Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MOETEN AFTREDENDEN HERKIESBAAR GESTELD?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MOETEN AFTREDENDEN HERKIESBAAR GESTELD?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

X. vraagt, of ouderlingen en diakenen, die twee jaar gediend hebben, herkiesbaar worden gesteld?
Die vraag is niet al te duidelijk. A. Bedoelt X. of deze ambtsdragers opnieuw gekozen moeten worden? Dan luidt het antwoord bevestigend. Zij worden in alphabetische volgorde op het dubbeltal geplaatst om door de gemeente, zoo deze hen weder begeert, verkoren te worden.
B Of bedoelt X. dat de kerkeraad verplicht zou zijn degenen, die aftreden herkiesbaar te stellen? Daarop luidt het antwoord ontkennend. De kerkeraad ga bij het iormeeren van een dubbeltal zeer consciëntieus te werk. Het is voorgekomen, dat leden van een kerker~ad, nadat een aftredende ambtsdrager eigenlijk niet dienen kon, omdat hij gedurende den tijd, dien hij in het ambt gestaan heeft, zich niet waardig heeft gedragen. Hier is een ernstige fout begaan. De kerkeraad toch bespreke de candidaten en zoo in het belang der gemeente men op de aftredenden het oog slaat, vrage hij hen of zij zich herkiesbaar stellen. Willen zij zich t bij vernieuwing geven, dan hebben zij buiten te staan en \ vrage de praeses van den kerkeraad, of er bezwaren zijn, 1 hen weder candidaat te maken. Zijn er naar het oordeel van \ de meerderheid des kerkeraads ernstige bezwaren, dan i deele de praeses dit aan dien aftredende mede en wordt \ hij niet op de candidaten-lijst geplaatst. In geen geval is { de kerkeraad verplicht de aftredenden weer voor de gemeente in stemming te brengen. Zelfs bepaalde de D.K.O. | dat de ouderlingen en diakenen aftreden zullen en in hun ' plaats anderen worden verkoren, tenzij het profijt van eenige kerk anders vereischt. Maar uit Art. 27 D.K.O. volgt dan toch duidelijk, dat de kerkeraad de aftredenden niet moet herkiesbaar stellen. Hierbij moge nog opgemerkt, dat herkiezing, gelijk ook reeds uit de toelating in Art. 27 blijkt, niet in strijd is met het Gereformeerd Kerkrecht. In de kerk te Genève werden onder leiding van Calvijn de aftredenden telkens herkozen. Om de dienenden niet al te zeer te bezwaren en om hiërarchie in de kerk te voorkomen, stelde de Kerkorde den dienst op twee jaren, een practische regeling dus.
C. Tenslotte kan X. in zijn vraag het oog hebben op het al of niet noodzakelijke van de aftreding van ouderlingen en diakenen. Zijn deze niet voor hun leven verkoren, gelijk de predikanten?
Van stonden aan hebben de kerken der Reformatie ouderlingen en diakenen als tijdelijke ambtsdragers beschouwd, zijnde hun ambt van dat der leeraren onderscheiden. Calvijn regelde de aftreding * in Genève en jaarlijks trad een deel des kerkeraads af. Reeds het Convent te Wezel besloot in 1568 voor de Nederlandsche Kerken dat jaarlijks een nieuwe verkiezing gedaan worde (Art. 17); en de op dit Convent volgende Synoden bepaalden desgelijks. Zie de Synode van Emden 1571 ,Art. 15). Dordrecht 1574 (Art. 31). Dordrecht 1578 (Art. 13). Middelburg 1581 (Art. 19). 's-Gravenhage 1568 (Art. 24). Dordrecht 1618 en 1619 (Art. 27). Wie de ouderlingen en diakenen voor hun .leven verkoren acht, komt dus wel in flagranten strijd met hetgeen de Gereformeerde Synoden, op het voetspoor van Calvijn, steeds hebben uitgesproken.
Bovendien volgt het tijdelijk karakter van den dienst in genoemde ambten toch noodzakelijker wijze uit het plaatselijke er van. Een leeraar blijft dienaar der kerk, waar hij in de wereld ook heengaat, doch een ouderling en diaken is ambtsdrager af, zoo hij slechts enkele schreden over de grens zijner gemeente vertrekt. Dit ware niet zoo, indien hun ambt voor het leven was. Ouderlingen en diakenen moeten aftreden en herkozen worden.
Ook om de heerschappij in de gemeente te voorkomen is de aftreding noodzakelijk.
Dat de dienst op twee jaren gesteld is, raakt geen beginsel. Het aantal jaren is om practische redenen op twee aesteld; maar of dit twee of drie of vier is, doet aan het beginsel niet af. En dat beginsel is dat het ambt van ouderling en diaken tijdelijk is en zij dus moeten aftreden, om desgewenscht herkozen te worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 1943

De Saambinder | 2 Pagina's

MOETEN AFTREDENDEN HERKIESBAAR GESTELD?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 1943

De Saambinder | 2 Pagina's