Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kennis voor leven en sterven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kennis voor leven en sterven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De belangstelling voor kerkhistorie en prekenbundels is ook in reformatorische kring sterk tanend. In plaats daarvan kwam een opvallende interesse voor Bijbeluitleg en toegankelijke dogmatiek. Ds. H. Korving leverde een bijdrage met Kennis in viervoud. „Hopelijk brengt het onderzoek van Gods Woord ook tot het luisteren naar stemmen uit het verleden.

Het op film vastgelegde getuigenis van de Canadese Rachel Barkey maakte op ds. H. Korving diepe indruk. De jonge vrouw, moeder van twee kinderen, leed aan een ernstige vorm van botkanker. Twee maanden voor haar dood sprak ze in Vancouver voor een groep van ongeveer zeshonderd vrouwen over de hoop die in haar was. Ze verdeelde haar toespraak in vier punten: ken de Heere, ken jezelf, ken het Evangelie, ken je bestemming. „Op een heel betrokken manier liet ze de vitaliteit van het gereformeerde belijden zien. Haar verhaal toonde dat de Bijbelse leer werkelijk troost biedt in leven en in sterven.”
De christelijke gereformeerde predikant uit Urk liep al enige tijd met de gedachte om voor jonge lidmaten een eenvoudig en persoonlijk getoonzet leerboek te schrijven, als steun bij het bestuderen van de Bijbel. Voor de opzet maakte hij gebruik van de indeling van Barkey. „Die vond ik heel geschikt voor het doel dat mij voor ogen stond. Het zijn vier kernthema’s in het christelijk geloof.”

Welke dogmatische werken vormden de leidraad bij het schrijven?
„Ik kan niet zeggen dat één bepaald boek me in bijzondere zin heeft geïnspireerd, al blijft de ‘Institutie’ van Calvijn natuurlijk een standaardwerk. Ook de ‘Beknopte gereformeerde dogmatiek’ van Van Genderen en Velema en ‘De viervoudige staat’ van Boston heb ik regelmatig geraadpleegd. En niet te vergeten de boeken van J.I. Packer. Die was voor mij bovendien een voorbeeld door zijn stijl. Packer heeft de gave om de geloofsleer toegankelijk te maken voor geïnteresseerde jonge christenen.”

Er is vandaag veel meer belangstelling voor Bijbeluitleg en uitleg van de geloofsleer dan voor kerkhistorie. Is dat winst?
„Het is in elk geval geen verlies. Dat is nog iets anders dan winst. Ik vind het verblijdend als mensen persoonlijk met het Woord van God bezig willen zijn, maar als het goed is doen we dat niet los van het voorgeslacht. Hopelijk brengt het onderzoek van Gods Woord ook tot het luisteren naar stemmen uit het verleden. We hoeven niet opnieuw het wiel uit te vinden. Rachel Barkey verwees in haar toespraak geregeld naar de Westminster Confessie. Die vertolkte de taal van haar hart. Als het goed is, ervaren we over de eeuwen heen de gemeenschap der heiligen.”

Wilt u met dit boek misvattingen corrigeren?
„Met dat doel heb ik het niet geschreven. Polemiseren ligt niet zo in mijn aard. Ik verwacht meer van een positieve uiteenzetting van dat wat Gods Woord ons naar mijn overtuiging leert.”

Welk onderdeel van de geloofsleer blijft vandaag te veel onderbelicht?
„Ik denk de Bijbelse leer over het gezag van de Schrift. We belijden met elkaar dat de Bijbel Gods Woord is, maar weten we wat dat inhoudt? De Bijbel is geen bijzonder boek omdat we dat met elkaar hebben afgesproken, maar omdat hij zichzelf zo aandient. De Heilige Schrift heeft van zichzelf de kracht om mensen te overtuigen van de Goddelijke oorsprong ervan, en daardoor hun leven te veranderen. Tegelijk houdt dat iets van een geheimenis. Voor het verstaan van het zelfgetuigenis van de Bijbel is het innerlijke getuigenis van de Heilige Geest noodzakelijk.”

Bent u persoonlijk altijd overtuigd geweest van het goddelijk gezag van de Schrift?
„Ja, daar heb ik nooit aan getwijfeld en die overtuiging is alleen maar sterker geworden. Wel heb ik altijd de behoefte gehad om te kunnen verantwoorden waarom ik geloof wat ik geloof. Zeker voor een predikant is dat heel belangrijk.”

