Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ziekentroost en troost voor zieken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ziekentroost en troost voor zieken

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zagen in het vorige artikel dat Cornelis van Hille zowel een Grote Ziekentroost als een Kleine Ziekentroost heeft geschreven. De Kleine is het, die achterin ons Psalmboek staat. Men heeft wel aangenomen dat de Grote Ziekentroost in 1567 geschreven zou zijn. De Kleine Ziekentroost zou daar dan een uitreksel van zijn.

De Kleine Ziekentroost
Er is echter overtuigend aangetoond, dat de Kleine Ziekentroost is geschreven in 1571. Dit geschrift is in 1578 door Van Hille uitgebreid en omgewerkt tot de Grote Ziekentroost. Deze Grote Ziekentroost heeft nooit zo’n bekendheid gekregen als de Kleine Ziekentroost. Waarom schreef de auteur de Grote Ziekentroost? Wel, de Kleine Ziekentroost vond zoveel bijval dat Van Hille daardoor werd aangespoord om een bredere verhandeling te schrijven. Deze is zoveel groter dat Van Hille er zelf van gezegd heeft ‘dat het schier gelijckt een heel ander werk te wezen dan z’n Cleenen Sieckentroost’.

Het is de moeite waard nader in te gaan op de vraag wanneer en hoe de Kleine Ziekentroost in ons Psalmboek gekomen is. Wij spreken daarbij niet meer over de Kleine Ziekentroost, maar gewoon over de Ziekentroost. De Synode van Den Haag van 1586 nam de Ziekentroost met de daarbij gevoegde uitspraken uit de Heilige Schrift op in het kerkboek. Maar verder zonder kerkelijk gezag. ‘Hebbende nog minder recht om in de rij der leer- en dienstboeken opgenomen te worden dan het Kort Begrip. Het is geheel en al een particulier geschrift en is nooit door een kerkelijke vergadering goedgekeurd of vastgesteld’. Het heeft echter sinds die Haagse Synode een plaats gekregen in het kerkboek. En het is in het kerkboek gebleven. Zo belangrijk hebben de drukkers het gevonden.

Doel van de schrijver
Wat beoogt Van Hille met zijn Ziekentroost? Hij wil de zieke onderwijs geven in de geloofsleer en daardoor voorbereiden op diens sterven. Het is opvallend dat dit gebeurt aan de hand van talloze bijbelteksten. Van Hille laat het Woord aan het woord. Als u de Ziekentroost leest wordt het u duidelijk, dat de schrijver een pastoraal bewogen man is geweest. Daarbij baseert hij zich op het geheel van de gereformeerde belijdenis. De Ziekentroost wil Gods aangevochten en hulpeloze kinderen de troost en de zekerheid aanzeggen, dat de overwinning van zonde en dood door Christus, ook voor hen geldt. Bekend is, dat Johan van Oldenbarnevelt, voordat hij het schavot beklom, zich de Ziekentroost liet voorlezen. Daarbij verklaarde hij, dat hij in dat geloof wilde sterven. We moeten bedenken dat het in de 16e en 17e eeuw gebruikelijk was, dat een zieke thuis verpleegd en verzorgd werd. Ziekenhuizen waren in het algemeen alleen voor de allerarmsten en de zwervers. Men meende dat een ziekenhuis deprimerend op de zieke werkte. Alleen in bijzondere omstandigheden achtte men het noodzakelijk dat de zieke werd opgenomen in een ziekenhuis. Maar er waren wel veel zieken. Er was dus ook veel ziekentroost nodig. Dat gold ook voor de schepen, die naar Oost- en West-Indië voeren. Zowel voor in de huizen en ziekenhuizen, als op de schepen, was er een groot tekort aan ziekentroosters. Met die zorg heeft Van Hille geworsteld. In de voorrede, die aan de Grote Ziekentroost voorafgaat, geeft de auteur weer wat hij beoogde met dit werk. Hij zal met de Kleine Ziekentroost geen andere bedoeling hebben gehad. Van Hille wilde dat men de Ziekentroost uit het hoofd zou leren. We luisteren naar Van Hille: hij wilde ‘dat een iegelijk het behoorde van buiten te leren, opdat zij, als het nodig ware, hunnen kranken broeder zouden kunnen sterken en vermanen; opdat zo het geschiedde dat er geen dienaren waren, een iegelijk hierin naarstig zij, als in een werk der barmhartigheid, volgens Gods Woord in Pred.7: ‘Het is beter te gaan in het klaaghuis dan in het huis des maaltijds’; ook naar Christus’ woorden uit Matth.25: ‘Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht’!’ Het zou voor ons wellicht een hele opgave zijn de Ziekentroost uit het hoofd te leren. Dat geldt al de Kleine Ziekentroost, hoeveel te meer de Grote. Maar het is wel de moeite waard de inhoud van de Ziekentroost ons eigen te maken.

In de tijd waarin Van Hille leefde, waren er geen medische voorzieningen, zoals in onze tijd. Er was in die tijd sprake van allerlei volksziekten en epidemieën, waardoor honderden werden weggerukt uit dit leven. In die tijd heeft de Ziekentroost ongetwijfeld in een behoefte voorzien. De grote ingang van dit geschrift maakt wel duidelijk dat er onder het gereformeerde volk grote behoefte aan was. Het is opmerkelijk dat veel thema’s in de Ziekentroost op dezelfde wijze aan de orde komen als in de belijdenisgeschriften. Van Hille maakt geen speciale toepassingen voor de zieke. Hij heeft alleen die onderwerpen uit de gereformeerde geloofsleer aan de orde gesteld, die van het grootste belang zijn voor zieken en stervenden. Hijzelf zegt ervan in de bovengenoemde voorrede: ‘Hetwelk kortelijk is bevattende alles wat nodig is tot de eeuwige zaligheid, als te weten: van de ellendigheid des mensen; van de kortheid van zijn leven en sterven; van zijn wederoprichting door Christus; van Christus onze Zaligmaker en al wat Hem aangaat; van dood en hel; van geloof en rechtvaardigmaking en goede werken; van kruis en lijden; van de voorspoed van de goddelozen en de tegenspoed der gelovigen; van de verrijzenis en het eeuwige leven en dergelijke punten meer’. Van Hille is wel eens verweten dat hij in de Ziekentroost zo algemeen spreekt en weinig toepassingen maakt op de zieken in hun verschillende omstandigheden. Hij komt in zeker opzicht met hetzelfde wat ook gezonde mensen vanaf de preekstoel en op huisbezoek moeten horen. Van Hille behandelt de zieke op geen andere wijze dan de gezonde behandeld moet worden. We kunnen dat begrijpen als we bedenken, dat zowel de zieke als de gezonde mens beiden hetzelfde nodig hebben. Iemand heeft gezegd: ‘De zieke mens heeft niets anders nodig om gewillig gemaakt te worden om in de Heere te sterven, dan de gezonde mens nodig heeft om gewillig gemaakt te worden om voor de Heere te leven’. De weg om zalig te worden is zowel voor de gezonde als voor de zieke dezelfde. En in die weg wil Van Hille in de Ziekentroost zondaren onderwijzen. Daarbij wijs ik erop dat iemand die de Ziekentroost wil gebruiken als hij zieken bezoekt deze niet in het geheel zal behandelen, maar juist dat stukje dat hem gepast voorkomt.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 2011

De Saambinder | 16 Pagina's

De ziekentroost en troost voor zieken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 januari 2011

De Saambinder | 16 Pagina's