Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ALLE TIJD GODS TIJD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ALLE TIJD GODS TIJD

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik heb er geen tijd voor gehad

Dat is een uitdrukking die nogal veel. maar meestal ten onrechte wordt gebruikt. Geen tijd

Tijd. Wat is dat eigenlijk? Ja, dat is heel moeilijk te omschrijven. Er zijn heel wat geleerde verhandelingen over geschreven. Maar daar gaat het nu niet om. Ons leven wordt door een bepaalde tijd aangeduid. Je ziet het vaak in rouwadvertenties staan: op de leeftijd van zoveel jaar is overleden. Scms schokt dat. Dan staat er: door een ongeval werd uit ons midden weggenomen cp de leeftijd van 16 jaar Dat zet je aan het denken. Wat jong nog! Nog maar één jaar jonger dan ik.

Leeftijd. Ons leven wordt bepaald door tijd. Het begin van ons leven en het einde van ons leven wordt bepaald door God. Daartussen, tussen het begin en het einde ligt onze leeftijd. Seconden rijgen zich aaneen tot minuten, minuten tot uren, uren tot dagen, maanden, jaren; zo verstrijkt de tijd. Onze tijd. Onze leeftijd.

Eigenlijk zeg ik dat niet goed. Want het is niet. ónze tijd, maar Góds tijd. Wij krijgen van de Heere alles. Kracht, verstand, bepaalde gaven, eten, kleding, maar ook tijd. Tijd om te leven. Die tijd krijgen we van God.

Tijd is dus gave van God. Maar gave betekent altijd opgave. En gave betekent ock verantwoording. Van alles wat wij van de Heere ontvangen moeten wij verantwoording afleggen. Van het verstand dat wij kregen en wat we daarmee hebben gedaan. Onze gaven en krachten hebben wij te verantwoorden. Wij zullen namelijk rekenschap moeten afleggen waaraan wij die gaven en krachten hebben besteed. De Heere Jezus leert dat in de gelijkenis over de talenten. Verbergen wij de verkregen talenten in een zweetdoek?

Wij zijn dus ook rentmeester van de tijd, die God ons geeft. Het is een gave, maar tegelijk ook opgave. Want de tijd krijgen we niet zonder een opdracht. De opdracht die wij krijgen is om te werken. Werken in een beroep, dat naar de gaven en de krachten die we ontvangen hebben geschikt voor ons is. Dat. is de eerste levensopdracht. Onze tijd te besteden aan ons beroep. Dat is arbeidstijd.

Arbeidstijd.

Werken is niet iets wat de Heere de mens opgedragen heeft na de val. De opdracht tot arbeid is door God gegeven toen wij nog niet gevallen waren. Die opdracht stamt uit de hof van Eden. Daar heeft de Heere bevolen, om de hof te bewaren en te bebouwen. Je kunt dat lezen in Genesis 2 : 15. Arbeid op zich is nog geen paradijsvrucht. De moeite van de arbeid is gekomen nadat wij van God zijn afgevallen. Toen heeft de Heere daarbij gevoegd: et zweet uws aanschijns. Alle moeiten, zorgen, vermoeiing zijn een gevolg van de zonde. Maar arbeid op zichzelf genomen is geen gevolg van de zondeval, maar is een opdracht van God in de hof van Eden.

Het huwelijksformulier van de kerk spreekt dan ock van een goddelijk beroep. Elk beroep is een goddelijk beroep, omdat God de mens tot arbeid roept. Elk werk is dus ock roeping. Wij beperken het woord roeping nu eenmaal wel tot een bijzondere werking van Gods Geest of tot het ambt van predikant bijv., maar hoezeer dat te toegrijpen is, elk werk is een Goddelijke roeping. Het is een hoge opdracht dus cm te werken en tevens een hoog voorrecht. Het is geen voorrecht — en het wordt als zodanig ook niet ervaren — wanneer we werkloos zijn. Er is niets ergers te bedenken dan wanneer een mens gedoemd is tot niets doen.

Een steeds verdergaande arbeidstijdverkorting is dan ock geen zegen. De zgn. vrije tijd wordt groter en roept ernstige spanningen cp, omdat die uren ook op de een of andere manier moeten worden doorgebracht.

