Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beamen en beleven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beamen en beleven

Kennis van de Bijbel is niet voldoende

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

" Gemeente, bent u een dader des Woords of alleen nog maar een hoorder? " Deze vraag stelde een dominee in zijn preek aan de jongeren en ouderen die onder zijn gehoor zaten. Stel dat jij in die kerkdienst aanwezig was. Wat zou dan jouw antwoord zijn geweest? Blijkbaar zitten er tweeërlei mensen in de kerk. Daders en hoorders van het Woord. Jacobus schrijft er in zijn zendbrief over. Ook de Heere Jezus spreekt over mensen die alleen het Woord horen en anderen die het vers taan. Denkend aan de titel zou ik je kunnen vragen: hoe sta jij tegenover het Woord. Beaam je de prediking alleen nog maar of mag je, door genade, zeggen dat de boodschap van het Woord een plaats in je hart heeft gekregen?

Wat bedoelen we met 'beamen'? Als we het woordenboek raadplegen zien we dat dit woord wijst op 'instemmen met of bevestigen'. Als je iemands woorden beaamt, ben je het met die persoon eens. Je stemt met zijn of haar woorden in. We gebruiken dus beamen in het dagelijkse leven als we iets voor waar aannemen en er mee instemmen. We nemen ergens kennis van en accepteren dat. Dat gebeurt op school, in de maatschappij, maar ook op de vereniging, de catechisatie en in de kerk. We luisteren naar de preek, stemmen met haar in, accepteren haar als de boodschap van de Heere tot ons, maar gaan daarna weer over tot de orde van de dag. Is het zó nog in jouw leven? Wat erg, want dan ben je nog slechts een hoorder des Woords, maar geen dader. Dan hóór je wel de boodschap, je beaamt het alles, je accepteert haar als de boodschap van God in je leven, maar ze doet je verder niets. De boodschap raakt je niet innerlijk. Maarzo kan het niet doorgaan.

Denk eens aan de gelijkenis van de wijze en dwaze bouwer, die Christus uitsprak als de toepassing op de Bergrede. Wie alleen het Woord hoort, vergelijkt de Heere met een dwaze bouwer die zijn levenshuis op het zand bouwt. Zo'n huis zonder fundament biedt geen veiligheid. Als de storm komt en de regen spoelt het zand onder het huis weg stort het niet lang daarna in. Ook op veel andere plaatsen lezen we van deze verschrikkelijke mogelijkheid. Ik schrijf met opzet: verschrikkelijke mogelijkheid, want als je alleen maar een hoorder blijft en geen dader des Woords wordt, ga je verloren. Wie hoorder blijft, heeft de boodschap gehoord, er mee ingestemd en geaccepteerd als het Woord van God, maar is er niet door veranderd, vernieuwd. Aangrijpend om met een gedoopt voorhoofd verloren te gaan. Uit liefde tot de zielen van mensen waarschuwde de Heere Jezus Zijn volksgenoten die met de Woorden Gods vertrouwd waren voor het gevaar van de eeuwige duisternis, de eeuwige verlorenheid. Diezelfde gestalte heeft ook de rechte evangeliedienaar. Gods knechten zeggen het Paulus wel eens na: Wij bidden u van Christus' wege, laat u met God verzoenen. Als jouw dominee je ernstig wijst op de noodzaak van bekeringen het geloof in Christus, omdat anders de eeuwige nachtje wacht, is dat geen hardheid, maar liefde. Hoe nodig is het dat we het Woord beleven, dat we het met het hart gaan verstaan.

Verstandelijke kennis

Maar als er zo veel nadruk gelegd wordt op de doorleving van de zaken die in de prediking aan de orde komen, anders gezegd, als de noodzaak wordt aangewezen om een dader des Woords te zijn, heeft dan verstandelijke kennis van de Bijbel wel zin?

Door opvoeding en onderwijs, thuis, op school en in de kerk krijg je kennis van de Bijbel. Maar wat heb je aan al deze kennis als ze toch niet zalig maakt? Schuilt in het benadrukken van het verstaan, de doorleving van de Schrift niet een gevaar dat de beleving van de zondaar boven de Schrift komt te staan? En onder beleving, ook wel met het woord bevinding aangeduid, versta ik dan het geheel van de geestelijke ervaringen die Gods kinderen ondervinden, wanneer de Heilige Geest de weldaden door Christus verworven, aan de ziel toepast.

Er zijn jongeren en ouderen die op grond van de tekst dat de letter doodt en de Geest levend maakt, de opvatting huldigen dat kennis van de Bijbel, met name de dogmatiek maar overbodige ballast is. Toch dacht Calvijn er anders over. Hij schreef: " Het is noodzakelijk door onderricht de kinderen te brengen tot de belijdenis des geloofs om het volk in de zuiverheid der leer te bewaren en opdat men de evangelische onderwijzing en leer niet late verloren gaan, maar dat de inhoud daarvan naarstig worde vastgehouden en overgegeven van hand tot hand en van vader op zoon."

Maar de reformatoren, Calvijn, Luther en Zwingli waren niet tevreden met verstandelijke kennis alléén. Kennis is nuttig en nodig, maarniet genoeg! Zij benadrukten, net als in later tijd de predikanten van de Nadere Reformatie de persoonlijke doorleving van de waarheid Gods. Het heil moet niet alleen met het verstand, maar bovenal met het hart verstaan worden en van daaruit in het leven gestalte krijgen. Uit liefde tot Christus en de zaligheid van de naaste wijzen zij op de noodzaak van kennis waarbij het hart, ja de hele mens betrokken is. We kunnen veel weten over de in-en uitwendige roeping, de rechtvaardigmaking en hoe deze plaatsvindt in het hart van de goddeloze, het leven der genade in de heiligmaking, over de Persoon en het werk van Christus, maar nodig is de doorleving van deze zaken. Nicodemushad grote kennis van de wet en hoe de Heere gediend moest worden. Maar Christus

wijst hem in het gesprek op de twee voornaamste zaken van de ware godsdienst: de wedergeboorte en het geloof in de Zoon van God.

Geen tegenstelling

Toch wijst de titel Beamen en beleven niet alleen op een tegenstelling. Heeft niet het woordje beamen alles te maken heeft met 'amen'? Een woordje dat we allemaal kennen. Het was zelfs een van de eerste woordjes die je als baby leerde. Zoals jij nu misschien je kleine broertje of zusje het kindergebedje voorzegt, waarna de kleine amen moet zeggen, zo is het waarschijnlijk met jou ook gegaan. Toch lezen we in de Bijbel dat amen een veel diepere betekenis heeft. Als de Heere Jezus zegt: Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, dan bedoelt Hij daarmee te zeggen: 'Wat Ik nu ga zeggen, is waar en zeker. Mijn woorden zijn waar en getrouw. Je kunt er op aan. Het niet achten van Mijn woorden kan slechts tot eeuwige schade zijn'. Wij moeten het Woord gaan beamen, voor 'waar en zeker' gaan houden. En wanneer wij zó het Woord ontvangen, blijft het niet zonder gevolgen. Dan gaan wij ook beléven. We worden een dader des Woords. Beamen en beleven liggen op deze wijze in eikaars verlengde.

Daar is het werk van de Heilige Geest voor nodig. Hij opent ons hart en verlicht ons verstand. Hij maakt levend en schenkt geloof. Daarom wordt de Heilige Geest ook de Geest der levendmaking en des geloofs genoemd.

