Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GODS GENADE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GODS GENADE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar hoewel wij in Job een bewonderenswaardige kracht zien, was hij toch een broos mens zoals wij. En daar dat zo is, hoe zou hij dan zo gesterkt zijn, als God er de hand niet in had? En is heden ten dage die kracht, waarvan Hij gebruik gemaakt heeft jegens Job, soms verminderd? Is God soms veranderd van voornemen of van aard? Zeker niet. Nu dan wanneer wij zien dat God Job gesterkt heeft, laten wij komen tot de beloften, die dat als wij verslagen zijn door de zwakheid van ons vlees, Hij, wanneer wij onze toevlucht tot Hem nemen, iets ter genezing heeft. Wanneer wij terneergeslagen zijn, heeft Hij iets om ons te versterken, ja ook wanneer wij anders van alles verstoken zijn. Wanneer het geneesmiddel ons dan zo door God wordt aangeboden, om aan al onze zwakheden te hulp te komen, laten wij dan niet twijfelen dat Hij, evenals Hij Zijn knecht Job heeft ondersteund, ook heden ten dage in ons zal werken. Want Hij wil anders niet dan de beloften verzegelen die aan allen gemeen zijn, en Hij heeft er in de persoon van een mens ons een bewijs en de ondervinding van gegeven, opdat wij niet zouden twijfelen, dat Hij, hetgeen Hij gezegd heeft, ook doet. Laten wij dan niet met deze verontschuldiging aankomen, och ja, ik ben een mens. Was Job soms niet een mens? Was Abraham niet een mens? En David eveneens? En hoe hebben zij weerstand geboden an de verzoekingen? O ja, maar zij zijn geholpen. En is God dan vandaag niet meer aan Zichzelf gelijk, is Hij sedert die tijd veranderd? Heeft Hij alleen maar drie of vier willen helpen? Toen in al uw moeilijkheden, heeft Hij toen alleen gesproken tot Job, tot Abraham, en tot David? Heeft Hij niet gesproken tot heel Zijn Kerk? Nu dan, als wij God niet willen beschuldigen van leugen, dan moeten wij onbevreesd de gevolgtrekking maken, dat evenals .Job door God is bijgestaan, wij ook geholpen zullen worden. Maar hoe is het? Wanneer wij ontbloot zijn van de genade van de Geest van God, komt dat voort uit onze verdorvenheid, en doordat wij het goede niet op prijs stellen dat Hij bereid is ons te bewijzen. Als Hij ons Zijn beloften doet, dan sluiten wij niettemin de deur voor Hem, hoewel Hij tot ons komt en anders niet zoekt dan Zijn kracht te ontplooien om ons staande te houden. En dus, wel wetende tot welk doel ons deze geschiedenis beschreven is, en wel (zoals ik reeds gezegd heb) opdat wij zouden weten hoe God de Zijnen met plagen bezoekt en aan de andere zijde, dat wij weten dat Hij niet vergeet hun hulp te verlenen naar dat de nood groot is, het hulpmiddel ook altijd ter geschikter tijd bereid wordt. En ten slotte, wij hebben een schoon getuigenis dat de rampen niet altijd tekenen zijn dat God ons haat. En als wij dat niet hebben, is het onmogelijk dat wij ge duldig zijn onder onze tegenspoeden; want niet zonder reden zegt de heilige Paulus in hoofdst. 15 aan de Romeinen, vs 4, dat wij vertroosting moeten hebben door lijdzaamheid. Wanneer een mens zich niet vertroost in God, wanneer hij een grote en onoverwinnelijke kracht wilde tonen, dan zou men dit geen lijdzaamheid kunnen noemen; hij zal niet lijdzaam zijn zoals het behoort, het zal zijn zoals men het in een spreekwoord noemt Lombardgeduld, d.w.z. gedwongen geduld, en afgeperst, zoals van een muilezel die op zijn toom bijt. Het is waar dat degenen die zo zijn, zich intussen als standvastigen zullen willen vóórdoen. Zij zouden niet willen buigen, zij zouden wel zeggen: dat is een tegenslag, wij moeten standvastig blijven. Daar ziet ge hoe het is met het geduld van de ongelovigen. Hoewel zij in de wereld vermaard zijn als moedige en krachtige lieden, laten zij niet na zich te verheffen tegen God, en Hem te beschuldigen; kortom, zij willen zich allen rechtvaardigen. Ik weet niet (zullen zij zeggen) waarom mij dat overkomen is, anders dan dat ik het geluk niet mee gehad heb. Of: God is traag dat Hij niet meer aan de zaken denkt, of wel, de toestand van de mensen is van die naard. Zo houden zulke lieden niet op, hun hart vol bitterheid te hebben.

Uit een preek over Job 1 : 13 t/m 19.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's

GODS GENADE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 1975

Bewaar het pand | 6 Pagina's