Laten we dus met elkaar vaststellen dat werken een voorrecht is. En een opdracht, een Goddelijke roeping. En op een roeping wordt een antwoord verwacht. Dat antwoord moet daar in bestaan, dat we de levenstijd doorbrengen in getrouwe, ernstige arbeid. Over ons leven zal straks het gericht van de Heere gaan. Ook over onze werktijd. De tijd is niet van cns. Wij zijn rentmeesters over cle door God gegeven arbeidstijd.

Vrije tijd.

Dat doe je maar in je vrije tijd

Dat is ook zo'n uitdrukking, die we wel kennen. En dan begrijpen we wel wat er mee bedeeld wordt. Het is het deel van de dag dat wij niet werken. Dat we ook niet verplicht zijn cm te werken. Wij zijn dan vrij van onze verplichtingen ten opzichte van onze werkgever of van de school. Maar is de tijd die we dan vrije tijd noemen ook vrij voor God? Natuurlijk niet. Alle tijd is Gods tijd, ook de zogenaamde vrije tijd. Ook die tijcl gaat onder de toets van Gods Woord door.

De bijbel leert ons dat de Heere wil dat er naast de tijd, die bestemd is cm te werken, ook tijd voor rust overschiet. De Heere heeft dat zelfs in de schepping al gegeven. Ik denk daarbij gewocn al aan de onderscheiding van dag en nacht. De dag om te werken en de nacht om te slapen. We kunnen niet altijd bezig zijn. Ons lichaam heelt rust nodig om nieuwe krachten te verkrijgen. De vermoeidheid kan ons zelfs alle mogelijkheid tct werken ontnemen. Onze geest heeft ook ru.it nodig. Om werkelijk productief te zijn moeten we uitgerust zijn. De Heere heeft onze tijd zo verdeeld, dat er een dag is om te werken en een nacht om te rusten. Ook de slaap is een zegen' die de Heere schenkt. De zegen van de slaap is het deel van de rechtvaardigen.

Dat schept ook een verantwoordelijkheid voor cns. We moeten ons lichaam en de gezondheid die we hebben niet verwaarlozen. Voor de nodige rusttijd in de slaap hebben we ook te zorgen. Niet te lang, want dan roven we de tijd om bezig te zijn. De luiaard wordt in de Schrift nergens geprezen. Maar ook weer niet te kort, want dan rusten we niet. Dan beroven we onze werkgever van hetgeen hem toekomt, namelijk arbeidslust, preduktiviteit en akkuratesse. Daarin alleen dus zien we al, dat de Heere die de nacht en de slaap beiden geschonken heeft, wil dat we ock onze rusttijd zullen gebruiken. God is een Gcd van orde. En daartoe worden ock wij geroepen om orde in onze tijdsverdeling te scheppen. Niet onordelijk hebben we met onze tijdsbesteding om te springen.

Toch is slaap niet het enige wat ons nieuwe krachten naar lichaam en geest schenkt. Rusten, recreatie, is méér clan alleen maar niets doen. Integendeel. Rusten is ook bezig zijn, maar dan met andere dingen dan datgeen waaruit ons dagelijks werk bestaat. Onze z'gn. vrije tijd vindt naast de noodzakelijke rust van de slaap cok een bestemming in het ontspannend bezig zijn. We vinden in de bijbel andermaal een hele duidelijke openbaring van de wil des Heer en dienaangaande. Ik zei al eerder, dat de Heere de afwisseling van arbeid en rust in de schepping had gegeven. We denken aan de zevende dag waarop de Heere rustte van al Zijn arbeid. En de Heere heeft aan de mens die zelfde regelmaat bevolen. Zes dagen moeten we arbeiden en al cns werk doen. Op de zevende dag beval Gcd om te rusten van alle slaafse arbeid. Dan zult ge geen werk doen. Hier hebben we dus de regelmaat, het ritme, dat God in Zijn heilige wet heeft cpgencmen tussen werken en rusten.

Daar vinden we veel meer voorbeelden van in de Schrift. Zelfs voor de schepping gebood de Heere aan Israël een zekere rust te handhaven. De schepping mocht niet worden uitgeput. Ik denk aan de os en de ezel uit het vierde gebod, waar dus ock voor deze werkdieren een dag van rust van de vermoeiende arbeid werd voorgeschreven. Ik denk aan het gebod om in het sabbathsjaar het land niet te bewerken, maarhet rust te geven. Hierin — maar daar gaat het in dit artikel niet ever — ligt. toch ook een aanwijzing dat we de schepping, Gods schepping niet grenzeloos mogen uitputten. Duidelijk is ons dus, dat de Heere een regelmaat in werken en rusten wil.