Beleving en geloof

Het is duidelijk dat de rechte beleving, dus ook wel bevinding genoemd, nauw met het ware geloof samenhangt. Zonder geloof kan zelfs van ware bevinding geen sprake zijn. Het ware geloof is een levend en beamend geloof. Een geloof dat geen bevinding kent, is een dood geloof. De Heilige Geest werkt dit geloof door de verkondiging van het heilig Evangelie en sterkt het door het gebruik van de sacramenten. Het leven des geloofs brengt bevinding met zich mee. Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Laten wij daarom niet tevreden zijn met alleen een verstandelijke kennis van de Schrift. Dan praten we nazonder zelf de diepe inhoud te beleven en te kennen. Dat napraten maakt ook geen indruk op de ander. Er is geen warmte in. Het verwekt ook geen jaloersheid in het hart van anderen. Worstel daarom veel om het werk van Gods Geest. Hij is de Werkmeester van het geloof. Hij overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel. Hij maakt voor Christus plaats in het hart. Hij schenkt geloofskennis van God, zichzelf en Christus.

Beleving én kennis

Waar geloof geschonken wordt, komt kennis. Kennis die in nauw verband staat met beamen en beleven, en daarom ook wel ervaringskennis wordt genoemd. Deze kennis is zelfs een van de elementen van het ware geloof. Kohlbrugge zegt: " De Geest van Christus werkt in onze harten. En die Geest reformeert uitgang en richting van ons hart, zodat wij naar de wil Gods gaan vragen. Er komt een bevindelijke kennis." Daarop doelt de Heere Jezus ook met de woorden: En dit is het eeuwige leven dat zij U kennen, de enige waarachtige God en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. Er is een wereld van verschil tussen iemand kennen en veel over iemand weten. Een eenvoudig voorbeeld maakt dit duidelijk. We herkennen onze koningin op een foto direct. Door de media worden we in zekere zin op de hoogte gehouden van haar doen en laten. Maar hoewel wij veel over haar kunnen horen en lezen, daarmee is nog niet gezegd dat wij haar echt kénnen. Alleen die in haar onmiddellijke omgeving verkeren, die dagelijks met haar omgaan, haar kinderen kennen haar.

Zo is het ook met de kennis van God en Christus. We kunnen veel weten over God en veel over Hem gelezen hebben, maar alleen hij of zij kent de Heere, die met Hem omgang heeft, omdat Hij Zich in het leven geopenbaard en bekendgemaakt heeft.

De Bijbel zegt dat er niemand is die uit zichzelf God zoekt. Maar wij denken bij zo'n tekst eerder aan wereldlingen dan aan vrome kerkmensen. En bovenal is het gevaar groot onszelf te vergeten. Calvijn zegt zo treffend dat een ieder mens zichzelf houdt voor een uitzondering op de algemene regel. Totdat de Heilige Geest ons kennis geeft van eigen hart. Dan gaan we de Schrift beamen en beleven dat de Heere mij met die 'niemand' bedoelt.

Beamen en beleven is dus nauw verbonden met geloofskennis. Het is de kennis die de Geest in het hart werkt van onze schuld en vloekwaardigheid, van God in Zijn dienenswaardigheid en Christus in

Zijn dierbaarheid (Hellenbroek). Deze kennis ontvangen we door ervaring, door ontmoeting. De ontmoeting met de levende God. Adam en Eva hebben een persoonlijke en bevindelijke kennis van God gehad. Abel ontving het getuigenis des Heeren in zijn hart dat de Heere Zijn offer aannam. Abraham werd door de Heere krachtig uit Ur der Chaldeeën geroepen. De Heere openbaarde Zich in het leven van Jakob.

De psalmen spreken van Godsontmoetingen. Samuël kende de Stem des Heeren. De discipelen en de vrouwen hebben zich verheugd in de ontmoeting met de Levensvorst. Zo vinden we de hele Schrift door het wonder van beamen en beleven. Ze spreekt van jongeren en ouderen die beamen en beleven dat ze met recht de naam zondaar dragen, maar ook zich verblijden in Gods vergeving en weten van een geestelijke strijd tegen de wereld, zonde en satan.

