Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Attractief’ uit de catechismus preken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Attractief’ uit de catechismus preken

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar kwam de vraag van de redactie van Ambtelijk Contact in feite op neer. Wil je een artikel schrijven over de vraag hoe we in onze tijd de catechismus nog kunnen hanteren als bruikbaar uitgangspunt voor een leerdienst? Kort gezegd: hoe kan de catechismus ‘attractief’ benut worden in de leerdienst? In dit artikel wil ik een poging doen die vraag te beantwoorden.

Hoe?

Maar op welke manier zal ik dat doen? Het beeld in de CGK is nogal divers. Er zijn gemeenten waar de Heidelbergse Catechismus niet meer wordt gebruikt. Vermoedelijk op grond van de vaak gehoorde argumenten: de ‘kloof’ tussen het leerboek uit 1563 en de lerende gemeente van 2016 is te groot, de tekst van de catechismus is niet meer bekend, jongeren haken eerder af, ouderen klagen ‘omdat ze het al zo vaak hebben gehoord’. Ds. M. de Kreek van de NGK te Doetinchem probeerde een aantal jaren geleden leerdiensten uit de Heidelbergse Catechismus van de grond te tillen. ‘Maar daar was absoluut geen draagvlak voor in de gemeente’, zei hij in een interview. ‘De mensen willen het niet’.

Aan de andere kant zijn er gemeenten waar de catechismus niet alleen wordt gekend, maar vooral ook wordt herkend als een betrouwbare samenvatting van de kern van het evangelie. En waar dus de catechismus een vaste plaats heeft in de leerdiensten. En elke week ontvangt de lerende gemeente - ouderen én jongeren - dit onderwijs in de leer van de kerk.

Over deze diversiteit is veel te zeggen. Daar ga ik nu aan voorbij. In ieder geval is duidelijk dat de catechismusprediking in de CGK langzaam maar zeker van plaats en betekenis verandert. Ook is duidelijk dat de diversiteit te groot is om in dit artikel een handreiking te doen waar alle ambtsdragers iets aan hebben. Daarom kies ik niet voor een algemene benadering, maar voor een persoonlijke. Ik zal eerst weergeven hoe ik zelf tegen de catechismus in de leerdienst aankijk en daarna een persoonlijk antwoord geven op de drie concrete vragen die ik van de redactie van Ambtelijk Contact kreeg.

Persoonlijk

Bij de afronding van mijn studie in Apeldoorn heb ik me bijzonder bezig gehouden met de Heidelbergse Catechismus. Daar werd ik voor het eerst gegrepen door dit belijdenisgeschrift. Toen ik vervolgens in mijn eerste gemeente geroepen werd wekelijks uit de catechismus te preken, ontdekte ik al snel veel vreugde te vinden in de catechismusprediking. Een vreugde die versterkt werd door de positieve reacties uit de gemeente. Die vreugde is er tot op de dag van vandaag gebleven. De Heidelbergse Catechismus is voor mij geen museumstuk uit een ver verleden, maar een oude diamant die naarmate je hem meer poetst -dat is kent én gebruikt - steeds mooier gaat schitteren.

Wat maakt dit leerboek dan zo bijzonder voor mij? Waarin ligt de kracht? Waarom vindt het weerklank in mijn hart en dat van andere gelovigen? Ik noem vier aspecten.

1. Erfenis

De catechismus is voor mij allereerst erfenis van een gelovig voorgeslacht. In de catechismus leggen de opstellers op een persoonlijke manier getuigenis af van de waarheid van het evangelie, zoals het door de Reformatie opnieuw was ontdekt. We horen waar zij in de turbulentie van die tijd houvast in vonden: in het kruis, de genade en de Geest van Christus. En vandaag staan wij nog altijd op de schouders van dit voorgeslacht. Zeker, we zijn geroepen om vanuit onze situatie verantwoording af te leggen van de hoop die in ons is. Maar wat mij betreft altijd verbonden met de erfenis die we vanuit de geschiedenis meekrijgen.

2. Leerboek

Het tweede is: de catechismus is bedoeld als leerboek voor de gemeente, en dan met name voor de jeugd van de gemeente. De catechismus wil de lerende gemeente opvoeden tot geloof. Tot dat geloof dat in zondag 7 op een existentiële manier omschreven wordt als een eenheid van kennen en vertrouwen. En naar mijn vaste overtuiging kan de catechismus ook in 2016 nog steeds deze functie vervullen. Niet door de oude woorden alleen maar te herhalen en te verklaren. Maar vooral door:

1. te laten zien dat de leer van de kerk uit de Schrift opkomt;

2. daarmee het hart van de lerende gemeente te zoeken;

3. en in te gaan op de situatie waarin wij vandaag het evangelie horen. Dus geen tijdloze catechismusprediking, maar ingaan op de werkelijkheid van het leven in deze postmoderne tijd.

