens niet op vakantie, maar was in Athene op zendingsreis.

Visitatoren van ons zendingsdeputaatschap wordt bij hun vertrek ook wel eens een prettige vakantie toegewenst, door mensen die niet weten hoezeer hun tijd gevuld is met opgedragen werkzaamheden op de zendingsvelden.

Vakantie betekent eigenlijk: lege tijd. Leeg moet onze tijd nooit zijn. Als je niet naar school moet, enkele weken niet behoeft te werken, geef dan die tijd, die we wel vakantie noemen, toch maar een goede vulling.

Of je thuis blijft of op reis gaat, je tijd blijft een gave van God waarvan je eens rekenschap moet geven.

Sommigen geven hun tijd voor een vakantiebijbelweek, voor evangelisatie. De meesten van ons zullen toch ook wel op reis gaan en allerlei plaatsen bezoeken. Zoek in je vakantie een nuttige tijdsbesteding, zoals God het wil.

Als we op reis gaan, bezoeken we verschillende plaatsen, dichtbij of ver weg.

Hoe bezoeken wij plaatsen waar vroeger de afgoden gediend werden, zoals Athene, of plaatsen waar het misschien nog wel gebeurt, zoals oude roomse kerken?

Kunnen we het allemaal onbewogen aanzien? Of wellicht met bewondering voor oudheid, architectuur, schoonheid, enzovoort?

Of komen we nog op andere plaatsen waar de afgoden vroeger niet gediend werden, maar waar ze nu gediend worden! Waar sport en spel alles domineren en de mensen die het daarin ver gebracht hebben, als goden vereerd worden. Of gaan we naar plaatsen waar de wereld zich amuseert en waar wij God vergeten en meedoen...? Dan hebben we een ander hart als Paulus!!!

Zo zouden wij moeten spreken

Hebben wij wel een hart als Paulus? Een ontstoken geest? Een vernieuwd hart, dat de droefheid naar God kent over de zonde, door de liefde tot Hem door Christus? Zie je de mensen in je omgeving en de weg waarop ze gaan, het doel waarvoor ze leven? Spreek je wel eens iemand aan met de vraag: waar komt u vandaan en waar gaat u naar toe? En dan met de gedachte aan ons aller herkomst en ons aller eindpunt van de levensreis: het oordeel?

Bedenk wat Paulus kortweg aan de orde stelde en leer ervan: aansluitend bij de leefwereld van hen tot

wie hij sprak om hen met list te vangen.

Hij sprak over de Schepper van hemel en aarde Die wij behoren te dienen en te zoeken. Hij sprak over Gods zorg voor ons in de onderhouding van het leven, de religieuze aard van ieder mens, ingeschapen godskennis, de eigenwillige godsdienst en over de onbekende God, hoe we God behoren te dienen, hoewel Hij ons niet nodig heeft.

Bekering is noodzakelijk en die wordt hun gepredikt. Hij sprak over het oordeel, over Christus, Die uit de doden opgewekt is en ieder mens zal oordelen.

Zo zouden wij ook moeten spreken! Zo zouden wij de wereld met geestelijke ogen moeten zien en de mensen die voorthollen op hun weg naar het oordeel... Wat laten we onze medemensen gemakkelijk verloren gaan... Bloed wordt van onze hand geëist.

Kunnen wij getuigen zijn?

Getuigen in een rechtzaak - en daar komt het woord eigenlijk vandaan - houdt in: verslag geven van watje persoonlijk hebt gehoord of gezien. De waarheid moet gesproken worden. Daarvoor wordt een getuige wel onder ede gesteld.

Je wordt niet allereerst tot getuigen geroepen. Je wordt eerst tot bekering geroepen. De zaken die je anderen voorhoudt, moet je zelf kennen! je hart moet eerst doorstoken worden, voordat je geest ontstoken kan zijn als die van Paulus!

Dit hebben de Pinksterlingen ervaren: verslagen in het hart, "doorboord" (betekent sterven!). Om te leven in een nieuw leven, waarin Christus onmisbaar en dierbaar wordt.

Dit heeft Paulus zelf ook ervaren als een "ontijdig geborene".

Wie dit wil overslaan, gaat getuigen van Iemand, Die hij niet kent! Hij zal van zichzelf gaan spreken, terwijl hij zichzelf overigens ook niet goed kent. Hij zal goed van zichzelf gaan spreken en roemen in zijn grote geloof, dat overigens die naam niet verdient. Zo lopen er al veel getuigen rond tot en met de zogenaamde Jehova's Getuigen toe.

Een ontstoken geest

Moet je dan je mond maar houden? Moet je anderen verloren laten gaan? Je zegt: ik ben onbekeerd. Laat het je nood zijn! Bid om vrijmoedigheid, allereerst om zelf God te zoeken. Vergeet jezelf niet! Is daar ook vrijmoedigheid voor nodig? ja! Om zonden, eigen dwaasheid en schuld te belijden, je hebt een Zaligmaker nodig, Die je moet leren kennen als je Leidsman, je Borg en Middelaar, je Koning, om van Hem te leren getuigen.

Als je de nood van je ziel voelt, kun je al niet meer zwijgen bij anderen, thuis, op school, op werk. Bedenk dat het thema van vandaag ook belofte is: Gij zult Mijn getuigen zijn. Getuigen heeft ook het martelaarschap in zich.

Van het Griekse woord - martureoo - is ook het woord martelaar afgeleid. Terwijl anderen o zo gemakkelijk genieten van mensen die spelende verloren gaan in sport, spel en amusement, ga jij dan zien dat ze op de brede weg voorthollen, je kunt er niet meer van genieten - van die popmuziek, van dat voetbalspel - waarvan je gaat zien dat er afgoderij mee bedreven wordt.

Je geest, je hart wordt ontstoken door God de Heilige Geest, vanwege de afgoderij, je moet dan spreken, anders zouden de stenen het doen... Er zullen er spottende weglopen. Daarmee zul je iets van het martelaarschap ervaren. Het is nog maar weinig vergeleken bij het lijden van anderen.

Er zijn er die hun bekering uitstellen. God zal er ook in het hart grijpen tot eeuwig behoud.

Ik wens je toe een geest, die door God ontstoken wordt.

Vlaardingen

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1996

Daniel | 32 Pagina's

Tot getuigen geroepen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1996

Daniel | 32 Pagina's