Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Problemen rond de voorbede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Problemen rond de voorbede

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

Kort na mijn intrede in de eerste ge-. meente - dat is dus bijna 30 jaar geleden - bereidde de koster mij erop voor dat het weleens kon gebeuren dat hij tijdens het zingen de kansel besteeg om mij een briefje te overhandigen. Naar alle waarschijnlijkheid heb ik een zeer verbaasd gezicht getrokken, want er volgde van zijn kant een uitvoerige explicatie. Het was namelijk ter plaatse de gewoonte dat een kraamvrouw die voor het eerst na de geboorte van haar kind weer ter kerke ging (, , haar kerkgang deed" noemde men dat) dit aan de predi­ kant liet weten door de koster een briefje in zijn hand te stoppen, die dat dan op zijn beurt weer op de kansel diende te bezorgen. Van de dominee werd dan verwacht dat hij in het gebed aandacht besteedde aan de moeder die weer , , uit-en door geholpen" was, zoals dominees van vroeger dat zo plechtig konden formuleren.

Ik kon niet zo goed begrijpen waarom daarvan op déze manier kennis moest worden gegeven. Een telefoontje naar de pastorie was toch minder omslachtig... Maar wellicht stamde deze gewoonte uit de tijd waarin de telefoon nog een onbekend medium was. Overigens moet ik er volledigheidshalve aan toevoegen dat de moeite van de koster om mij erover in te lichten, onnodig was geweest. Het verschijnsel heeft zich namelijk tijdens mijn ambtsperiode niet meer voorgedaan.

Een teer onderwerp

Merkwaardig dat deze herinnering na zoveel jaren weer bij me bovenkwam. Dat zal een gevolg zijn van het feit dat ik ben benaderd om eens iets te schrijven over de voorbeden tijdens de kerkdienst. Dat is trouwens een teer onderwerp. Het gebed, en zeker het openbare gebed op de kansel, leent zich nauwelijks voor een bespreking, daarvoor is het te persoonlijk. Anderzijds dienen in de samenkomst van de gemeente alle dingen met orde te geschieden en de voorganger bidt niet voor zichzelf, hij nadert tot God namens de hele gemeente. Maar aangezien hij ook niet op de hoogte is van alle noden en zorgen is er niets op tegen dat hij attent wordt gemaakt op mensen of toestanden die voor het aangezicht van de Heere moeten worden gebracht.

Voorbereiding

De dienst der gebeden is voor mijn gevoel het zwaarste werk in het geheel van de eredienst. Hoe zal een nietig en zondig mens komen voor het aangezicht van de heilige God, en dan niet individueel, maar namens zoveel verschillende mensen? En hoe zal hij zijn woorden kiezen, zijn gedachten uitdrukken, zó dat al die mensen er amen op kunnen zeggen?

Ik heb weleens de indruk dat dat besef in de gemeente te weinig leeft. Er wordt vaak te gemakkelijk en te ondoordacht geoordeeld over het gebed. De dominee bidt te lang, of hij is veel te gauw klaar. Hij haalt in zijn gebed alles aan, of hij heeft weer iets vergeten. Enzovoorts.

Er is dan ook niets tegen, maar juist alles vóór, dat de voorganger zijn gebed overdenkt en voorbereidt. Daarmee bedoel ik niet dat hij het thuis opschrijft en in de dienst , , van papier bidt" (hoewel de schitterende formuliergebeden ook gelezen worden!), maar dat het aan te bevelen is, van tevoren te overdenken welke zaken in het gebed de aandacht moeten krijgen. Wanneer de bediening van het Woord, waarin we spreken tot mensen, zorgvuldig wordt voorbereid, zouden we dan onvoorbereid tot de Heere mogen gaan?

Door ons thuis op het gebed en de voorbeden te bezinnen proberen we ook te voorkómen dat we iedere week dezelfde woorden en formuleringen gebruiken. Dat gevaar is namelijk niet denkbeeldig, vooral wanneer een predikant wat langer in een gemeente staat, dat de kerkgangers al weten wat er komt...

Vaste punten

Uiteraard zijn er in het gebed vaste punten die elke zondag weer terugkomen. Er moet gedankt worden voor Gods bewarende en verzorgende hand, voor Zijn genade en trouw, dat Hij de gemeente weer samenriep rondom het Woord. We moeten voor Zijn aangezicht onze zonde en onze schuld belijden. Er moet gevraagd worden om de opening van het Woord en om de verlichting met de Heilige Geest. Om de werking en de versterking van het geloof. En nog zoveel dingen meer.

Elke zondag is er ook de onzichtbare gemeente thuis, die meeluistert via de kerktelefoon. Onder hen zijn vele alleenstaanden en eenzamen, die de wekelijkse voorbede op hoge prijs stellen. Het is voor hen een teken dat ze niet vergeten worden. En altijd zijn er wel zieken, thuis en in het ziekenhuis, en mensen die bedroefd zijn, en mensen die problemen hebben in hun gezin of zorgen om hun werk. Al deze zaken zullen een plaats moeten hebben in het gebed, zij het ook dat de accenten telkens weer anders worden gelegd.

Geen nieuwsbulletin

Moeten er in het gebed namen worden genoemd, en zo ja, welke? Dat is in vele ge- vallen een heikele kwestie. Het spreekt vanzelf dat de Heere wordt gedankt wanneer er kinderen geboren zijn, of wanneer een echtpaar zoveel jaar getrouwd was. Eveneens dat een rouwende familie wordt opgedragen. Moeilijker wordt het wanneer het de zieken betreft. Moeten alle zieken iedere week bij name worden genoemd?

Jaren geleden was er een kerkenraadslid dat mij na de dienst nogal grimmig toevoegde: „Hoe ziek moet je zijn om de voorbede te krijgen? " Ik had namelijk gebeden voor een gemeentelid in de terminale fase, terwijl zijn vrouw, die met een griepje thuis zat, niet was genoemd... Ik bedoel maar: het noemen van namen bergt het gevaar van discriminatie in zich, en er zijn altijd wel gemeenteleden die zich gepasseerd voelen.

Het gebed moet echter geen nieuwsbulletin worden, een soort extra editie van het kerkblad. Daarom geef ik er de voorkeur aan, als er namen genoemd moeten worden, dat te doen vóór het gebed. En dan nog alleen wanneer de voorbede is gevraagd, of wanneer daar overleg over is geweest. Want er zijn ook altijd gemeenteleden die het niet op prijs stellen dat hun naam van de kansel wordt genoemd en zo'n beslissing hebben we te respecteren. Uiteindelijk is het gebed niet aan het adres van mensen gericht, maar aan dat van de Heere, Die beter weet wie er ziek zijn dan welke ambtsdrager of gemeentelid ook.

Gastpredikanten

De taak van een predikant die in eigen gemeente voorgaat is altijd gemakkelijker dan die van gastpredikanten. Laatstgenoemden kennen meestal de locale situatie niet en zijn aangewezen op informatie van de kerkenraad. In dat geval verdient het aanbeveling de voorbeden wat algemeen te houden.

Om een voorbeeld te noemen, dat overigens gefingeerd is: stel dat een gastpredikant in de voorbede denkt aan de koster en de organist, maar het is hem niet bekend dat er twee kosters of drie organisten zijn. Alleen al het enkelvoud zou bij de anderen de gedachte kunnen wekken: ik hoor er zeker niet bij? We moeten er nu eenmaal rekening mee houden dat er ook in de kerk mensen zijn met lange tenen. Door te bidden voor allen die de gemeente dienen in het ambt, of een taak in de gemeente hebben, kan voorkómen worden dat iemand zich gepasseerd voelt.

Wereld en samenleving

Zonder belerend te willen zijn jegens collega's wil ik toch in dit verband nog iets kwijt. Ik hoor nogal eens de klacht dat er teveel predikanten zijn voor wie de wereld kennelijk niet veel groter is dan hun eigen gemeente. Aan grote rampen of schokkende gebeurtenissen wordt in het gebed geen aandacht besteed. De overheid ligt buiten hun blikveld. Wanneer in de komende week de Generale Synode vergadert wijden ze daar geen woord aan.

Het mag voor alle duidelijkheid nóg een keer opgemerkt worden dat onze voorbede geen aktualiteitenrubriek hoeft te worden, maar we behoren tot de kerk en we staan in deze wereld en in deze maatschappij, en we zijn geroepen de noden van de kerk, van de wereld en van de samenleving voor Gods aangezicht te brengen.

De laatste jaren heb ik zelf de gewoonte - wij vergeten namelijk snel! - om in de week notities te maken van gebeurtenissen of personen die in aanmerking komen voor de voorbede, zodat ze 's zondags „meegenomen” kunnen worden.

En verder - hoe zorgvuldig onze voorbereiding ook mag zijn, missers zullen er altijd wel blijven. We mogen dan hopen en bidden dat de mensen die wij vergeten zijn, door de Heere niet vergeten zullen worden. Ook hierin mogen we ons laten troosten door het woord van de Heere Jezus Zelf: , , Uw Vader weet wat gij nodig hebt, éér gij Hem bidt”.

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Problemen rond de voorbede

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's