Bij het schrijven over de eigenschappen van God belicht u Zijn eeuwigheid, Zijn almacht en Zijn heiligheid. Waarom deze drie?
„Om de lezers iets te laten zien van de heerlijkheid van God, vanuit het verlangen dat dit hen brengt tot de belijdenis: hoe groot zijt Gij! Als mensen gaan beseffen dat we een groot en heerlijk God hebben, Die het waard is om gediend te worden, komen ook de andere dingen op z’n plek te staan. Dan ontstaat vanzelf zondekennis. Wie ben ik tegenover deze heilige God? Als het goed is, leidt het onderzoek van de Schriften ertoe dat we ons gaan schamen tegenover God.
Vandaar de keuze om eerst te spreken over het kennen van de Heere en daarna pas over de zelfkennis. Je moet niet bij de mens en zijn behoeften beginnen. Dan komt de goedwillende, de zoekende, de actieve of de vrome mens in het middelpunt te staan. De Bijbel is niet het boek van mensen die hun ervaringen met God beschrijven, maar het boek van God Die zich aan zondaren openbaart. Dat relativeert de betekenis van ons mensen. Het is een wonder dat de Heere zich met ons in verbinding stelt.”

De schepping behandelt u summier. U had geen behoefte om in te gaan op de gedachte van schepping door evolutie, die ook binnen de gereformeerde gezindte steeds breder wordt aangehangen?
„Dat is niet bij me opgekomen, omdat het minder goed past in het raamwerk van de vier gekozen thema’s. Bovendien wil ik ook ten aanzien van de schepping eenvoudig en belijdend de Bijbel naspreken. Niet dat ik vanuit de scheppingsleer het antwoord heb op alle vragen waar de geologie ons voor plaatst, maar ik weet niet hoe je een historische zondeval kunt blijven handhaven als je de evolutieleer integreert in het Bijbelse spreken over de wording van de wereld.
Komt de historische zondeval op losse schroeven te staan, dan geldt dat ook voor de historische Verlosser. Die twee hebben alles met elkaar te maken. De hele Bijbel gaat uit van een historische, geschapen Adam. Daar is voor mij persoonlijk de discussie mee klaar. Het toelaten van de evolutieleer tast vroeg of laat het Bijbelse spreken over het hele verlossingsplan van God aan. Dat is voor mij onverteerbaar.
Bij het creationisme voel ik me overigens ook niet helemaal thuis, al waardeer ik de goede bedoelingen. Ook dat is me te rationalistisch. De vijand wordt te veel bestreden met munitie uit het arsenaal van de tegenstander. Dat is een valkuil. Je wekt daarmee de indruk dat het erom gaat welke partij de meeste punten kan scoren. Wie heeft de beste en de meeste argumenten? Op dat niveau ligt de discussie niet.”

Het vierde deel van uw boek, over de toekomst, bevat een paragraaf over de eindtijd. Ziet u de huidige tijd als het laatste der dagen?
„Een scherpe afbakening valt niet te geven. We verkeren in ieder geval nog niet in de fase van de eindstrijd. Dan zal het een soort hel op aarde zijn. Die dagen zullen verkort worden om de uitverkorenen, zegt de Heere Jezus. Wel worden we vandaag geconfronteerd met de voortekenen van de eindtijd. Het is begrijpelijk dat mensen de behoefte hebben om die concreet te duiden, maar daar ben ik voorzichtig in. De Bijbel is geen rekenboek.”

De nadruk ligt in uw boek op de persoonlijke toekomst van de christen.
„Inderdaad. Die staat niet los van de grote toekomst die God zal bereiden, maar de vraag voor ieder persoonlijk is of hij in die toekomst zal delen. Het is een toekomst die al onze gedachten te boven zal gaan. Daarom moeten we terughoudend zijn in het maken van al te concrete voorstellingen.
Duidelijk is wel dat we onze eigenheid zullen behouden. Ieder mens is uniek, door God zo geschapen, en als uniek mens worden we gered. God maakte geen confectiemensen, die zullen er ook op de nieuwe aarde niet zijn. In Christus mag je eeuwig jezelf blijven. In die verscheidenheid schittert de glorie van God. Tegelijk zal er een volmaakte eenheid zijn in het verheerlijken van Hem.
In een harmonieus gezin geniet je van het samenzijn met elkaar. Dat geldt in een zeer overtreffende trap voor de gemeenschap der heiligen, die in de heerlijkheid volkomen zal zijn. Onder het schrijven realiseerde ik me dat we daar te weinig bij stilstaan.”

Wat heeft het schrijven van dit boek voor u persoonlijk betekend?
„Ik heb er niet zozeer nieuwe dingen door geleerd, maar het opschrijven ervan gaf me voldoening, verdieping en een dankbaar gevoel. Dat ik deze dingen aan anderen kan doorgeven en dat ik mag weten deze God toe te behoren.”

N.a.v. ‘Kennis in viervoud’, door ds. H. Korving; uitg. Brevier, Kampen; 350 blz.; € 24,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 juni 2015

Terdege | 84 Pagina's

Kennis voor leven en sterven

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 juni 2015

Terdege | 84 Pagina's