Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Angst en vrees (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Angst en vrees (1)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bangheid en angst komen echt niet alleen bij kinderen voor, maar ook onder volwassenen. Veel mensen verbergen hun angstgevoelens en spreken er niet over uit schaamte. Toch is dit niet juist. Ook hierin wijst Gods Woord ons de weg.

Ik kan vanwege de beperkte ruimte niet ingaan op allerlei oorzaken van bangheid. Een professionele hulpverlener en uw pastor zullen zich daar uiteraard wel in moeten verdiepen, maar de oorzaken kunnen zo divers en persoonlijk zijn, dat ik die in een algemeen artikel niet kan bespreken.
De grote oorzaak van vrees is natuurlijk de zonde. Zodra Adam en Eva hun diepe val maakten, werden ze besprongen door vrees. In de geloofsgemeenschap met de Heere wordt door Gods kind geen vrees gevoeld, zelfs voor de dood niet. Mist hij dat in de beleving, dan kan het wel eens zo erg zijn, dat hij met David roept: Duizend zorgen, duizend doden, kwellen mijn angstvallig hart; voer mij uit mijn angst en noden!
Maar wat kan een mens gekweld worden door vrees. U bent alleen; op een donkere winteravond gaat de bel en u schrikt. Of in de nacht komt een onweer opzetten en u wordt vreselijk bang. Uw man leeft niet meer en uw kinderen zijn er ook niet; u bent alleen.
Misschien bent u wel bang voor een mens of mensen. Misschien bent u wel bang voor uw eigen man of een collega. Het komt allemaal voor.
U moet naar het ziekenhuis voor een maagonderzoek en u bent vreselijk bang voor die slang door uw keel, of u moet in de scanner. U ergert zich aan die sussende toon van geruststellende woorden van mensen die naar uw mening makkelijk praten hebben: zíj hoeven niet in zon benauwd ding; zíj zijn niet alleen!
En hoe kan de angst soms je keel dichtknijpen als je aan de dood, als je aan je eigen dood denkt! O, dat onbekende, en ik moet helemaal alleen! Hoe zal dat toch wezen? En dan voor God te moeten verschijnen!
Wees nooit jaloers op anderen die zeggen nooit bang te zijn. Het is alleen maar grootspraak. Bovendien helpen de (zogenaamde) durf en dapperheid van een ander u toch niet. U zit ermee. En heb ik nu een woord van moed voor u? Jazeker!

Angst en vrees horen bij deze bedeling als een rechtstreeks gevolg van de zonde. Geve de Heere dat maar recht te beseffen. Dan komen er verbrokenheid en schuldbesef. Dan verandert het klagen over bangheid in een klagen over onze schuld. Het is zo nodig dat we eerlijk voor God worden en leren belijden dat we de eeuwige angst van de hel waardig zijn.
Maar wie daar door Gods genade komen mag, wordt altijd verder gebracht. God doet geen half werk. Hij brengt rust en troost in het benauwd gemoed; hier in beginsel en straks volkomen, als vrees er nooit meer zal zijn.
In welke weg verlost Hij en vertroost Hij? In de weg van het gebed. Denk eens aan de bijbelheiligen; mensen van gelijke beweging als wij. Toen Jakob hoorde dat Ezau in aantocht was, „vreesde hij zeer en werd het hem bange (Gen. 32:7). Toen David door zijn eigen mannen dreigde gestenigd te worden, werd hij zeer bang (1 Sam. 30:6). We lezen het van Jeremia en van Petrus. Maar in die nood vluchtten zij tot God. „Als mij bange was, riep ik de HEERE aan en riep tot mijn God. (Psalm 18:7)
Het kind roept in zijn bange droom om zijn moeder. Zo doet ook het kind van God. Hij roept om hulp. Maar dan moet zon hulpvrager wel voor de dag komen! Hij moet zich niet groot houden, maar alles voor de Heere belijden en alles bij de naam noemen. Ook de belijdenis dat hij van zichzelf dat vertrouwen niet heeft. Ook eerlijk zeggen dat je, ondanks eerder ervaren hulp en uitreddingen, toch altijd weer zo bang kunt zijn. Op dit aspect wil ik trouwens de volgende keer nader ingaan.

Niet zozeer het feit dat zelfs de bijbelheiligen angst kenden, troost mijn ziel, maar het feit dat de Heere hun hulpgeroep wilde horen, dàt mag een oorzaak van moed en vertrouwen zijn! Die God, Die helpt in nood, leeft nog! En Hij schaamt Zich niet om een God van armen, blinden, naakten, ellendigen en vreesachtigen te zijn. En dat alles om de verdienste van Zijn lieve Zoon, de Heere Jezus Christus. Welk een angst heeft ook Hij gekend. In de hof begon Adam beangst te worden en hij verborg zich voor de Heere. Die hem uiteindelijk nog vertroostte ook! Maar dat was om de tweede Adam, Die in de hof ook droevig en zeer beangst begon te worden. De beker van Gods gramschap werd Hem aangereikt en o, hoe vreesde Hij. Vreselijk is het als God de zonde bezoekt. En troost mij de wetenschap dat de Heere zondaren uit de angst verlost, de wetenschap dat God de Tweede Adam níet verloste, troost mij nog veel meer. Want Zijn angst en zielenlijden zijn de oorzaak van troost, vrede en rust. Hier in beginsel, straks volkomen.
Maar graag ga ik er de volgende keer nog even op door.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 april 2003

Terdege | 108 Pagina's

Angst en vrees (1)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 april 2003

Terdege | 108 Pagina's