Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beroepen:

te Aalburg en Beekbergen: ds. J. Mijnders te Veenendaal; te Rotterdam-C: ds. N.W. Schreuder te Goes; te Waarde: ds. A. Bac te Bodegraven; te Woerden: ds. C. Harinck te Oostkapelle;

Bedankt:

voor 's-Gravenzande: ds. L. Blok te Nunspeet; voor Nieuw-Beijerland: ds. P. Honkoop te Kampen; voor Rhenen: ds. Chr. van der Poel te Yerseke; voor Westkapelle: ds. J.C. Weststrate te 's-Gravenpolder; ,

KORT VERSLAG. Afscheid ds. B. van der Heiden te Woerden.

Op 22 november werd door ds. B. van der Heiden afscheid genomen van zijn gemeente Woerden. Vijf jaar en ruim twee maanden heeft hij de gemeente mogen dienen. Nu was echter de tijd aangebroken dat hij geroepen werd de gemeente achter te laten in verband met zijn vertrek naar elders. Het afscheid te moeten nemen heeft veel pijn gedaan, maar dominee behoefde de gemeente niet ongetroost achter te laten. De laatste zondag mocht hij Zach. 2:4 en 5 en de twee laatste vragen van de H.C. meegeven. De tekstwoorden in de afscheidsdienst waren uit 2 Thessalonicensen 3:16a „De Heere nu des vredes Zelf geve u vrede te allen tijd, in allerlei wijze."

Dominee begeerde stil te staan bij: Een bede om vrede voor een achterblijvende gemeente. Hij werkte dit nader uit in twee gedachten: I de Bron van die vrede en II de rijkdom van die vrede Op de 2e Zendingsreis van Paulus is de gemeente van Thessalonica gesticht. Ook daar is de banier des Evangelies hoog opgericht. Daar heeft Paulus mogen verkondigen dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om het verlorene te zoeken en het weggedrevene weder te brengen. Welk een boodschap is dit! Nooit onder woorden te brengen! Gods dienaren hebben te zaaien, de Landman zal Zelf voor de vrucht zorgen! En zo heeft Paulus te Thessalonica mogen prediken, totdat hij verder moest gaan.

Maar spoedig na zijn vertrek ontvangt hij berichten die hem ontrusten. Daar is vrees in zijn hart dat deze jonge gemeente niet staande zal kunnen blijven temidden van de verzoeking. Hij schrijft hen twee brieven. Hij schrijft in zijn tweede brief: Wij moeten God allen tijd over u danken broeders, gelijk billijk is, dat uw geloof zeer vast, en dat de liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig wordt. Wat een rijk getuigenis mag deze dienaar van Christus getuigen van zijn gemeente die hij heeft moeten achterlaten. Zou je daar niet jaloers op worden, gemeente? Zal dat straks ook nog van u gezegd mogen worden?

Paulus schrijft ook woorden van waarschuwing en vermaan. Doch hij mag ook de brief aan zijn geliefde gemeente van Thessalonica beëmdigen met het woord van onze tekst.

Wat een wonderlijk woord gebruikt Paulus hier. Hij zegt niet: de Almachtige God bescherme u, de Hoogverhevene wake over u en Die beware u; nee, gemeente, hij schrijft, dat staat er letterlijk: de Heere, de Kurios van de vrede, Die de vrede tot Zijn beschikking heeft. Die geve u vrede.

Dominee ging verder die erenaam, die eretitel, Kurios, nader te verklaren. Dat Hij deze Naam gedragen en gekregen heeft tijdens Zijn omwandeling op aarde en door Zijn volbrachte arbeid.

Zou dan, met Paulus, het de diepe begeerte en het hartelijk verlangen van uw scheidende dominee niet zijn, om u nu over te geven en u te leggen in de handen van deze Kurios! Nader wordt uitgediept hoe deze Heere nu des vredes Zelf, de vrede is, en wat de diepe inhoud van deze vrede is. Gewezen wordt op de volmaakte vrede die er was in de staat der rechtheid, en hoe deze is verstoord geworden, en wie we van nature geworden zijn. Dominee zegt hoe hij deze zaken in alle ernst heeft moeten prediken. Hij stelt de vraag, of het ter harte genomen is en de beleving van deze zaken de gemeente in de binnenkamer gebracht heeft. Dan wordt ook de behoefte geboren dat het met die God weer in orde zal komen.

