Gebed voor (mede)ambtsdragers

Ambtsdrager

De afgelopen weken zijn er vele diensten geweest waarin ambtsdragers (her)bevestigd werden. Uitzien en er tegen opzien wisselen elkaar af. Wie is bekwaam? Maar ook voor de gemeente een les: hoe hen te ontvangen? Die ouderling die u misschien nog hebt gekend als (ondeugende?) jonge jongen, wordt nu uw wijkouderling. Het bevestigingsformulier zegt: “Ontvangt deze mannen als dienstknechten van God”. Natuurlijk gaat het dan ook over het wel regeren van ouderlingen etcetera. Daar ligt ook een grote verantwoordelijkheid. Maar allereerst: ontvangt ze als mannen die in de dienst van de Heere staan. Niet omdat zij het zo goed doen, maar omdat God ze daartoe heeft geroepen. Hoe u dat kunt doen? Bovenal door dat te doen wat niet direct zichtbaar is: vurig voor hen bidden.

Gebed

Paulus schrijft dit in het kader van de geestelijke wapenrusting. Intens is de geestelijke strijd die woedt. In de samenleving, maar ook in de kerk, waar zoveel verschuift in leer en leven. Weg van het besef dat God de Heilige is en de (bevrijdende) rechtvaardiging van de goddeloze bijvoorbeeld. Kennis neemt af en daarmee het vermogen om te onderscheiden. Maar ook in het persoonlijke leven is er strijd, aanvechting en verleiding. Paulus had gebed van de gemeente nodig. Ambtsdragers van vandaag niet minder. En u kunt veel beter voor uw ambtsdrager bidden, dan over hem spreken, nietwaar?!

Afhankelijkheid

Dat is het eerste: Paulus weet zich afhankelijk van de Heere. Het is waar: hij leerde die verborgenheid (Efeze 3:3) en hij verkondigde het Evangelie (Efeze 3:8). Toch vraagt hij voorbede, opdat het woord in zijn mond gegeven worde, om de verborgenheid van het Evangelie bekend te maken. Er is altijd weer meer te leren als het gaat om de rijkdom van het Evangelie en we zijn altijd verlegen om datgene wat nodig is.

Zeker: het is nodig voor een ambtsdrager om zelf te studeren in het Woord, te worstelen voor Gods aangezicht, te strijden tegen gebreken en zwakheden. Maar wat hebben ambtsdragers de genade van de Heere en daarom het gebed van de gemeente nodig! Juist als ambtsdrager hebben we toch geleerd hoe arglistig ons hart is?! Lopen we steeds weer vast met al ons kunnen, denken en weten?! We zijn afhankelijk van Gods Geest, werk en genade. Zonder Mij kunt u niets doen, zei Christus. Wat is dat steeds een ontdekkende les. Hoe zwak en onbekwaam zijn we in onszelf. Opdat onze kracht en bekwaamheid uit Hem zou zijn. Ieder huisbezoek, ieder ambtsgebed, iedere vergadering opnieuw.

Vrijmoedigheid

Paulus noemt nog iets. Wellicht in verband met het feit dat hij als gezant (ambassadeur) gevangen zit (in een keten). Ambtsdragers hebben vrijmoedigheid nodig.

Tussen haakjes: dat is dus heel wat anders dan bidden dat de ambtsdrager precies doet/zegt wat wij willen. Of dat hij onze stokpaardjes zal berijden. Bidden om vrijmoedigheid voor een ambtsdrager heeft ook in zich: Geef hem vrijmoedigheid, ook als hij mij moet aanspreken/corrigeren/vermanen.

Bidden om vrijmoedigheid. Opdat de ambtsdrager eerlijk zal zijn, hij zal zeggen wat nodig is en niet mensen naar de mond zal spreken, of het nu linksom of rechtsom is. Bidden dat de Heere hem wil gebruiken, met de gaven, zwakheden en het karakter dat hij heeft. Dat hij eerlijk en wijs zijn weg zal gaan door de gemeente. Dus niet slap of lomp, maar de waarheid betrachtend in liefde (Efeze 4:15). Opdat de Heere door hun dienst zal trekken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht, de gemeente gebouwd zal worden en er een opwas mag zijn in de genade en de kennis van de Heere Jezus Christus. Wat een hoge roeping. Zo’n biddende gemeente is meer dan nodig, toch?

Concreet

Wat kunnen we concreet bidden? Allereerst wil ik dan wijzen op de gebeden van Paulus in deze brief (Efeze 1:15 e.v. en Efeze 3:14 e.v.). Vervolgens wil ik een deel van een gebed doorgeven dat ik las bij Thomas à Kempis. Een gebed dat het waard is door iedere ambtsdrager, ja iedere christen gebeden te worden:

“U bent mijn hoop en mijn heil en alles wat ik begeer. Geef mij (hem):

een helder verstand tegen alle dwalingen,
een zuiver hart tegen alle onreinheid,
een vast vertrouwen tegen alle twijfel,
een onwrikbare hoop tegen alle gebrek aan vertrouwen,
vurige liefde tegen alle onverschilligheid en onachtzaamheid,
groot geduld bij alle tegenspoed,
heilige overdenking tegen vuile fantasieën,
voortdurend gebed tegen de aanval van de duivel,
ijverige aandacht om te lezen tegen het voortdurend afdwalen van de geest,
goede bezigheden tegen lusteloosheid en lauwheid van het hart,
devoot overdenken van Uw heilig lijden tegen de dodelijke verwonding door alle zonden.

Sta mij bij, mijn God, met al deze goede gaven en bevestig in mij al deze heilige woorden. Amen.”

Middelharnis/Sommelsdijk, ds. A. Kos

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen