Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Intrede van Ds. L.W. van der Meij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Intrede van Ds. L.W. van der Meij

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

te Alphen aan den Rijn op 18 december 1985

De bevestiging door Ds. D. Slagboom had in het eigen kerkgebouw plaats. Na de dienst was er voor hen die van verre kwamen gelegenheid koffie te drinken en een broodmaaltijd te gebruiken in het eigen verenigingsgebouw. Daar heerste naar we hoorden een heel goede sfeer.

De bevstigingsdienst begon om half 8 en werd gehouden in de Gereformeerde Sal- vator-kerk. Er was veel belangstelling voor deze dienst. Ds. Van der Meij had als tekst Lukas 1 : 76-79. Hij wees er in een inleidend woord op dat de Heere gezwegen had, maar opnieuw was gaan spreken. Hij gebruikte daarvoor Johannes de Doper. Dat was een groot wonder. Velen zijn tot Johannes uitgegaan. Hij predikte de doop der bekering tot vergeving der zonden. Hij ging heen in de Geest en de kracht van Elia. Men wist geen raad met hem. Hij brak alles af. Het kwam aan op de waarachtige bekering. Johannes predikte zonder aanzien des persoons. Hij wees het Lam Gods aan. Men heeft gezegd: hij heeft de duivel. Men wilde niet aan een prediking die God op het hoogst verheerlijkt en de mens op het diepst vernedert. Het wordt alleen door de Geest van God geleerd. Lukas tekent Johannes als vervuld met de Heilige Geest. Hij was van eeuwigheid afgezonderd om het evangelie te verkondigen. De mond van Zacharias was lang gesloten geweest. Door ongeloof. Na de geboorte van Johannes opende de Heilige Geest zijn mond. Hij mocht de grote werken Gods verkondigen. Ds. Van der meij heeft als hoofdgedachte: de aanbieding van de zaligheid.

In het licht van het eeuwige welbehagen Gods te zien. Johannes was uit het wonder geboren. Hij was in zonden ontvangen, in ongerechtigheid geboren. Maar hij was door God verwaardigd om profeet te zijn. De Heere is genadig. Een profeet is een verkondiger van de openbaring Gods. Johannes nam een bijzondere plaats in. Hij was profeet van de Allerhoogste God, Die bij niemand is te vergelijken. Dat vervult Zacharias met verwondering. Een Adamskind en toch in dienst van de Allerhoogste. Er staat niet: zijn, maar genaamd worden: gij zult er voor erkend worden. God zal de bediening krachtig maken. Dat is ook sprekers persoonlijke begeerte, dat de Heere de bediening bekroont door de Heilige Geest. Dat er vruchten komen, waarin God verheerlijkt wordt.

Gij kindeke zult ... en gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan. Niet: vóór de Heere heengaan. Dat de verzoeking van de dienaar, dat hij wat wil zijn. Dat zal God zeker bezoeken. Aan de ene kant is Johannes zich bewust van zijn bevoorrechte positie. Maar ook van zijn nietigheid en kleinheid. Hij zei: ik ben de Christus niet. Zelfs: ik ben niet waardig Zijn schoenriem te ontbinden.

Ik kan alleen met water dopen, maar die na mij komt zal met de Heilige Geest en met vuur dopen. Hij kon de zaligheid verkondigen, niet toepassen. Ik ben de vriend van de Bruidegom. Het gaat om de Heere, om de Kurios, de God van hemel en aarde, om Hem Die straks kan zeggen: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

Johannes sprak: Ik ben de stem des roependen in de woestijn. Het gaat tenslotte om God Zelf. Wat krom is zal recht gemaakt worden. Dat is ook voor onszelf nodig van alles afscheid te nemen. Bergen en heuvelen moeten vernederd worden. Wat hoog is is de Heere een gruwel.

Gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan en roepen: tenzij uw gerechtigheid overvloediger is dan van de Farizeeën en Schriftgeleerden, gij zult het koninkrijk geenszins ingaan. Ook is het de wil des Heeren, dat wie in de diepte verkeert gewezen wordt op Hem.

Spreker is er zich van bewust geen Johannes de Doper te zijn, maar we kunnen toch wel wat van hem leren. Gods voorlopers zijn er nog. Christus wederkomst is er nog niet: Vernedert u onder de krachtige hand Gods, dat we erkennen: Uw doen is rein. Er worden nog dalen verhoogd, zodat nog gekend wordt: mijn hoop die is op U.

Om kennis der zaligheid te geven. Velen hebben Johannes verlaten. Als hij het alleen had gehad over Gods koninkrijk zou hij veel meer aanhang hebben gehad. Maar Johannes heeft altijd de zaligheid op het oog gehad, ook als hij het oordeel predikte. Hadden ze maar beter verstaan.

Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven. Allereerst het oude Bondsvolk. Een verloren volk. Zaligheid: een heel sterk woord: bevrijding uit doodsgevaren, uit de allergrootste nood, de zonde. Die maakt scheiding, berooft van de vrijheid, van de vrede, maakt de mens voorwerp van Gods toorn.

Johannes moest de noodtoestand afkondigen, maar ook: hij mocht wijzen op het Lam Gods, opdat het volk het bij Hem zou zoeken.

De zaligheid bestaat in de vergeving der zonde. Er is slechts één middel, dat men zalig wordt door de gehoorzaamheid van een Ander, waardoor God vrijspreekt.

Dat hoopt spreker te vinden in Alphen. Hij hoopt dat er velen mogen komen die het leren: er is in Sion gelegd een uiterste Hoeksteen.

Zacharias wordt nog verder teruggeleid naar de eeuwigheid: de innerlijke bewegingen der barmhartigheid. De zaligheid vloeit voort uit de vrije liefde van de verkiezende God. God is van eeuwigheid bewogen geweest. De zaligheid is in het hart van God uitgedacht, uit het hart van de Vader en van de Zoon voortgekomen, Die Johannes mocht aanwijzen.

God wist dat het eigen schuld was, maar toch: God die rijk is in barmhartigheid heeft ons levendgemaakt met Christus. En Petrus zegt: Hij heeft ons wedergeboren tot een levende hoop. Dat brengt tot de diepste verwondering: waarom was het op mij gemunt? De opgang uit de hoogte. Dat is de Zon der gerechtigheid: Ik ben niet van beneden, maar van boven, gekomen van de Vader, vóór Johannes, uit de diepten van de eeuwigheid. De barmhartigheid heeft Hem bewogen om te komen en de breuk te herstellen.

Bezocht heeft, dat is omgezien heeft naar. Ook bij Mozes. Hij ging uit, riskeerde zijn positie. Men nam ook hem niet aan.

Ook voor God Zelf: om in die nood te voorzien, om te verschijnen die gezeten zijn in de duisternis. Wijst op sterren, die op eens voor de dag komen, die eerst verborgen waren, maar later openbaar komen.

Ook in het leven. Aan blinden, zondaren, veroordeelden door de wet, kinderen des toorns, in de duisternis. Maar God gaat spreken, roept uit de duisternis.

Het uiteindelijke doel is om hun voeten te richten op de weg des vredes. De Heere zal enerlei hart en weg geven. Ze zullen allen van de Heere geleerd zijn. Spreker hoopt dat de catechisanten ook hiermee bezig zijn.

Hij zal hun voeten richten. Dan gaan ze God groot maken. De Heere Jezus sprak: de minste in het koninkrijk Gods is meer dan Johannes. Het zou van grote ondankbaarheid getuigen wanneer wij minder verheerlijkende gedachten van de Heere hadden dan Zacharias.

De Geest Gods werkt door in onze tijd. Mijn raad zal bestaan. Om zijn volk kennis der zaligheid te geven. Ook nu. Gij hebt mij overmocht. Bidt de Heere of Hij de arbeid wil zegenen.

Armen worden met goederen vervuld. Hij heeft ons zalig gemaakt naar Zijn eeuwige barmhartigheid. De Heere leide velen onder ons tot die Bron. De Heere komt verrassend als hun Heil en zaligheid om te brengen tot het hoogste goed, de vrede met God.

Ook voor de komende generatie.

Zalig het volk dat naar die klanken hoort. Hij klaart de duisternis op, eens volkomen. Hij kroont met de kroon der rechtvaardigeid. Amen.

We zingen Ps. 89 : 7 en 8.

Ds. Van der Meij eindigt met dankgebed. We zingen uit de lofzang van Zacharias : 5 en 6, waarna Ds. Van der Meij de zegen des Heeren op de gemeente legt.

Hierna volgen toespraken van Ds. D. Slagboom, vooral namens de classis, van Ds. H.C. van der Ent namens de vrienden, de Burgemeester als vertegenwoordiger van de plaatselijke overheid en tenslotte van ouderling Joh. van der Lee namens de kerkeraad. Ds. Van der Meij sprak nog een kort dankwoord. De Heere heft grote dingen gedaan. Dat leefde wel in het hart toen de menigte het kerkgebouw verliet. De gemeente kon nog kennis maken met Ds. en mevr. Van der Meij en voor de genodigden was er koffie in een van de zalen van dit ruime kerkgebouw. Door het vertrek van Ds. Van der Meij is de gemeente Zaamslag herderloos geworden. We hopen dat die gemeente spoedig weer een dienaar in Gods gunst mag ontvangen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Intrede van Ds. L.W. van der Meij

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's