Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De profeet Habakuk (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De profeet Habakuk (4)

Een serie bijbelstudies over de profeet Habakuk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezen Habakuk 2 : 1-11 (met name vers 1 t/m 3)

Het staan op de wachttoren

Habakuk heeft belijdenis afgelegd van zijn geloof, toen hij zei: Wij zullen niet sterven" (Hab. 1 : 12). Maar er is meer. De profeet heeft immers zijn zorgen en problemen voorgelegd aan de Heere. Wc hoorden daarover in het eerste hoofdstuk. Allerwege is er sprake van goddeloosheid. Allereerst bij het volk van Juda, waar de goddeloze de rechtvaardige omringt. Vervolgens openbaart de goddeloosheid zich bij de Chaldeën. die hun eigen krachten als een god aanbidden.

De grote vraag voor de profeet hierbij is, hoe zoveel goddeloosheid kan bestaan bij het bestuur van een heilig en rechtvaardig God. Op deze vraag wil Habakuk antwoord. Hij betrekt de wacht om te zien wat de Heere in hem spreken zal. In deze handelwijze geeft de profeet richtlijnen voor het gebed. Na het bidden volgt het wachten, het wachten op antwoord. Bidden wij ook zo? Of liever: wachten wij ook zo na het gebed? Habakuk wel. Hij gaat er zelfs voor op zijn wachttoren staan.

Het werk op de wachttoren

In een oosterse stad stonden de wachters dag en nacht op de toren van de stadsmuur. Vandaar keken ze uit om te zien of er soms vijanden aankwamen om de stad aan te vallen, of dat boodschappers kwamen aangesneld om hun berichten door te geven. Was het een goede boodschap, dan ging de poort van de stad open; was de tijding slecht, dan ging de poort dicht. Zo beklimt ook Habakuk zijn wachtpost om daar zijn werk te doen. En dat werk is wachten en uitzien. Micha deed dat ook. Hij zegt: Ik zal uitzien naar de HEERE; ik zal wachten op de God mijns heils (Micha 7 : 7).

In dat wachten en uitzien vertegenwoordigen de profeten de kerk der eeuwen. Want het is ten diepste het wachten op Hem, de Beloofde aan de vaderen. Die God Zelf al in het Paradijs heeft aangekondigd als de Verlosser van zondaren. Gods oordelen schieten als donkere wolken langs de hemel en de aarde dreunt onder 't aanstormen van de Chaldeeën. En Habakuk wacht en kijkt omhoog. Jij ook? U ook? Want ook nu is het een tijd van oordelen van God. veraf en dichtbij. Maar ook nu is het de tijd van uitzien en wachten. We zijn immers juist de adventsdagen weer ingegaan? ! En door het wentelen der eeuwen heen gaat het naar de wederkomst van Christus op de wolken des hemels, de dag van Zijn glorie en heerlijkheid.

Gods antwoord op de wachttoren

Habakuk kijkt omhoog en hij ziet wat. ja. hij ziet Hem, Die alle aartsvaders en profeten zagen in het geloof. Denk aan Jacob op z'n sterfbed: Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE!" (Gen. 49 : 18). Dat is hetzelfde als: p Uw Jezus wacht ik, HEERE! God zal Zijn volk niet eindeloos kastijden, nee, want Christus zal in het oordeel ondergaan en door het oordeel heen zal Hij een eeuwige gerechtigheid aanbrengen, om uit Zijn volheid al Zijn kinderen te bedienen. Terwijl Habakuk zwijgt en wacht, gaat God hem spreken van de Komende, van Jezus. Dat wordt zijn troost, hem in de druk toegezegd. Het is alsof de Heere zegt: k heb Uw gebed gehoord, schrijf nu Mijn antwoord maar op. Habakuk krijgt dus de opdracht om het gezicht, het visioen, op te schrijven, omdat

het betrekking heeft op de toekomst. Dat er voor dat opschrijven méér dan één tafel nodig is. bewijst dat dat visioen vrij omvangrijk is. Ook moet de profeet het in grote letters opschrijven. Het moet duidelijk zijn. goed leesbaar, gegraveerd in steen.

