Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoofdlijnen milieubeleid vastgesteld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoofdlijnen milieubeleid vastgesteld

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het milieuvraagstuk prijkt voortdurend en voornaam op de politieke agenda. Eén van de belangrijkste beleidsstukken over het milieu is het Nationaal Milieubeleidsplan. Gepresenteerd door het vorige kabinet, werd het aangescherpt tijdens de formatie van het huidige kabinet. Daarom heet het nu Nationaal Milieubeleidsplan Plus, NMP-I-.

VERWAARLOOSD

De bespreking van het NMP-f, waarbij vier bewindslieden achter de regeringstafel troonden, bood de SGP een goede gelegenheid op de diepere achtergronden van de milieucrisis in te gaan. Het kabinet zelf verzuimde dat, als een dokter die een geneesmiddel voorschrijft zonder de juiste diagnose gesteld te hebben. „In de huidige milieucrisis komt op indringende wijze tot uitdrukking dat de mens zijn doel mist. In plaats van te leven tot eer van onze Schepper, hebben wij ons rentmeesterschap verwaarloosd, " stelde mr. Van den Berg.

„Zou het niet zo zijn dat er een verband bestaat tussen de geestelijke milieuvervuiling, d.w.z. het verlaten van Gods heilzame geboden op zedelijk gebied en de nu ontstane, in sommige opzichten levensbedreigende situatie waarin het milieu thans verkeert? Ligt niet juist in het misverstaan van het bijbelse rentmeesterschap - helaas ook door velen die wèl bekend zijn met Gods Woord — de werkelijke oorzaak van de milieucrisis? Laten we wat dat betreft de hand maar in eigen boezem steken."

MENTALITEIT

Aan de hand van een zestal thema's werd het beleid onder de loep genomen. Als eerste noemde de SGP de noodzaak te komen tot een mentaliteitsverandering. Immers, de over heid mag dan nog zulke ambitieuze doeistellïhgèn hebben, als het beleid niet wordt gedragen door de bevolking zal er van de uitvoering weinig terecht komen. Dan zal men maatregelen ont- duiken of proberen af te wentelen op anderen. De gehele Nederlandse be- volking moet doordrongen zijn van de ernst van de situatie en van de nood- zaak tot het nemen van effectieve maatregelen om de milieuvervuiling terug te dringen.

Probleem is wel hoe deze mentaliteitsverandering tot stand kan worden gebracht. Onze hele cultuur is immers ingesteld op economische groei, op het genereren van steeds meer welvaart en dus consumptie en dus vervuiling. Een versterkte nadruk op natuur- en milieu-educatie in het onderwijs is gewenst. Het is overigens de vraag of wij het daarmee redden zullen. Als wij niet tegelijkertijd kritisch kijken naar allerlei reclame-uitingen die qua inhoud op gespannen voet of zelfs haaks staan op milieuvriendelijker consumptiepatroon, schieten we ons doel dan niet voorbij?

REGELGEVING

Punt twee is de grotere nadruk de regelgeving als centrale grondslag voor de inzet van instrumenten, alsmede meer aandacht voor de ontwikkeling en toepassing van financiële prikkels. De overheid dient duidelijke normen te stellen en deze effectief te handhaven, onder gebruikmaking van een zo breed mogelijk scala van financiële prikkels. Langs die weg moet worden bewerkstelligd dat de vervuiler betaalt.

Dit moet wel consequenties hebben voor het overleg dat de regering voert met de diverse doelgroepen, zoals de industrie, de landbouw en het verkeer. Dit overleg is goed, maar er dient recht te worden gedaan aan de eigen verant- woordelijkheid van de overheid. Niet tot elke prijs kan overeenstemming worden nagestreefd. Regering, regeer: stel de normen die noodzakelijk zijn.

WET MILIEUDELICTEN

Op concrete punten lijkt het NMP+ hierin wat magertjes. Mr. Van den Berg vroeg de ministers o.a. wat zij denken van een speciale Wet milieudelicten, die alle strafrechtelijke milieusancties zou moeten omvatten. Voorts informeerde hij waarom het NMP-plus geen concrete voorstellen bevat om het hergebruik van bepaalde afvalstoffen verplicht te stellen.

De inzet van financiële prikkels is heel belangrijk. De SGP is van mening dat positieve prikkels in de vorm van subsidies, en negatieve prikkels in de vorm van regulerende heffingen, op een zo breed mogelijk front moeten worden ingezet. Om het weer concreet te maken: gedacht zou kunnen worden aan een progressief tarief voor bovenmatig verbruik van water en electriciteit. Het streven zou gericht moeten zijn op het verdisconteren van de milieukosten in de produkten die op de markt gebracht worden. Op deze wijze komt het begrip de vervuiler betaalt meer tot zijn recht. Nu is het vaak zo dat milieuvriendelijke produkten juist duurder zijn dan milieu-onvriendelijke produkten!

DOELSTELLINGEN

Deel drie van het SGP-betoog heeft betrekking op de keuze en de inzet van instrumenten gerelateerd aan de doelstellingen van het milieubeleid. In het regeeraccoord heeft het kabinet zich ten doel gesteld binnen deze kabinetsperiode een trendbreuk tot stand te brengen. Het komt er nu op aan de daad bij het woord te voegen, te laten zien dat het ons ernst is. Het is opvallend dat men op het terrein van de uitvoering op deelgebieden in Japan, de VS en Zweden, maar zelfs ook binnen de EG, verder is dan bij ons. Nederland loopt dus echt niet voor de muziek uit, zoals wel wordt beweerd.