Kent u die nood? Die nood waarvan Ps. 116 spreekt: ik vond benauwdheid en droefenis, maar ik riep de Naam des Heeren aan. O, zijn er, die het ervaren mochten: Hij wilde Zich op mijn kermen over mij ontfermen? Zalig ogenblik, wanneer Hij Zich als die Vredevorst gaat openbaren en verklaren in het hart. Spreker kan naar de gelegenheid van dit ogenblik, al die zaken niet nader uitwerken, maar mag toch wel zoveel zeggen dat duidelijk wordt wat daarin ondervonden mag worden. Hij verklaart helder dat vrede ten diepste is herstelling van de breuk. En om begerig te zijn naar deze herstelling zal de breuk gekend moet zijn. Hij gaat ook dieper in op de wijze waarop die gezegende Persoon, de Kudos van de vrede, voor die vrede gezorgd heeft, zodat verloren zondaren zalig kunnen worden. Dat plan is opgesteld vóór dat er een wereld was! Hij heeft Zich al gegeven in de stilte van de eeuwigheid. Verklaard wordt de weg die deze Gezegende heeft moeten gaan. De diepte waarin Hij moest afdalen, moest nederzinken, om de diepstgezonken zondaar weer te kunnen oprichten. Dit alles door de toepassing des Geestes, Als Christus Zijn Kerk tegemoet treedt en zegt: Mijn vrede geef Ik u. Mijn vrede laat Ik u, is dat geen welgemeende wens, maar tegelijkertijd een schenking van Goddelijke gave. Zouden wij u deze vrede niet toebidden, geliefde gemeente van Woerden? Als u die vrede hebt, dan hebt u alles, dan kunt u overal door! Het is een vrede, het is een blijdschap in God, die ervaren kan worden temidden van de grootste smarten. Dominee wijst voorts op de vrede die straks volkomen zal zijn, en dat alles vanwege het werk van deze gezegende Vredevorst. Ten slotte werd nog een woord van vermaning, opwekking en troost gesproken.

Na het dankgebed werden vervolgens enkele woorden gericht tot de kerkeraad. Met nadruk mocht gezegd worden: geliefde broeders van de kerkeraad. Gememoreerd mocht worden dat de Heere zéér goede jaren gaf De Heere weet welke banden er tussen ons zijn geweest. Onze wegen moeten scheiden, de Koning heeft het zo bepaald. De scheiding heeft u en ons veel pijn gedaan, maar de Heere heeft ons op een bijzondere wijze bemoedigd en vertroost.

Tot de catechisanten werd gewaagd van de moeilijkheid om hen los te laten. Ook van de stille verwondering die er wel eens mocht zijn bij de dienaar wanneer iets gemerkt werd van die hartelijke verbondenheid en overgave. Tot hen werd nog een hartelijk vermanend woord gericht. Verder een woord tot de verenigingen, de Zondagsschool de organisten, het kostersechtpaar, de broeders predikanten en andere aanwezigen.

Ten slotte werd nog een woord van hart tot hart tot de gemeente gesproken. Onze scheidende herder en leraar begeerde te eindigen met de woorden waar ook Paulus zijn brief mee geëindigd heeft: de Heere Zelf geve u de vrede, te allen tijd, in allerlei wijze!

Nadat nog gezongen werd Ps. 84:3 sprak namens de Classis Utrecht en de Part. Synode Noord-West ds. J.J. van Eckeveld. Namens kerkeraad en gemeente voerde ouderling J. van Belzen het woord. Deze liet de scheidende predikant met zijn gezin Ps. 121:2 en 4 toezingen. Daarna legde ds. van der Heiden voor de laatste maal als eigen herder en leraar de priesterlijke zegen op de gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1988

De Saambinder | 12 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1988

De Saambinder | 12 Pagina's