Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog eens over homosexualiteit en discriminatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog eens over homosexualiteit en discriminatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

In het nummer 47 van deze jaargang van ons blad schreef ik iets over homosexualiteit en discriminatie. Op dit artikeltje kwam een groot aantal reacties bij mij binnen, waarop ik in een volgend artikel nader in wil gaan. Maar in de eerste plaats dient onze aandacht gescherpt te worden voor een kwestie die tot nog toe in het Gereformeerd Weekblad te weinig gesignaleerd is. Het betreft het voorontwerp van een „Wet gelijke behandeling" dat in september j.1. door minister de Ruiter en de toenmalige staatssecretaris mevrouw Kraayeveld-Wouters gepresenteerd is. Wanneer dit ontvver.p tot wet wordt verheven zal daaruit een regelrechte bedreiging voor tal van christelijke instellingen cn organisaties voortvloeien. Hieronder volgen enkele commentaren van organisaties die alarm hebben geslagen, tot waakzaamheid oproepen en ons wegen wijzen om bij deze ingrijpende zaak te doen wat onze hand vindt om te doen.

De Evangelische Alliantie schrijft: .

Zoals bekend keert het voorontwerp van een Wet gelijke behandeling zich tegen iedere vorm van discriminatie wegens geslacht, homofilie of huwelijkse staat. De werkgroep beoordeelt het tegengaan van discriminatie in de Nederlandse samenleving positief, maar vindt het volstrekt onjuist dat door de regeringsplannen — onder het mom van bestrijding van discriminatie — christelijke organisaties en instellingen worden belet om in hun werk en personeelsbeleid de normen van de Bijbel te handhaven. Zo zal het, als het voorontwerp onverhoopt wet wordt, volgens de E. A.-werkgroep aan christelijke scholen, jeugdwerk-, hulpverlenings-en andere welzijnsinstellingen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen etc. verboden worden om in hun personeelsbeleid aan hun medewerkers voorwaarden te stellen inzake hun levenspraktijk, bijv. te verlangen dat zij geen homofiele contacten of relaties onderhouden of ongehuwd samenwonen.

Men is daarin bevestigd door dc uitleg die ambtenaren van het Ministerie van CRM aan het voorontwerp hebben gegeven op een officiële voorlichtingsdag van het Ministerie op 14 november j.1. Naar de mening van werkgroep wordt met deze plannen dynamiet gelegd onder de eigen identiteit en daarmee onder het voortbestaan van een groot aantal christelijke instellingen die consequent vanuit het Evangelie van Jezus Christus willen werken.

Uit het stilzwijgen dat totnogtoe in christelijke kring heerst rond het voorontwerp, concludeert de werkgroep dat de verstrekkende en ingrijpende consequenties van deze voorgestelde wetgeving nog maar tot weinig christenen zijn doorgedrongen. Daarom wil de E.A.-werkgroep in de komende weken op grote schaal christelijke organisaties en instellingen mobiliseren om massaal bij het Ministerie van CRM op deze plannen te rea-

geren. De sluitingsdatum voor die reakties is 1 februari 1982. Ook in kerkelijke kring zal aktie worden gevoerd.

In dat verband zal op 9 januari op initiatief van de werkgroep een informatiedag worden gehouden, waarop voorlichting zal worden gegeven over inhoud en consequenties van de toekomstige wetgeving. Het adres van de werkgroep (voor reakties en inlichtingen) is: Postbus 1080, 3800 AN Amersfoort. Tel. 03430 - 5030.

Het bestuur van de Evangelische Hogeschool levert het volgende commentaar (hier iets bekort):

In mei 1981 verscheen namens het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk een advies over de wettelijke bestrijding van homofilie (af te korten met AH). Dit advies werd verwerkt in het september 1981 uitgekomen Voorontwerp van een wet gelijke behandeling (af te korten met VGB) van hetzelfde Ministerie.

Het Bestuur van de Evangelische Hogeschool is over de strekking van de VGB zeer verontrust omdat het hierin een aantasting ziet van de grondwettelijke vastgelegde vrijheid. van godsdienst.

In het nu volgende zal dit nader toegelicht worden. Daarbij zullen wij ons beperken tot het gedeelte in het VGB dat handelt over de discriminatie wegens homofilie.

Het Bijbels uitgangspunt

In de eerste hoofdstukken van de Bijbel lezen we hoe God de mens als man en vrouw heeft geschapen om na het gesloten huwelijk (Gen. 2 : 24) met elkaar gemeenschap te hebben. Zo is het Gods wil, Gods bedoeling geweest van den beginne (Matth. 19 : 4) en dat blijkt niet alleen uit de bouw en functie van het lichaam, maar ook uit de Schrift zelf die in dit verband spreekt over natuurlijke en onnatuurlijke omgang en over (homosexuele) schandelijkheid (Rom. 1 : 26, 27). Nu moet daarbij onderscheid gemaakt worden tussen de begeerte en de levenspraktijk. In dat verband willen wij homofilie omschrijven als de sexuele gerichtheid op een ander van hetzelfde geslacht, homosexualiteit als het metterdaad leven in overeenstemming met deze gerichtheid. Het laatste wordt in Gods Woord als een leven in zonde gekarakteriseerd, het eerste ais een verstoring van de scheppingsorde die niet mag doorwerken in de levenspraktijk.

De vraag of homofilie een aangeboren of verworven eigenschap is, kan in dit verband onbeantwoord blijven. Het valt nauwelijks na te gaan in hoeverre er tevens sprake is van aangeboren predispositie. Voor een uitgebreide bespreking verwijzen wij naar het boek Homofilie, geschreven door dr. J. Douma (Amsterdam 1976 3).

