Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zending onder de Papoea's

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending onder de Papoea's

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op welke wijze werkte Tanamal ?

Op het eiland Koeroedoe, waar Tanamal nu ging arbeiden, lagen twee dorpen van behoorlijke afmeting: Kaipoeri in het zuiden en Koeroedoe in het noorden. De afstand tussen die dorpen was ongeveer vijf kwartier lopen. De bewoners waren van verschillende oorsprong; die van Kaipoeri kwamen oorspronkelijk van Biak en die van Koeroedoe meest van het eiland zelf. Voortdurend was er ruzie tussen die volksgroepen. De goeroe kwam er in April 1928 en in 1936 was er nog een soort oorlogstoestand. We kunnen wel begrijpen, dat Tanamal er werk in overvloed had. Al spoedig moest hij als scheidsrechter optreden. Er kwam nog bii, dat de bewoners ook daar verslaafd waren aan de sagoeweer (palmwijn), zodat er vaak ruzies en vechtpartijen plaats hadden. Bovendien werden afgoden en zielebeelden aangebeden en werden gestorvenen aangeroepen. Het was voor de goeroe een moeilijk beginnen. Hoe moest alles in de goede zin veranderd worden ? Als het gelukte iets anders voor die gebruiken in de plaats t.e stellen, dan was ei' al een heleboel gewonnen.

Het eerste werk was, de mensen er aan te gewennen om de dag met God te beginnen. Hiertoe kwamen de inboorlingen samen in het goeroehuis, later onder een soort afdak, totdat er een gebouwtje verrees. Op Zondag kwamen ze bijeen in de school, die dan als kerk dienst moest doen. Na de kerkdienst werd catechisatie gehouden. Dan was het de geschiktste gelegenheid, want in de week kwam daar niets van. De mensen hadden het veel te druk met vissen, werken in de tuinen of in de sagoemoerassen. Op school begon Tanamal elke dag met een verhaal uit de Bijbel en zo raakten ze bekend met Gods Woord. Na de catechisatie op Zondag volgde steeds nog Zondagsschool met de kinderen, die de goeroe ook op school had.

Tanamal trachtte ook met grote ernst de mensen te wijzen op de waarde van het gebed. Hij zei. „Het gebed is als een wapen. Wanneer wij, Christenen, niet bidden, vallen we ten prooi aan de verleidingen van de boze." Eens vroeg iemand: „Waarom is het niet genoeg, wanneer we één keer bidden, waarom moet dat telkens weer? "

Heel kinderlijk antwoordde de goeroe. „Toen jullie nog klein waren en je wilde iets hebben van je ouders, en als deze dan niet dadelijk gaven wat je vroeg, herhaalden jullie dan je verzoek of niet? "

„Ik moest verschillende malen vragen voor ik kreeg waarom ik vroeg, " was het antwoord.

„Juist, " sprak Tanamal, „welnu, God is onze Vader, meer nog dan een aardse vader dat is. En daarom moeten we blijven vragen, als we dat maar doen met een oprecht hart, met geloof, dan zullen we het óók ontvangen. Daarom moeten we elke dag bidden. En luister dan nog eens naar dit beeld: Elke dag opnieuw moeten we voor voedsel zorgen, opdat ons lichaam sterk zal blijven. Wanneer we niet zouden eten, elke dag opnieuw, zouden we niet kunnen leven. Welnu, zo is het ook met het gebed. Het gebed is een geestelijk voedsel, dat onze geest versterkt en daardoor kunnen we alles doen wat nodig is, zowel voor ons lichamelijk als voor ons geestelijk welzijn."

Een andere vraag was: „Waarom moeten we de handen vouwen en de ogen sluiten bij het gebed? " Hierop gaf de goeroe het volgende antwoord: „Wij Christenen bidden en staan dan voor God. Dan sluiten we onze ogen en vouwen onze handen, opdat we niets anders zien en niets anders kunnen vasthouden, dat ons kan afleiden van datgene wat we van God vragen; ons hart moet rustig zijn en geheel en alleen op God gericht."

Op zo'n manier moest Tanamal wel te werk gaan. We moeten bedenken, dat de toehoorders nog maar een korte tijd met het Evangelie in aanraking" waren geweest.

Later, toen er al ouderlingen en diakenen waren, had de goeroe de gewoonte om elke Zaterdagavond deze mensen bijeen te roepen tot een voorbereiding op de Zondag. Dan werd er alvast in 't kort besproken, wat de volgende dag verhandeld zou worden. Dat was wel nodig, als we bedenken, dat de goeroe eerst in het Maleis preekte en dat een ouderling het gesprokene dan in de landstaal moest overbrengen.

Iedere Zondagavond was er tenslotte nog een bijeenkomst met de schoolkinderen die al konden lezen. Dan werd uit de Bijbel gelezen en nadien gezongen. Wat had dat zingen een voeten in de aarde! De kinderen, hadden hun eigen melodieën, die in hun gehoor lagen, en daardoor duurde het geruime tijd, eer het zingen behoorlijk ging.

In Januari 1930 moest Tanamal het eiland weer verlaten, omdat hij benoemd werd tot waarnemend zendeling voor Jappen en Waropen. Zendeling Bout was namelijk met verlof naar Holland en nu moest de goeroe zendeling De Neef bijstaan. Zo kwam hij weer te wonen op het eiland Jappen in de plaats Seroei. Het was een zware taak, die de twee mannen te doen hadden; in hoofdzaak bestond het in het maken van reizen langs alle posten. Alle Christengemeenten moesten bezocht en onderzoek moest gedaan naar doop en belijdenis. Verder moesten de scholen geïnspecteerd worden; het leven van de gemeente en de verhouding tot de goeroe werden nagegaan; de collecten ontvangen en de salarissen uitbetaald; dorpen bezocht waar nog geen goeroe was, en nog vele andere dingen meex'. Van alles moest uitvoerig rapport samengesteld, dus wisten de mannen heus wel wat ze te doen hadden.

Het werk was dus veel en zwaar, maar toch deden de mannen het met groot genoegen en een opgeruimd hart. Ze zagen namelijk, tot hun grote blijdschap, de vooruitgang van het Evangelie. Het werk bloeide aan alle kanten op. In de grote dorpen vroeg men om een goeroe en in de kleinere plaatsen om een evangelist of mester (een ongeschoolde kracht). Ambon was nog steeds de leverancier van arbeidskrachten, maar sedert 1918 was er een school opgericht om de eigen zonen des lands op te leiden, zodat in 1930 de eerste Jappense leerlingen al konden ingeschakeld. Drie jaren later was het eiland Jappen bezet met voldoende arbeidskrachten.

In 1934 werd Tanamal weer gewoon goeroe, toen zendeling Slump op Jappen kwam. Hij ging weer terug naar Koeroedoe, het eiland, dat hij had verlaten toen hij waarnemend zendeling werd. Een goed jaar later werd nu aan de bouw begonnen van een permanente kerk. De gemeente deed wat ze maar doen kon: de mannen gingen de bossen in om hout te halen en alles wat werken kon werkte aan het nieuwe gebouw. Het werd een kerkje van twintig meter lengte, tien meter breedte en met een hoogte van vier meter. Door zendeling Slump werd het in gebruik genomen in November 1937. Bij deze gelegenheid ontving Tanamal van Z.Exc. de Gouverneur-Generaal de bronzen ster van verdienste, als waardering voor het vele werk in deze omgeving verricht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1953

Daniel | 8 Pagina's

Zending onder de Papoea's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1953

Daniel | 8 Pagina's