Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is het met opzet?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is het met opzet?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Daniel 3: 14)

Nebukadnezar stelde deze vraag aandrie jongelingen.

De aanleiding was het gouden beeld dat Nebukadnezar had laten oprichten waarvan hij, Nebukadnezar, zoals Daniël de droom had verklaard, het goudenhoofd was. (Daniël 2 : 38).

Welnu, Nebukadnezar weet het nog veel beter. Niet alleen het hoofd, neen, alles moet van goud zijn, van boven tot beneden. Nebukadnezar is niet gierig en het gebeurde zoals hij had gezegd. Een gouden beeld wordt opge-richt in het dal van Dura.

Dat beeld moet ingewijd worden en Nebukadnezar toont zich een goed organisator. Het zal een groot feest worden, met muziek want anders is het zo saai. Iedereen moet zich verzamelen in het dal van Dura. Alle hoge en lage„Pieten" moeten op naar het feest.

De wereld heeft drukte, bombast nodig. De wereld moet leven maken. (Leven scheppen is iets anders, psalm 65 : 2: e lofzang is in stilte tot U, o God). Een beeld, muziek en belangstelling. Alle hooggeplaatste ambtenaren zullen getuige zijn van hetgeen Nebukadnezarop touw zet.

Het is een feest van de satan en deze weet precies welke trompet hij blazen moet. Eén signaal en het dal van Dura stroomt vol. Dat is nog zo. Eén signaal en de stadions stromen vol voor een ander beeld, 22 levende beelden met een bal.

Alles is nu gereed. Alles staat voor het gouden beeld, gemaakt op last van het gouden hoofd, Nebukadnezar.

Een heraut roept met kracht (geweldig, wat een longen heeft deze man): „Gij volken, als gij zult horen het geluid van allerlei muziekinstrumenten, zo zult gij. . . . nedcrvallen en aanbidden het gouden beeld." Het wordt nog eens benadrukt wat Nebukadnezar heeft opgericht.

Het maken van vergissingen en abuizen is niet mogelijk. Zonder meer neervallen en aanbidden en wie dit niet doet zal ter zelfder ure in de brandende oven worden geworpen. Iedereen weet nu wat hij heeft te doen en wat hem te wachten staat.

Plotseling davert het, golven de geluiden van de vele muziekinstrumenten door het dal van Dura en.... allen vallen, in extase, neer. Neen, toch niet allen. Als uit graniet gehouwen staan drie jongelingen recht op en blijven zo staan.

Hoe kan dat nu? Waren zij doof of hadden zij misschien de opdracht niet goed begrepen? Neen, niets van dit alles. Zij hadden wel gebogen en wensen ook nu wel te buigen, doch niet voor dit

beeld, maar alleen voor hun God, de God van Israël.

Doelbewust blijven zij staan. De Heere houdt hen staande en dat moet wel opvallen. Zie, dat was nu net de bedoeling van hun God, de God Die zij eren. God gaat pronken met Zijn volk. Temidden van een mensenzee die nedervalt om het gouden beeld te aanbidden en goddelijke eer te bewijzen, waakt God zelf voor Zijn volk.

Onmiddellijk wordt het gouden hoofd, Nebukadnezar, in kennis gesteld van de gang van zaken. Ongelukkig voor Nebukadnezar, gelukkig voor de drie jongelingen. (Duivelswerk komt openbaar, Godswerk blijft niet verborgen).

De „baas" is nogal verbolgen wanneer hij hoort dat drie jongelingen hem wederstaan. Op zijn bevel worden de drie jongelingen in zijn nabijheid gebracht en daar aangekomen zijnde, klinkt het uit de mond van de organisator: „Is het met opzet, Sadrach, Mesach en Abednego dat ge mijn goden niet eert, dat ge het beeld dat ik heb opgericht niet aanbidt? Maar, vooruit, ik zal jullie nog eenmaal in de gelegenheid stellen om te buigen en te aanbidden."

Heus, Nebukadnezar is nog niet zo kwaad, maar wat een list voor die drie jongelingen! Toch heeft Nebukadnezar ze nog niet over voor het vuur.

Nebukadnezar is nogal positief. Hij vraagt: „Wie is de God welke U uit mijn handen zal verlossen? "

De Heere zelf, Nebukadnezar. Wacht het maar rustig af. God zal Zelf de leiding nemen in het dal van Dura, het is reeds begonnen, doch Nebukadnezar is hier blind voor.

Waar drie jongelingen het opnemen voor de ere Gods, gaat God het opnemen voor Zijn volk. In het dal van Dura gaat het om Gods eer!

Het antwoord van de drie jongelingen aan de koning laat niet lang op zich wachten. „Wij hebben niet van node U op deze zaak te antwoorden."

Dat is taal van het geloof, zuiver gereformeerd. Het antwoord gaven zij reeds door te blijven staan terwijl de brandende oven hen wachtte.

Beschamend voor ons, jongens en meisjes.

Lezer, lezers, dat wacht ons nog niet, zon brandende oven.

O, die vraag: „Is het met opzet? " Deze vraag komt nu ook tot jullie. Is het met opzet dat je wegblijft uit de kerk?

Is het met opzet dat je de plaatsen der ijdelheid bezoekt?

Is het met opzet, dat je blijft zondigen en de brede weg van het verderf zoekt? Zo ja, dan wacht er een oven die eeuwig brandt en waaruit nooit meer verlossing mogelijk is.

Wanneer je buigt voor de goden van de tijd dan zul je ook met deze goden, je afgoden, ten gronde gaan.

Buig daarom je knieën en smeek: „Heere, houdt ook mij staande door Uw kracht." Zie dat is de kostelijke vrucht van het nieuwe leven. Dan wordt God in Zijn eigen werk verheerlijkt. Dan zal die Koning jullie, net als Sadrach, Mesach en Abednego, genade en eer geven.

Het gouden hoofd wordt dan een warhoofd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1965

Daniel | 16 Pagina's

Is het met opzet?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1965

Daniel | 16 Pagina's