Wij willen nu al vaststellen dat dit standpunt geen discriminatie van de homofiel inhoudt. Ook de heterosexueel is gehouden te leven naar Gods Woord en dat houdt voor ongetrouwden evenzeer als voor homofielen in een leven van onthouding en wellicht van veel strijd.

Discriminatie van homofilie?

Het is verhelderend vervolgens aandacht te geven aan enkele fundamentele begrippen in AH en het VGB. In deze beide stukken wordt het onderscheid tussen homofilie en homosexualiteit niet gemaakt, maar er wordt zonder nuancering over homofilie gesproken terwijl daar dan homosexualiteit in is begrepen. Het gevolg is dat de veroordeling van homosexueel gedrag wordt aangeduid als veroordeling van de homofiele mens en derhalve als discriminatie.

Het Advies en het Voorontwerp noemen beide als grond voor deze 'anti-discriminatie'wetgeving ten behoeve van 'homofielen' de maatschappelijke aanvaardbaarheid naast een algemeen beroep op de rechten van de mens, zoals teri dele geformuleerd in artikel 1 van de nieuwe Grondwet. Wij willen echter net alle nadruk stellen dat zowel de rechten van de mens als de maatschappelijke aanvaardbaarheid van zaken getoetst dienen te worden aan de Bijbel. Als op grond van dc Bijbel homosexualiteit zonde moet worden genoemd, dan is de juistheid van wat dc Bijbel in dit verband zegt niet afhankelijk van wat de meerderheid van-de Nederlandse bevolking hierover zegt.

Het VGB spreekt ook over de vrijheid van meningsuiting (blz. 53). De opstellers hebben zich rekenschap gegeven van de godsdienstige bezwaren die kunnen rijzen tegen hun visie op homofilie. Op grond van de Grondwet, de vrijheid van meningsuiting en van de persoonlijke levenssfeer (blz. 48, 80, 85/87) wil men ruimte laten voor spreken en handelen in overeenstemming met het hierboven weergegeven bijbels standpunt. Maar deze vrijheid wordt beperkt tot het terrein van kerk en huis. Op alle andere terreinen zouden christenen zich moeten richten naar het VGB. Het Bestuur van de EH acht dat onaanvaardbaar voor christelijke organisaties.

Het VGB matigt zich een oordeel aan wanneer het stelt dat er tal van activiteiten en voorzieningen zijn, die , , met het belijden geen of slechts een verwijderd verband vertonen; hierbij wordt gedacht aan voorzieningen en activiteiten waarin het algemeen maatschappelijke dan wel het recreatieve of sociaal-culturele element overheerst, zoals het geval is bij het exploiteren van een ziekenhuis, het organiseren van algemeen maat-. schappelijke dienstverlening of het houden van een zeilkamp" (blz. 70).

Elders blijkt dat hiermee tevens gedoeld wordt op onderwijs, vorming, maatschappelijk en sociaal werk. De verworven vrijheid van onderwijs en alle levensbeschouwelijk geaard en georganiseerd werk wordt zo aangetast omdat het belijden daarvoor geen of slechts een ver verwijderd verband zou hebben! Het rapport zegt dus (en nu anders geformuleerd): je mag je godsdienstige overtuiging hebben, maar je mag er niet naar leven in je eigen organisatie. Dit is discriminatie ten voeten uit.

Conclusie

Het voorontwerp is in strijd met de grondwettelijke vastgelegde vrijheid van godsdienst en het dwingt christenen tot een handelwijze in christelijke organisaties die zij voor Gods aangezicht niet kunnen aanvaarden of verantwoorden.

Aan deze onoverkomelijke bezwaren kan alleen worden tegemoet gekomen indien wordt erkend dat de christelijke levensbeschouwing fundamenteel is in tal van christelijke organisaties en indien in die situaties artikel 2a ook van toepassing wordt verklaard (blz. 8, 69, 70). Dat zou kunnen door dit artikel als volgt te wijzigen:

, , Het in deze wet bepaalde is niet van toepassing:

a. op voorzieningen en activiteiten op levensbeschouwelijke grondslag, en van godsdienstige aard, en in verband met bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard".

Verdere informatie

U kunt een informatiepakketje met een conceptbrief over de 'antidiscriminatie-wetgeving' aanvragen bij de Evangelische Omroep, Postbus 565, 1200 AN Hilversum. Met behulp daarvan kunt u een reactie op de regeringsplannen schrijven (bij voorkeur niet individueel, maar als organisatie, instelling, vereniging, kerk, school etc.) en deze vóór 1 februari a.s. sturen naar het Ministerie van CRM, Postbus 5406, 2280 HK Rijswijk.

Tenslotte: Ora et Labora

Bidt en werkt. Breng allereerst deze zaak in het gebed voor de Heere. Bidden wij om vrijmoedigheid en wijsheid, zodat ons getuigenis als christenen duidelijk en voor geen misverstand vatbaar zal zijn. Er mag geen sprake zijn van discriminerende bejegening van medemensen louter op grond van hun seksuele geaardheid. We hebben ook nauwlettend toe te zien dat we geen enkele aanleiding geven om. van een dergelijke discriminerende houding te worden verdacht. Maar anderzijds is het onze roeping aan te wijzen en staande te houden dat het handhaven van bijbelse normen ten aanzien van seksueel gedrag (en dus het trekken van consequenties daaruit in personeelsbeleid en dergelijke) met discriminatie niets heeft uit te staan!

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 december 1981

Gereformeerd Weekblad | 14 Pagina's

Nog eens over homosexualiteit en discriminatie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 december 1981

Gereformeerd Weekblad | 14 Pagina's