3. Belijdenis

Als derde noem ik het belijdeniskarakter van de Heidelbergse Catechismus. Deze belijdenis is onze belijdenis. Is mijn belijdenis. We hebben elkaar - ook in de Chr. Ger. kerken - gevonden en de broederhand gereikt op deze confessionele basis. Hier staan we voor. Dit is wat we op grond van de Schriften geloven. Dan is er wat mij betreft alle reden om dat ook in leerdiensten tot uitdrukking te brengen.

4. Ankerplaats

Ten slotte is de catechismus voor mij een soort ankerplaats. Een veilige ankerplaats in de dynamiek van de tijden. De samenleving verandert in rap tempo. En wij veranderen mee. Steeds weer dienen zich nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen aan waarop we een antwoord moeten vinden. En dat gaan we wat mij betreft niet uit de weg. Maar dan wel op basis van een stevig fundament. En dat fundament, die veilige ankerplaats, is de kern van het evangelie, samengevat in de belijdenis van de kerk.

Concrete betekenis

Wat dat concreet voor mij betekent? Bijvoorbeeld dat de catechismus benadrukt dat het laatste en enige houvast van de mens - ook van de moderne mens, ook van mij - alleen maar kan liggen buiten onszelf: in Christus alleen, in de genade alleen. Dáár mag ik in de onrust van de tijden, de onrust van het bestaan en de onrust van mijn eigen hart het anker uitwerpen.

Een tweede voorbeeld: de catechismus zoekt de lerende gemeente te bewaren bij de hoofdzaken van het evangelie: de genade, het geloof, het gebod en het gebed. Daarmee worden andere vragen - en zeker de vragen die in onze tijd naar voren komen - niet weggedrukt. Die vragen zijn er. Laten we ze vooral bestuderen, bespreken en bepreken. Maar laten we niet doen alsof de vragen van vandaag de enige legitieme vragen zijn die gesteld kunnen worden. Juist dan leert de catechismus mij dieper te steken dan de waan van de dag. Hoe? Door de vragen van vandaag te plaatsen in de context van de kern van de Schrift.

Drie vragen

Begrijpt u nu waarom ik nog altijd met vreugde de catechismus gebruik in de leerdiensten? Voor mij is dat niet alleen kerkordelijke regel of een opdracht uit mijn beroepsbrief. Maar een zaak van innerlijke overtuiging. Het is heilzaam voor de lerende gemeente.

Van hieruit wil ik dan concreet ingaan op de vragen die ik van de redactie kreeg. Die luiden:

1. Hoe kan de catechismus in de leerdiensten ‘attractief’ benut worden?

2. Hoe om te gaan met thema’s die in de catechismus uitvoerig ter sprake komen en met thema’s die onderbelicht blijven?

3. Beseffen kerkenraden hun verantwoordelijkheid en hoe kunnen of dienen ze de catechismusprediking te ondersteunen?

1. ‘Attractief’ benutten

Hoe kan de catechismus ‘attractief’ benut worden in de leerdiensten? Ik weet daar eigenlijk maar één goed antwoord op: studeren, studeren, studeren! Volgens mij staat of valt de catechismuspreek met de voorbereiding van de voorganger.

Ik moet daar wel een paar kanttekeningen bij plaatsen. Bijvoorbeeld deze: als de catechismus door de gemeente niet meer herkend wordt als een existentiële vertolking van de kern van het evangelie zal ook een intensieve voorbereiding van de voorganger dat niet kunnen veranderen. Of de kanttekening dat ook vorm en presentatie in de verkondiging ertoe doen. Als de inhoud van de leerdienst rijk is maar vorm en presentatie weinig overtuigend en inspirerend dan ontvangt de gemeente naar eigen besef geen aantrekkelijk geestelijk voedsel.

Dus met kanttekeningen, maar dan toch: volgens mij kan alleen door te studeren de catechismus attractief benut worden in de leerdiensten. En dan bedoel ik ‘studeren’ zo breed mogelijk. Studeren in de Schrift zelf. Studeren in de belijdenis van de kerk. Studeren op mogelijkheden tot actualisering. Studeren op ontwikkelingen in kerk en samenleving. Natuurlijk, het geldt voor elke verkondiging: studeren is noodzaak. Vanwege onze verantwoordelijkheid voor de Heere, vanwege de opbouw van de kerk en vanwege de ernst van de eeuwigheid. Maar dat geldt zeker net zo sterk voor de catechismusdienst. Dat doe je niet even, zoals mensen soms denken. Dat vraagt bezinning, gebed en studie. Maar dat wordt wel rijk beloond. Dat zorgt voor variatie en voorkomt herhaling. Dat biedt mogelijkheden voor nieuwe invalshoeken en perspectieven. En mogelijkheden voor geestelijke leiding aan de gemeente en voor het ingaan op vragen van deze tijd.

