Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JAARVERGADERING Landelijk Verband van Meisjesverenigingen der Geref. Gemeenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JAARVERGADERING Landelijk Verband van Meisjesverenigingen der Geref. Gemeenten

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Overeenkomstig een verleden jaar genomen besluit, de Jaarvergadering van het L.V. van Meisjesverenigingen telkenmale te houden in de tijd van de Paasvacantie, kwam dit L.V. op Woensdag 12 April 1950 te Utrecht bijeen.

Dit samenzijn stond ook ditmaal onder de bekende prettige leiding van Ds A. Verhagen die bij de aanvang verzocht te zingen Ps. 36 : 2 en 3 en na lezing van Joh. 20 : 11 t.m. 18 in gebed voorging.

Als Ere-Voorzitter sprak Ds Verhagen een kort openingswoord, dat (vrij weergegeven) van de volgende inhoud was:

Het is mij een genoegen als Uw Ere-Voorz. deze vergadering te openen.

De belangstelling voor deze dag verblijdt mij zeer, want het is een bewijs, dat er een onderlinge band is en een begeerte naar deze Landdag, waar die band van saamhorigheid meer aan de dag treedt. Dat ook ditmaal onze vergadering moge staan in het teken van liefde en eensgezindheid.

Het ontmoedige ons dan ook niet, dat de opkomst door afwezigheid van enkele verenigingen iets minder is, het zij ons eer een aandrang met onze noden en teleurstellingen tot Hem te gaap, Die alle macht heeft in hemel en op aarde.

In verband met het Schriftgedeelte, wat ik U voorlas mag ik U Maria even voor ogen stellen.

Zij was een gelukkige vrouw, die Gods genade had leren kennen. Op de noodzakelijkheid daarvan mochten wij elkander wel steeds wijzen.

Het bflart des mensen is van nature zo vervuld met de dingen der wereld. Maria echter was innerlijk om Christus verlegen, in Wien zij haar heil en leven had gezien.

Daarin toch is het hoogste geluk gelegen, in Hem, Die opgestaan is en de overwinnaar is van dood en graf.

Maria meende een dode Jezus te vinden, die zij zo graag had gezalfd, dienen als zij Hem wilde. Zij moest echter leren, door Hem gediend te worden en daarbij verloor het hare alle waarde.

Niet een Petrus of Jacobus, maar een vrouw, Maria is het eerste voorwerp van Christus' openbaring. Wie

zal de blijdschap uitspreken, die haar te beurt viel, Hem te mogen omhelzen.

Daarom mochten wij hetgeen wij enkele dagen geleden in de Gemeente herdachten, als het voornaamste achten.

Het leven, zoals dat in Maria was, mocht door genade ook het Uwe worden.

Hierin is de grootste rijkdom gelegen, een God voor onze schuld en een borg voor onze ziel te vinden.

Weest elkander tot een hand en voet. Dat wij door het onderzoek van Gods Woord aan de weet mochten komen het gemis en de ledigheid in onszelve en de vervulling in een Drieënig God. De wereld gaat voorbij met alle begeerlijkheid, maar die de wil van God doet blijft in der eeuwigheid.

Wij hopen deze dag in vrede en liefde en aangenaamheid samen te zijn, dat de band nauwer en verstevigd worde en in alles Gods gunst mogen ervaren.

De Voorz. besloot dit openingswoord met een hartelijk woord van dank aan Ds v. d. Berg en de kerkeraad van Utrecht voor de welwillende ontvangst en het betoonde medeleven.

Vanuit deze vergaderingen werden 3 telegrammen verzonden, één aan H.M. Koningin Juliana en één aan H.K.H. Prinses Wilhelmina, waarin uiting wordt gegeven van de verknochtheid aan het Vorstenhuis en ook een telegram aan Jan Verhagen, de Zoon van de Erevoorzitter, die al zo lange tijd in het sanatorium wordt verpleegd.