Maar nu over de inhoud van de rust. Ik schreef al, dat de rust niet is een absoluut niets doen. Wanneer we even naar het vierde gebod zien, dat ons de rust van de Sabbathdag beveelt, dan leren we dat de Heere daarin beveelt cm in Zijn dienst bezig te zijn. Zeker wanneer we de verklaring lezen van onze Heidelberger Catechismus. Dan gaat het om het in standhouden van de kerken en scholen, de armen christelijke handreiking te doen, maar ook en bovenal Gocl door Zijn Geest in ons werken laten. Wie het vierde gebod meent te onderhouden door op zondag helemaal niets te doen, die heeft zeker dit gebod niet onderhouden. Zijn in de dingen des Hceren. Dat is de zegen van de Sabbath, clat wij onze werken een dag mogen laten liggen en dat we de Heere door Woord en Geest in ons moeten laten wenken. Dat is het positieve van het Sabbathsgebod.

Wij zijn verantwoordelijk ook voor onze vrije tijdsbesteding. Rust mag en moet er zijn. Arbeid en rust hebben met een zekere regelmaat elkaar al' te wisselen. De Heere

heeft, op neg meer wijzen in de wetten van het oude Israël aangegeven dat er ook langere perioden van rust zouden zijn. Ik denk aan de hoge feesten, het Paas-, Pinkster-en Loofhuttenfeest, waaraan doorgaans zeven dagen van rust verbonden waren. Dat had natuurlijk in de eerste plaats een ceremoniële, godsdienstige betekenis, maar ook was daar een zedelijke kant aan verbonden. Want het. pinksterfeest viel samen met het einde van de gerste-en tarweoogst. De weken van hard werken waren teneinde. Dan waren er de degen van rust, van blijdschap in die feesten gebeden.

Rust moet er zijn. In dienst van de arbeid is die rust noodzakelijk. Maar we zijn verantwoordelijk cp welke wijze we die rust, ontspanning zoeken. Ik denk aan het werk voor de kerk, dat verricht meet worden. Daar is vrije tijd voor nodig. Ik denk aan de bezinning door onze jonge mensen op allerlei problemen cp de verenigingen. Ik denk aan de broodnodige catechisaties. Ik denk aan zoveel ander werk ten dienste van onze naaste. De bejaarden, zieken en gehandicapten. Ik denk aan de tijd vor stilte en persoonlijke bezinning. De tijd voor de omgangmet het Woord van God.

Israël kende de wetten waarin de rust en de arbeid waren voorgeschreven. Die wetten hebben wij niet meer. De kerk deelt nu in de christelijke vrijheid. Maar die vrijheid is niet een ongebondenheid. We staan met God in rekening voor al onze tijd. Ook onze vrije tijd hebben we verantwoord te besteden als voor het aangezicht des Heeren.

Genadetijd.

Nu een laatste aspect van onze tijd. Vanaf het ogenblik dat onze tijd begint — geboorte — tot het ogenblik dat onze tijd eindigt — sterven — is alle tijd die we van God krijgen genadetijd. Dat moeten wij in al de jacht van het moderne leven niet vergeten. Wij gaan naar de eeuwigheid. De grote beslissingen vallen in de genadetijd. Nü is er die genadetijd. De tijd waarin de Heere nabij is. De tijd waarin de Heere te vinden is. Straks is die tijd voorbij. Jchannes zag op het eiland Patmos een engel, die stond met de ene voet cp de aarde en met de andere in de zee. Een open boekje was in zijn hand. Dat open boekje is het evangelie. De klank van het evangelie gaat ever de hele aarde. En deze engel had zijn rechterhand opgeheven naar de hemel. En hij zwoer bij Die, Die leeft in alle eeuwigheid: Daar zal geen tijd meer zijn.

Straks is er geen tijd meer.

Heb je de vragen uitgewerkt? Ik had geen tijd, dominee. Heb je in de bijbel nagekeken, wat Ik had geen tijd, dominee.

Daar zal geen tijd meer zijn.

Geen tijd cm naar de kerk te gaan. Geen tijd om naar de catechisatie te gaan. Geen tijd om de bijbel te lezen. Geen tijd cm te bidden.

Geen tijd cm bekeerd te worden. Toch zullen we dan niet kunnen zeggen: Ik heb geen tijd gehad

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1975

Daniel | 24 Pagina's

ALLE TIJD GODS TIJD

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1975

Daniel | 24 Pagina's