Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OVERGEGEVEN TOT DE KRUISDOOD.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OVERGEGEVEN TOT DE KRUISDOOD.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

II Toen gaf hij Hem dan hun over, opdat Hij gekruisigd zou worden. Johannes 19:16

Zulk een mens kan dus niet meer leven. Als men de natuurlijke mens waarschuwt voor de zonden, is hij geneigd om de opmerking te maken dat men niet meer leven kan als dit niet mag en als dat niet mag. Kon hij waarlijk maar eens niet meer leven! Zo wordt het voor de mens die de zonde als zonde leert kennen en zich door het oordeel Gods bedreigd ziet. Al zijn gerechtigheden ziet hij daarbij nog als een wegwerpelijk kleed. Hij kan geen goed meer doen. God heeft de mens eenmaal tot Zijn verheerlijking geschapen. Maar Hij wordt door de mens niet meer verheerlijkt. En al wat we doen hetzij we eten of drinken of iets anders doen, zouden we moeten doen tot verheerlijking van onze Schepper. Maar daarom moet dan ook de wet ons nu vervloeken in ons ingaan en uitgaan, in ons opstaan en in ons nederhggen. Geen verlossing is er dus voor de zondaar te vinden van de vloek van een heihge wet. Als een door de wet vervloekte moet hij sterven. Het leven heeft hij zich onwaardig gemaakt en de eeuwige dood heeft hij verdiend.

Onze tekst zegt ons echter hoe Christus tot de vervloekte kruisdood door PUatus werd, overgegeven. Als één die aan al Gods geboden schuldig stond, moest Christus de dood sterven. De vervloekte dood stond Hem nu te wachten.

Immers was de kruisdood van God vervloekt. Pilatus gaf Jezus over om gekruisigd te worden. De Joden hadden die kruisdood geëist. Dat was een Romeinse straf. De Joden hingen ook wel grote misdadigers aan het kruis, maar dan nadat zij hen eerst hadden gedood. Dat dode lichaam werd dan tot schande en verachting aan het kruishout gehangen. Voor de nacht moest echter dat lichaam er weer afgehaald worden. Het mocht aan het hout niet overnachten, opdat de vloek niet op het land zou rusten. De Romeinen kruisigden de mensen echter levend. Aan de kruispaal moesten zij dan onder de allersmartelijkste folteringen van het Uchaam sterven. En deze kruisdood van Jezus nu eisten de Joden van Pilatus. Steeds hebben zij geroepen dat Hij gekruisigd moest worden. En aan deze eis van de Joden heeft Pilatus voldaan.

Toen gaf hij Hem dan hun over, opdat Hij gekruisigd zou worden. In dit alles was echter de volvoering van Gods eeuwige raad. Geen zaligheid is er buiten het kruis van Christus. Als Borg moest Hij deze vervloekte dood sterven. En onze tekst brengt ons dan ook nu in de gedachten naar Golgotha, waar Christus gekruisigd werd tussen moordenaars. Daar zijn Hem de handen en voeten doorgraven, gelijk als door de mond van de profetische dichter was voorzegd. Daar zijn Zijn klederen verdeeld. Ook heeft Hij daar gehangen onder de verlating van Zijn Vader in die drie-urige duisternis. Dara moest Hij uitroepen: Mij dorst!

Zo hing Hij daar als een vervloekte aan het hout. Met zulk een vervloekte kon de Vader geen gemeenschap hebben. En toch was Hij des Vaders veelbeminde Zoon. Maar Hij droeg dan ook aan het kruis de vloek voor de Zijnen weg. De wet kan hen niet meer vervloeken, daar Christus de vloek voor hen gedragen heeft. Wie zal er nog beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. Wie is het die verdoemt? Christus is het. Die gestorven is; ja, wat meer is. Die ook opgewekt is. Die ook ter rechter­ hand Gods is. Die ook voor ons bidt.

Deze Middelaar. Die als een vervloekte buiten de gemeenschap Gods gesloten werd, is nu verheerlijkt aan de rechterhand des Vaders. Dat zegt ons dus, hoe Hij aan het kruis de vloek heeft weggedragen. Door Hem worden we niet alleen van de vloek verlost, maar ook weer in de gemeenschap Gods hersteld. Geen zonde maakt dan scheiding meer. De wet moet zwijgen en heeft niet meer te eisen of te vloeken. O welk een ruime weg tot de zaügheid is er dan in Christus' kruisdood voor een verloren en verdoemelijk zondaar geopend! Zo predikt die kruisdood ons de rijkdom van Gods genade voor de grootste der zondaren. De bekering van de moordenaar, die met Christus gekruisigd was, is ons daar een bewijs van. Die hing daar ook als een vervloekte aan het hout. Maar hij kreeg onder het oordeel Gods te buigen.

Wij toch rechtvaardig, zo heeft hij erkend, want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben, maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan.

Tot die erkenning wordt elke zondaar gebracht, die zich om de zonde het oordeel van de eeuwige dood leert waardig keuren. Hij leert buigen onder Gods recht. Hoe rechtvaardig treft hem die vloek der wet lot in alle eeuwigheid.

Zal er dan ook voor zulk een mens verlossing zijn, dan zal het uit genade zijn, aUeen door de verdiensten van die gekruiste Middelaar.

De moordenaar kreeg het te geloven, dat hij door deze gekruiste Nazarener nog zalig worden kon. Aan Hem Die daar met hem aan het kruis hing in de diepste vernedering, onder de vreselijkste pijnen en smarten naar het lichaam, ging hij vragen: Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw koninkrijk zult gekomen zijn. Welk een wonderlijke zaak toch! Hier gold het ook van, dat vlees en bloed hem dit niet kon openbaren. Door een Goddelijke, bovennatuurlijke en hemelse verlichting mocht hij in die Persoon, Die daar met hem aan het kruishout hing, de Verlosser zien. Maar dit was dan ook een gelovig zien.

Zulk een gelovig zien op het kruis van Golgotha wordt nog geschonken aan degenen die evenals de moordenaar het oordeel Gods als rechtvaardig leren erkennen. Ze zullen weten dat zij door een gekruiste Christus gezaligd worden. Wel kan het oog voor het kruis nog zolang gesloten blijven. Veel kan er al gebeurd zijn voordat men eens op Golgotha gekomen is. Dit is ook in de discipelen wel duidelijk te zien. Maar toch zullen al degenen die zalig worden het weten dat het Lam Dat geslacht is, ze Gode gekocht heeft door Zijn dierbaar bloed-Zo zal er geen andere roem dan in het kruis van Christus over kunnen blijven. Och, dat Zijn kruisdood eens rechte waarde voor ons kreeg! Met de apostel zullen we moeten kunnen zeggen: Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Cliristus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods. Die mij Hefgehad heeft en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.

Zo mochten we door de gemeenschap aan een gekruiste Christus steeds meer gekruisigd worden aan de zonden en de wereld, aan eigen ik, zin en wil en vleselijke begeerhjkheden. Ja, alle grond van roem mocht ons buiten dat kruis maar steeds meer ontvallen, opdat alzo ons gehele leven steeds meer zal worden een kruisiging met Hem, opdat wij ook eenmaal eeuwig met Hem verheerUjkt zullen worden. Amen.

V.

M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's

OVERGEGEVEN TOT DE KRUISDOOD.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's