Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uitschieters

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uitschieters

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarom is een bakbiljet geld waard? Papiergeld is veel jonger dan muntgeld. Het is ontstaan uit schuldbekentenissen. Wat dat zijn? Let op!

Stel, je hebt aan Niek tien gulden geleend of hem gevraagd om dat voor jou te bewaren. Om het niet te vergeten pak jij een papiertje en schrijft daarop: „Als ik dit briefje aan Niek geef, moet hij mij tien gulden betalen." Niek zet zijn handtekening eronder en geeft het briefje weer aan jou. Zo'n briefje wordt een schuldbekentenis genoemd.

Stel, nu moet jij zelf nog tien gulden aan Sander betalen. Maar dat briefje van Niek is eigenlijk ook tien gulden waard. Dus geef jij dat papier aan Sander en je zegt: „Als je dit bhefje aan Niek laat zien, geeft hij jou tien gulden." Maar dat moet Sander dan wel geloven! Want hij heeft alleen maar een papiertje in zijn handen. Sander moet jou en Niek dus vertrouwen. Hij zou dat papier ook weer aan Marie kunnen geven, die het weer aan Elly doorgeeft, enzovoorts. Maar uiteindelijk zal Niek toch zijn tien gulden af moeten staan aan degene die de schuldbekentenis aan hem geeft.

Zo is het met papiergeld ook gegaan. Dat kun je alleen gebruiken als iedereen vertrouwt dat het papiertje echt waard is wat erop staat. In de 17e eeuw waren er in Engeland goudsmeden die goud voor hun klanten bewaarden. Ze gaven dan net zo'n soort papiertje als jij van Niek kreeg, een "goldsmith's note".

Die papieren gingen op den duur van hand tot hand; ze dienden als betaalmiddel. Dat werkte prima, als je de goudsmid maar kon vertrouwen. Want die kreeg heel veel goud en geld in bewaring en lang niet alles werd direct weer opgevraagd. Hij ging daarom ook geld uitlenen.

Deze goudsmeden ontwikkelden zich zo tot bankiers. Hun notes werden bankbiljetten. Leende een goudsmid flink wat uit en kwamen veel mensen hun geld terugvragen dan kwam hij soms te kort. Dan was hij bankroet.

In 1814 werd de Nederlandsche Bank opgericht. De bank gaf bankbiljetten uit die inwisselbaar waren voor zilver. Tot 1860 werden allerlei gegevens met de hand ingevuld. Daaruit blijkt wel hoe weinig bankbiljetten er in omloop waren.

Van 1860 tot 1948 heeft er op de Nederlandse bankbiljetten gestaan: „De Nederlandsche Bank betaalt aan toonder..." en dan volgde het bedrag. Wie dat wilde kreeg het bedrag in goud uitbetaald. Nu is dat niet meer mogelijk. We vertrouwen erop dat een papieren tientje echt tien gulden waard is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 november 1991

Terdege | 72 Pagina's

Uitschieters

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 november 1991

Terdege | 72 Pagina's