Wij zijn voor het rechte beamen en beleven dus afhankelijk van de Geest. Eens sprak de Heere Jezus tot Petrus: Vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, bekendgemaakt, maar Mijn Vader Die in de hemelen is. Het ware beamen en beleven ontvangen we door openbaring. Christus zegt: Ik zal Mijzelf aan hem openbaren, 'Mij bekendmaken in het hart door Mijn Geest'. Calvijn schrijft: "Want evenals God alleen een voldoende getuige is aangaande Zichzelf in Zijn Woord, zo zal ook dat Woord niet eerder geloof vinden in de harten der mensen, dan wanneer het door het inwendig getuigenis des Geestes bezegeld wordt." In zijn Institutie zegt hij: "In de eerste plaats moeten wij weten, dat al wat Christus tot zaligheid van het menselijk geslacht geleden en gedaan heeft voor ons zonder nut en van geen gewicht is, zolang Christus buiten ons is en wij van Hem gescheiden zijn. Dus moet Hij om ons te kunnen meedelen wat Hij van de Vader ontvangen heeft, de onze worden en in ons wonen." Dit alles moet ons temeer aansporen om onze zaligheid bij God te zoeken en met ons verloren leven tot Hem uit te gaan, bij Wie zondaren welkom zijn. Nooit beeft Hij een jongere of oudere die tot Hem de toevlucht nam, afgewezen. Zijn dienaren hebben de opdracht in prediking, catechese en pastoraat dat jou te vertellen. Calvijn zegt dat in de prediking Christus voorbij gaat in het gewaad van Zijn Woord. Maar ben jij er als Hij voorbijgaat? Hoe zitje onder de prediking? Hoe gebruik je de middelen van de genade?

Schriftuurlijk-bevindelijk

In de prediking komt het beamen en beleven aan de orde. Daarin worden niet alleen onbekeerden tot bekering opgeroepen, en de mens als voor Gods Aangezicht geplaatst. Ze dient ook, tot nut en groei van het geloofsleven van Gods kind. Het is niet genoeg dat de dominee alleen verkondigt dat er heil is, maar hij zal ook moeten zeggen hóe de zondaar deelgenoot van het heil wordt. Christus' dienaren moeten een Middelaar van verdienste én van toepassing prediken. Nodig is de 'explicatio', de uitleg, maar ook applicatio, de toepassing.

Ze moet, zegt Calvijn, afdalen tot in de diepten van het menselijk hart en moet zonder te sparen alle bedekselen en voorwendselen wegnemen, waarachter een godsdienstig mens zich voor de heiligheid Gods verbergt. Ze moet hem in zijn armoede en ledigheid voor Gods Aangezicht ten toon stellen. Maar ze heeft ook de verslagene en arme van geest te prediken dat ze bij de Heere welkom zijn. Dat ze niet beschaamd zullen worden, die het van de Heereverwachten.

Als de prediking niet schriftuurlijk-bevindelijk is, blijft ze oppervlakkig. Maar wat kan het tot stille verwondering zijn en je ziel verwarmen als de vraag van je leven: 'Hoe krijg ik een genadig God' in de prediking beantwoord wordt. Als je hoort hoe een rijke Christus past bij een arme zondaar, maar ook hoe die geloofsgemeenschap tot stand komt. Dan ben je niet verlegen om allerlei hoogdravende zinnen, maar luister je met heimwee en stil verlangen naar het werk Gods in zondaren. Dan kan de bevinding vanuit de tekst aangewezen soms een stille hoop geven in het hart. Dan geeft het horen ervan nieuwe reden om je hart voor de Heere open te leggen en te smeken om Zijn Werk in jou! Dan heb je geen rust voor je Hem kennen mag Die de grote Inhoud van alle beleving is.

Dan ga je het Woord beamen en beleven. En de Heere Jezus zegt van dezulken : 7a, zalig zijn degenen, die het Woord Gods horen en hetzelve bewaren. Wat een wonder!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 2004

Daniel | 32 Pagina's

Beamen en beleven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 2004

Daniel | 32 Pagina's