Wat ik mezelf voorhoud, zeg ik dan ook tegen de broeders-collega’s: studeren! Dat kost inspanning. Maar draagt ook veel vrucht. Vooral deze: de gemeente wordt erdoor gebouwd!

2. Thema’s

De tweede vraag van de reactie was: hoe om te gaan met thema’s die in de catechismus uitvoerig ter sprake komen en met thema’s die onderbelicht blijven? Daar kan ik korter over zijn. Is dat een probleem? Volgens mij niet. In ieder geval heb ik het nooit als een probleem ervaren en - naar mijn inschatting - de gemeenten die ik mocht dienen ook niet. Inderdaad, over sommige thema’s is de Heidelbergse Catechismus zeer uitvoerig. Bijvoorbeeld over de hemelvaart van Christus of over de sacramenten van doop en avondmaal. Dat heeft alles te maken met theologische verschilpunten uit 1563. Die strijdpunten zijn vandaag voor een deel geen theologische kwesties meer. In ieder geval worden ze anders getaxeerd. En dat kan toch verwerkt worden in de catechismusdienst? Door bijvoorbeeld de kwesties die toen speelden alleen kort te benoemen en voor de concretisering te zoeken naar geestelijke lijnen die vandaag de lerende gemeente kunnen bouwen. Hoe collega’s dat ervaren weet ik niet zo goed. Maar zelf heb ik hier nooit veel spanning ervaren.

Hetzelfde geldt voor thema’s die in de catechismus onderbelicht blijven of niet aan de orde komen. Daar is al vaker op gewezen. Bepaalde facetten ontbreken in het leerboek van de kerk. bijvoorbeeld: onderwijs over het leven van Jezus, de plaats van Israël in Gods heilshandelen, de eindtijd. Andere thema’s zoals de gaven van de Geest komen slechts summier aan de orde. Maar ook dan vraag ik: is dat een probleem? Voor mij in ieder geval niet. Het is toch heel goed mogelijk om deze thema’s aan de hand van concrete zondagen aan de orde te stellen? Of als een aparte leerdienst toe te voegen? Zo heb ik zelf in de gemeente die ik nu mag dienen na de eerste rondgang door de catechismus een serie leerdiensten over de eindtijd gehouden voor ik aan de volgende serie catechismuspreken begon.

U begrijpt wat ik bedoel: laten we geen ‘probleem’ maken waar geen probleem is. Regelmatige catechismusprediking biedt voldoende ruimte voor variatie, toespitsing en actualisering.

3. Verantwoordelijkheid kerkenraden

Tot slot de laatste vraag: beseffen kerkenraden hun verantwoordelijkheid en hoe kunnen of dienen ze de catechismusprediking te ondersteunen? Deze vraag vind ik de lastigste. Beseffen kerkenraden hun verantwoordelijkheid voor het in stand houden van de catechismuspreek? Dat zal van plaats tot plaats en van ambtsdrager tot ambtsdrager verschillen. Als de oriëntatie op de confessie - was dat niet altijd wezenlijk voor onze kerken? - minder wordt, zullen kerkenraden en ambtsdragers zich ook minder verantwoordelijk voelen. Verder: de kerkenraden die ik ken en meemaak hebben meestal een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor de opbouw van de gemeente. Maar er komt zoveel op hen af en het persoonlijke leven van de ambtsdragers is vaak zo druk dat er gewoon te weinig tijd en ruimte is om alle zaken die de opbouw van de gemeente raken zorgvuldig te bespreken. Dus maken kerkenraden en ambtsdragers keuzes. Soms ook de keuze om zich niet zo verantwoordelijk te weten voor inhoud en vorm van de leerdienst. Dan wordt het aan de voorganger overgelaten.

Hoe kunnen en dienen de kerkenraden de catechismuspreek te ondersteunen? Dan zou ik drie dingen zeggen:

1. door hun voorganger te wijzen op het belang van de leerdienst voor de opbouw van de gemeente;

2. door hem te stimuleren tot studie en hem daarvoor ook de ruimte geven;

3. door zelf creatief mee te denken en de voorganger suggesties aan te reiken voor de catechismusprediking.

Drs. Van Roekel is predikant van de gemeente Bennekom-Oosterbeek.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2016

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

‘Attractief’ uit de catechismus preken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2016

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's