Om te kunnen beoordelen of met het NMP-plus de trendbreuk kan worden gerealiseerd en binnen één generatie een duurzame ontwikkeling tot stand zal kunnen worden gebracht, zijn twee vragen van belang. Ten eerste: zullen de doelstellingen van het NMP-plus binnen de gestelde termijnen worden bereikt? En, ten tweede: zijn die doelstellingen werkelijk toereikend?

„AUTONOME GROEI"

Het is opmerkelijk dat bij de formulering van doelstellingen veelvuldig wordt uitgegaan van zogenaamde „autonome groei". Zo is de verwachting dat de afvalberg, ondanks een extra impuls op het gebied van de preventie en hergebruik, toch nog met 10% zal toenemen. Veelal is dus niet echt sprake van vermindering van de verontreiniging, maar zal de verontreiniging doorgaan, zij het minder hard dan voorheen! Mr. Van den Berg betwijfelde of met het voorgestelde pakket van maatregelen de doelstelling ook werkelijk gehaald zal worden. Er moet, bijvoorbeeld op het gebied van de energiebesparing en de afvalpreventie en -hergebruik, nu al meer te bereiken zijn. Kritiek was er ook op het feit dat een groot deel van de maatregelen „end of pipe"-maatregelen zijn. Effectgericht in plaats van brongericht.

De tweede vraag die van belang is om te kunnen beoordelen of een trendbreuk kan worden bewerkstelligd is, of de doelstellingen zoals die in het NMP-plus zijn vervat, werkelijk gehaald kunnen worden. Van diverse zijden is het geluid gehoord dat de doelstellingen nogal ambitieus zijn en dat het nog maar de vraag is of zij binnen de gestelde termijn gehaald zullen worden. Duidelijk is dat alle zeilen bijgezet moeten worden.

INSTRUMENTEN

Problemen zijn er met betrekking tot het instrumentarium van het milieubeleid. Er wordt nog onderzoek gedaan. Het wordt echter hoog tijd om de ontwikkeling van instrumenten te versnellen en deze op een zo breed mogelijk front in te zetten. Daarnaast zou het huidige instrumentarium ook intensiever en creatiever gebruikt kunnen worden, stelde de SGP-woordvoerder. De Wet milieugevaarlijke stoffen, de Afvalstoffenwet en de Wet chemische afvalstoffen bieden thans reeds voldoende basis voor het voeren van een steviger produktenbeleid. Al met al is de SGP er bepaald niet gerust op dat de doelstellingen van het NMPplus tijdig zullen worden gerealiseerd.

Die ongerustheid heeft ook te maken met de organisatie en het management van het milieubeleid. Dat is het vierde thema. Voor het zomerreces van de Kamer werd bekend dat een bedrag van 75 miljoen van het begrotingsonderdeel voor miUeu wordt overgeheveld naar het begrotingsonderdeel volkshuisvesting, simpelweg omdat men er op het departement niet in slaagde het geld uit te geven voor het bestemde milieudoel. De komende jaren zal het departement van VROM de beschikking krijgen over een steeds groter budget. Dat betekent dat er een stevige wissel getrokken zal worden op de mogelijkheid daarmee effectief om te gaan.

Men kan zich, gezien het bovenstaande, afvragen of het departement dit aankan. Daarmee staat of valt het hele beleid. Uitbouw van het milieu-apparaat is nodig, vindt de SGP, maar niet in de eerste plaats op centraal niveau. Waar dat mogelijk is, dient de uitvoering te worden gedecentraUseerd. Een klein, maar slagvaardig centraal apparaat, gecombineerd met een gedecentraliseerde uitvoering, verdient de voorkeur. Gemeenten en provincies dienen daartoe uiteraard wel van de benodigde middelen te worden voorzien!

DE FINANCIËN

Vervolgens het vijfde punt: de financiën. Er zullen offers moeten worden gebracht. Op enkele terreinen is er nu al dringend behoefte aan geld, bijvoor­ beeld als het gaat om de bodemsanering, inclusief de waterbodems. In de komende jaren zullen we terughoudend en selectief moeten zijn in het uittrekken van extra overheidsgelden voor het milieubeleid bovenop wat reeds in het NMP-I- is voorzien. De lasten voor de diverse doelgroepen zullen in de nabije toekomst nog redelijk fors oplopen. Heffingen kunnen zeker hun nut bewijzen en moeten zeker ook ingesteld worden, maar ze mogen nooit functioneren als afkoopsom voor milieubelastend gedrag.

Wat de meerdere financiële middelen betreft is er nog de vraag hoe wordt bepaald of iedere voor het milieu uitgetrokken gulden ook optimaal besteed wordt. De overheid zal ook kritisch moeten kijken naar de verdeling van de lasten, zeker als het gaat om de kosten van een erfenis uit het verleden. Indien groepen daardoor onevenredig zwaar worden getroffen, lijken compenserende maatregelen niet meer dan redelijk. Het mag overigens niet zo zijn dat de discussie over de collectieve lastendruk, hoe belangrijk die ook is, per saldo leidt tot een vertraging van het tempo van het milieubeleid.

INTERNATIONAAL

Tenslotte de internationale dimensie. Te pas en te onpas wordt gewezen op de effecten van het miUeubeleid op de internationale concurrentiepositie van ons bedrijfsleven. Natuurlijk hebben we ons terdege rekenschap te geven van deze effecten. Anderzijds moet er voor gewaakt worden dat het geen excuus wordt om noodzakelijk milieubeleid te blokkeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1990

De Banier | 20 Pagina's

Hoofdlijnen milieubeleid vastgesteld

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1990

De Banier | 20 Pagina's