Op surveillance

Op zondagmiddag is het rustig in het dorp. Het is stil in huis. De buren zijn niet thuis. Het duurt even voordat mevrouw Jansen het geluid dat ze hoort, kan thuisbrengen. Het lijkt wel breken. Vanuit de slaapkamer kijkt ze naar de tuin van de buren. Twee mannen zijn druk bezig om de achterdeur te forceren. Met kloppend hart belt ze 112 en geeft ze een ooggetuigeverslag van de inbraak. Van twee kanten worden politieauto's naar het plaats van het delict gedirigeerd. Mevrouw blijft aan de telefoon. Even later ziet ze de boeven met allerlei spullen naar buiten komen en in een auto stappen. Met een bibberstem geeft ze het kenteken van de auto door. Via de portofoon geven we het merk, de kleur en het kenteken door. Niet zonder succes. De aanstormende politieauto komt de auto tegen. Ongelukkigerwijs precies midden op een brug. Het duurt even voor de politieauto gekeerd is. De boeven hebben gelukkig ook niet goed opgelet. Pas als de politieauto in de spiegel van de boevenauto komt, begrijpen ze dat ze het haasje zijn en kiezen ze nu ook het hazenpad. De zondagmiddagrust wordt nu wreed verstoord door een heuse achtervolging. Links, rechts, weer links...
Ik zit als wachtcommandant op het politiebureau en begin van het geheel een beetje in extase te raken. De achtervolgende politieauto geeft een nieuwe straat door
„Hebbes", roep ik enthousiast naar Gerdien, die naast me zit. Deze straat is de toegangsweg tot de begraafplaats. Inderdaad stopt de achtervolging op de dodenakker. De drie boeven stuiven alle kanten op, de agenten erachteraan. Deze actie is heel begrijpelijk, maar strategisch gezien niet geweldig omdat later blijkt dat ze zo kans zagen om achter de politieauto langs de begraafplaats weer af te lopen.
Dat weten de politieagenten niet die kriskras over de begraafplaats lopen
Weer gaat de telefoon op het bureau. Gerdien krijgt een buurman van de begraafplaats aan de telefoon. Droogjes deelt de man mee dat, als we op de begraafplaats soms iemand zoeken, we ook eens in de boom moeten kijken. Daar zit er een. De bomen op de begraafplaats zijn hoog. (Diverse agenten worden maandag wakker met een stijve nek.) Ergens hoog in een berkenboom zit een wel erg vreemde vogel. De boef wordt uitgenodigd om naar beneden te komen. Eerst wil hij niet zo erg, maar als de hondengeleider met een blaffende Nero zich onder de boom opstelt, weet de man niet hoe snel hij naar beneden moet komen. Halverwege de boomstam bekent hij de inbraak al.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen