Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

COLUMN: NIET UIT HET HOOFD, MAAR VOORGESTOOFD…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

COLUMN: NIET UIT HET HOOFD, MAAR VOORGESTOOFD…

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen op een conferentie, enkele jaren geleden, over de prediking werd gesproken, werd in de lunchpauze een schriftelijke vraag aangereikt, die als volgt luidde:

“Moet het niet als een stuk verarming worden gezien dat veel preken vandaag het karakter van getuigende en overtuigende verkondiging missen en méér lijken op de voorlezing van een notariële acte, terwijl gebeden door veel predikanten van tevoren op papier zijn gezet en door dunne oogspleetjes worden voorgelezen?”

Dat gebeden in de samenkomsten van de gemeente soms worden voorgelezen en niet meer spontaan worden opgezonden vond de vraagsteller kennelijk een verarming.

Een vóórbedacht gebed op papier was vroeger een zeldzaamheid.

Dominees van gereformeerde origine beschikten over wat wel “gebedsgaven” werden genoemd.

Wat een predikant op dit punt “in huis had”, vormde in de beoordeling van zijn geschiktheid voor eventuele beroeping een niet onbelangrijke factor.

Toen jaren geleden de gemeente waartoe ik behoor vacant was en we ter vervulling van de vacature over een beoogde kandidaat-predikant een informeel gesprek met één van zijn kerkenraadsleden hadden, merkte deze op: “Zijn preken zijn over het algemeen niet sterk, maar hij heeft wel geweldige gebedsgaven”.

Daaronder werd dan verstaan het vermogen om met monumentale woorden, vloeiend en indringend, een gebed uit te spreken.

Kon men dat niet, dan gold die verbale onbeholpenheid bij veel mensen als een bewijs van geestelijke armoede.

Vorm en inhoud van het gebed bevatten vroeger voor veel kerkgangers al een indicatie voor de kwaliteit van de preek.

In veel gebeden zat zelfs al een korte samenvatting van de preek.

Het gebed werd weliswaar tegenover de Here God uitgesproken maar in werkelijkheid waren de woorden aan de luisterende en meebiddende gemeente geadresseerd.

Zelfs de lengte van gebeden vormde een beoordelingscriterium.

In korte gebeden werd ook gauw een symptoom van geestelijke armoede gezien.

“Kort van duur, met weinig vuur, niet uit het hoofd, maar vóórgestoofd”, zo wordt ook nu nog wel over gebeden, die van papier worden uitgesproken, geoordeeld. Onterecht.

Waarde en betekenis van het gebed worden allereerst bepaald door de intentie van degene die in de samenkomst de lof, de aanbidding en de verlangens van de gemeente verwoordt.

Bepalend is dat het gebed, vóórbedacht of spontaan uit het hart opkomend, gekenmerkt wordt door afstandelijke eerbied, gepaste vrijmoedigheid en door het besef bij de voorganger dat hij, van de gemeente uit naar God toe, de mond mag zijn waardoor kleine en nietige mensen aan de God van hemel en aarde kenbaar maken wat in hun hart leeft.

Vóórbedachte gebeden kunnen formalistisch zijn, zonder geest en ziel.

Maar ze geven soms ook blijk van de zorgvuldigheid waarmee de nadering tot God in de samenkomst van de gemeente omgeven dient te zijn.

Lengte en welsprekendheid zijn hier volstrekt secundair.

En gezwollenheid dient taboe te zijn.

Geen omhaal van woorden, was het consigne van de Here Jezus.

En in een joodse spreuk heet het “dat God niet luistert naar gebeden die met verheffing van stem worden uitgesproken”.

Voorts: als het goed is worden in de samenkomsten van de gemeente gebeden niet beluisterd en beoordeeld maar echt meegebeden.

Wie in die samenkomsten eerbied en stilte tijdens het bidden wel eens meet, heeft soms het gevoel dat van heilige aandacht en eerbied, laat staan van echt meebidden, lang niet altijd sprake is.

En stelt u zich tijdens een gebed maar eens terzijde op in een brede kerkelijke vergadering.

Ook dan kan men soms heel opmerkelijke dingen waarnemen.

Wie sprak er over verarming…?

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1997

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

COLUMN: NIET UIT HET HOOFD, MAAR VOORGESTOOFD…

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1997

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's