God wil, dat Zijn Woord velen in het oog zal vallen, en bovenal in het hart. Niemand moet zich kunnen verontschuldigen met te zeggen: Ik heb Gods boodschap niet kunnen lezen.

Zo moet ook vandaag het kruis van Christus in de prediking hoog worden opgeheven, opdat het door de bediening van de Heilige Geest velen zal zijn tot de boom des levens.

Toekomstperspektief op de wachttoren

Het gezicht, zo staat er in vers 3, is voor een bestem ^e tijd. De tijd, waarop het visioen in rvulling zal gaan, is nauwkeurig bep. ld. maar is nog niet aangebroken. Dit het vervolg van dit hoofdstuk blijkt wat de inhoud is geweest van de Godsopenbaring. God zal bezoeking doen over alle goddeloosheid, zowel bij Juda als bij de Chaldeeën, maar wanneer het precies zal zijn, zegt Hij niet.

Maar als het gebeurt, zullen de goddelozen verdelgd worden en zullen de rechtvaardigen, Gods kinderen, reden hebben tot blijdschap en gejuich. In vers 3 is er sprake van: op het einde. Dit is echt een uitdrukking van wat wij noemen , , het profetisch perspektief'. Dat wil zeggen, dat deze profetie haar vervulling zal vinden in de tijd, waarin ze gesproken werd, maar ook in de volheid des tijds, betrekking hebbend op Jezus' eerste komst, en in het einde der eeuwen, als Christus weer zal komen. Zolang deze wereld staat, zal God Zijn Woord vervullen (= vol maken), zowel in het uitvoeren van wat Hij gedreigd heeft als in het laten komen van wat Hij heeft beloofd. Dat is tegelijk het spanningsveld, waarin de gelovige zich geplaatst ziet. Want de vervulling van wat God heeft toegezegd, kan zo lang duren. Zó lang, dat Abraham 99 jaar moest worden, eer dat Izak (de zoon van de belofte) geboren werd; zó lang, dat Izaak 20 jaar bad, eer dat Rebekka zwanger werd; zó lang, dat Asaf zei: „Heeft God vergeten genadig te zijn"; zó lang, dat jij.... ja, meisjes en jongens, kun je deze zin voor jezelf afmaken?

Zekere vervulling op de wachttoren

Zolang, tot dat! Ja, want de Heere zal zeker doen wat Hij gezegd heeft. Duurt het (haast te) lang? Wel, zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen. Hij zal niet achterblijven. Bovendien zegt de Heere dan nog, dat Hij niet zal liegen. En we mogen dat weten uit het leven van Abraham, van Izaak, van Simeon. Simeon verwachtte de vertroosting Israëls. Hij stond ook op z'n wachttoren. Hoelang? Totdat! Totdat hij God loofde en zei: , JVu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken”.

Advent! Jezus komt. Hij is gekomen en Hij komt weer. Wie is de wachttoren opgeklommen om de einder der eeuwen af te speuren?

Vragen

1. De dienaren des Woords worden wel , , wachters op Sions muren" genoemd. Ga aan de hand van Ezechiël 33 : 1-9 na, welke consequenties daaraan verbonden zijn.

2. De kanttekenaren zeggen, dat het laatste gedeelte van vers 3 ook vertaald kan worden: , , Zo het vertoeft (te weten dit gezicht) verbeid het.... " Dus , , het" in de plaats van , , Hij". Eeidt deze andere vertaling ook tot een andere inhoud van het visioen van Habakuk? Verklaar je mening.

3. Geef voor jezelf nog eens aandacht aan de uitdrukking „profetisch perspektief'. Doe dat in dit verband door naast Habakuk 2 : 3b de tekst te leggen uit Hebreen 10:37.

4. Habakuk moet Gods Woord duidelijk leesbaar voor iedereen die voorbijloopt opschrijven. Ligt hier ook een opdracht in voor de kerk in de wereld van vandaag?

5. Uitzien naar het einde, verwachten, dat deed ook Guido de Brés (zie art. 37 N.G.B.). Hoe ligt dat vandaag, vind je? En hoe ligt dat bij jezelf?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1985

Daniel | 32 Pagina's

De profeet Habakuk (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1985

Daniel | 32 Pagina's