De Voorz. wijdde ook enkele woorden aan de militairen in Indië, bijzonder aan de niet-gevaccineerden, die met zoveel moeilijkheden te kampen hadden, doch nu spoedig hopen thuis te varen.

Hen wordt toegezongen Ps. 106 : 25, wat een ontroerende indruk gaf.

De notulen van de 2e Jaarvergadering v.h. L.V. en het Jaaroverzicht van de secretaresse, werden goedgekeurd. Ook werden voorgelezen de antwoorden op de verleden jaar aan het Vorstenhuis verzonden telegrammen.

Na een woord van dank aan de secretaresse deelt de Voorz. n.a.v. de notulen iets mede, dat hem tot blijdschap stemt. Een der Meisjesvereen. hield vorig jaar een jaarvergadering en op de inhoud van de agenda was nogal wat aan te merken. Deze vereniging is daarover vriendelijk vermaand door het Hoofdbestuur met als gevolg, dat de agenda van de dit jaar gehouden jaarvergadering door ieder gezien mocht worden.

De Voorz. informeerde zo terloops naar de rapporten der Meisjesvereen. over het maatschappelijk werk, doch daarover kwam weinig ter tafel. (Onze meisjes brengen waarschijnlijk in de practijk: „laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet." Verslagg.)

Het verslag van de penningmeesteresse geeft een gunstig beeld van de stand der kasmiddelen.

Het rapport van de kascommissie is een lofsuiting op het beheer der gelden.

Bij verkiezing van bestuursleden worden gekozen mej. Zr M. den Hertog en Mevr. M. Hardon-Kieviet.

Mevr. N. den Hertog-Kok, die tot dusverre secretaresse van het L.V. was, had zich niet meer herkiesbaar gesteld.

De Voorzitter spreekt zeer waarderende en hartelijke woorden tot de scheidende secretaresse, die met veel toewijding haar taak had vervuld, maar om verschillende oorzaken, waarop de Voorzitter niet verder wil ingaan, al zijn deze ook pijnlijk en moeilijk geweest voor de secretaresse, heeft gemeend te moeten bedanken.

Haar wordt toegezongen Ps. 121 : 2.

Bij de bespreking van enkele vragen, die als agendapunt voorkwamen, wordt n.a.v. een desbetreffende vraag van de M.V. te Axel besloten, dat er meer tussentijds contact tussen L.V. en de Meisjesverenigingen zal zijn.

Op een vraag van de M.V. te Nieuw Beijerland over verlaging vaft contributie wordt geantwoord, dat deze verlaging wel in de bedoeling ligt, ' maar dit jaar nog niet van kracht kan worden.

De M.V. te Utrecht heeft gevraagd naar het al-o£ niet geoorloofde van het voorlezen in het openbaar van onderwerpen door vrouwen of meisjes.

Deze vraag staat vanzelf in nauw verband met des ipostels woord, dat de vrouw in de gemeente zwijgen zal.

Echter staat deze uitdrukking in direct verband met het ambt, zoals wij dat kennen bij de leraars en ouderlingen en ook ziet dit woord gemeente op de omstandigheid. dat de gemeente als gemeente des Heeren samenkomt in en onder de ambtelijke bediening van Gods Woord.

Het past onder geen beding, dat dan een vrouw spreke en nog minder, dat zij diene in het ambt.

CJeheel anders is het op onze meisjesvereniging, die in geheel haar arbeid onder toezicht staat van de kerkeraad ter plaatse en waar b.v. de presidente wordt benoemd door de kerkeraad, zoals dat onder ons gebruikelijk is.

Vanzelfsprekend treedt ook de arbeid der M.V. niet naar buiten uit in die zin, dat een vrouw of meisje dan m de gemeente zou spreken, daar zoals reeds gezegd, deze arbeid strikt ambtelijk is.

En wanneer hiermede nog in verband gezien wordt het in alle eenvoudigheid doen van een gebed, zo b.v. op dc wekelijkse avond van meisjesvereniging of Naaikrans, dan zou, indien het bekeerd zijn hier besliste eis was, ook menig onderwijzeres geen gebed mogen doen op de school.

De volle nadruk moet dus bij deze vraag vallen, of het genoemde optreden van de vrouw ambtelijk is en zij dus op een terrein komt, wat voor haar verboden is, .vaarop dan vanzelf een streng afwijzend standpunt wordt ingenomen.

Dit is echter in betrekking tot de Meisjesverenigingen niet het geval.

In verband met deze leerzame gedachtenwisseling wordt ook nog door de Voorzitter medegedeeld, dat het L.V. naar aanleiding van een verzoek der Generale Synode aan het Landelijk Verband om zichzelf te ontbinden beleefd is verzocht aan de Synode dit verzoek nader toe te lichten.

Nadat gezongen is Ps. 1:1, sluit dhr T. Molenaar deze morgenvergadering met dankgebed.

De middagvergadering wordt aangevangen met het zingen van Ps. 46 : 6, waarna gebed door ouderling J. v. d. Geer.

Voorts wordt de middagvergadering geheel in beslag genomen door 2 referaten.

Allereerst een referaat over: „Het werk der blinden", door mej. v. Reenen, blindenverzorgster in „Bartimetis" te Zeist.

Het mooie van dit referaat was wel, dat verschillende dingen uit het leven der blinden, voornamelijk gebruikte leermiddelen en door blinden vervaardigde voorwerpen, aanschouwelijk door mej. v. Reenen werden voorgesteld. Het referaat gaf een duidelijk inzicht in het geheel eigensoortig leven van deze, toch zo heel ongelukkige mensen, die echter op een geheel eigen wijze zich toch zo sterk weten aan te passen en veelal een goede positie in de maatschappij weten te verwerven.

Voor dit referaat, dat met volle aandacht is beluisterd, spreekt de Voorzitter een gepast woord van waardering en biedt daarenboven de referente een boek aan; de eerste bundel keurstoffen van wijlen haar grootvader, Ds v. Reenen.

Het referaat: „Een vrouw, wier voeten verder waren dan haar hart" en ingeleid werd door dhr J. Vreugdenhil, Hoofd Chr. School te Kampen, handelde over de vrouw van Lot.

Referent laat op 3 hoofdzaken de klemtoon vallen.

le op de omgeving, waarin deze vrouw woonde,

2e dat die vrouw onder de bearbeiding van de middelen der genade kwam, nader omschreven als natuurlijke en bovennatuurlijke middelen,

3e welke vrucht het afwierp.

Óp dit wat inhoud en voordracht betreft, duidelijk gegeven referaat, volgde een zeer uitgebreide en leerzame bespreking. De heer Vreugdenhil ontving dan ook een welverdiend dankwoord.

Mej. W. den Hertog van Ter Aa, presidente van het L.V. spreekt op hartelijke wijze de vergadering toe en wijst met ernst voor en boven alles op het ene nodige, waar niemand buiten kan, zal het voor dit en het toekomende leven wel zijn.

Ook bedankt zij Ds Verhagen voor zijn uitstekende leiding.

In het slotwoord, dat Ds v. d. Berg voor zijn rekening heeft, wijst hij op de ernstvolle tijd, die wij beleven, maar bovenal, dat er na dit alles geen tijd meer zijn zal.

Koop de tijd toch uit, jonge mensen, dewijl de dagen boos zijn.

Geleefd te hebben onder de bediening van het Verbond der Genade en dan de prediking van het Evangelie verwaarloosd te hebben, het zal toch ontzettend zijn.

Met een klemmende opwekking om toch de Heere te zoeken, eindigt Ds v. d. Berg zijn kernachtig slotwoord.

Nadat nog gezongen is Ps. 119 : 17, eindigt Ds v. d. Berg dit alleszins waardig samenzijn met dankgebed.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1950

Daniel | 8 Pagina's

JAARVERGADERING Landelijk Verband van Meisjesverenigingen der Geref. Gemeenten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1950

Daniel | 8 Pagina's