Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naarde katechisatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naarde katechisatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

137

DE WET DES HEEREN.

Tweede gebod (slot)

Het tweede gebod over de beeldendienst betreft de DIENST DES HEEREN.

God vraagt gediend te worden, aangebeden „in geest en waarheid.”

Het afbeelden van God is een neerhalen van het Goddelijk Wezen en een Hem gelijk maken aan het schepsel!

Het tweede gebod veroordeelt naar haar geestelijke zin dan ook alle „vleselijke” en „zinnelijke” voorstelling van God en daarom ook alle vleselijke en zinnelijke godsdienst. Dat is een godsdienst naar eigen begeerte en smaak van de mens. Dit vloeit voort uit het missen van de ware kennis van God en van Zijn dienst, voortvloeiend uit onze diepe val in Adam. Zo kwamen de volken reeds vroeg tot BEELDENDIENST. En Israël, dat toch de Bijzondere Openbaring Gods had, werd er zelfs door geïnfecteerd. Denk aan de geschiedenis van het gouden kalf in de woestijn.

Valse godsdienst loopt dan ook uit op... het beest! Zie Openbaring 13.

Johannes zag uit de zee een beest opkomen „hebbende zeven hoofden en tien hoornen en op zijn hoofden was een naam van Godslastering. En allen, die op de aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden, welker namen niet zijn geschreven in het Boek des Levens des Lams”, zo lezen we. Daarna zag Johannes een ander beest opkomen, nu uit de aarde. Van dit beest staat er, dat zijn twee hoornen g e 1 ij k waren aan de hoornen van het Lam maar het sprak als de d r a a k. Ja, het oefent al de macht uit van het eerste beest. Het doet grote tekenen en het verleidt degenen, die op de aarde wonen. Het werd ook macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven. En allen, die het beeld niet aanbidden, zullen gedood worden. Dit zullen zijn, die het MERKTEKEN van het beest niet dragen. Die zullen ook niet meer kunnen kopen en verkopen!

Deze twee beesten stellen voor: de WERELDMACHT (het beest uit de zee, d.i. de volkerenmacht) en de VALSE GODSDIENST (het beest uit de aarde, dat gelijkt op het Lam, maar spreekt als de draak). Dit tweede beest is het GEVAARLIJKSTE, want het verleidt. Beleven we niet de tijd, dat de valse godsdienst, uiteindelijk beheerst door de wereldmacht, al meer veld wint door haar listige verleidingen om Gods kerk van haar plaats, die God haar gegeven heeft in de woestijn, af te voeren, zoals Openb. 12 ons dat laat zien in het visioen van de draak, welke de vrouw, die het jonkske gegebaard had, vervolgde, nadat dit kind weggerukt was tot God en Zijn Troon. De vrouw (de Kerk) vluchtte in de woestijn, alwaar zij gevoed werd. Toen wierp de slang uit haar bek water als een rivier, opdat hij haar door de rivier zou wegvoeren, zo lezen we.

De valse godsdienst tracht dus de Kerk van haar plaats weg te voeren, welke God haar gegeven heeft. Zij is wel „in” de wereld, maar niet „van” de wereld!

En één van de gevaarlijkste middelen is wel de methode om God te willen dienen op VLESELIJKE wijze, die zich richt op het ZINNELIJKE. Men wil vandaag een godsdienst, waarbij men de dingen kan zien! Daartoe is o.a. de TELEVISIE een pracht instrument. Hoevelen zijn er van onze christelijke gezinnen onder haar bekoring gekomen, waardoor zoveel geestelijke waarden verloren gaan, zoals onderlinge gespreken over God en Zijn dienst, over de belangen van Gods Koninkrijk, over al datgene dat tot nut en stichting dient. Alle huiselijkheid valt daarbij zelfs weg.

Vleselijke, zinnelijke godsdienst komt ook openbaar in het opgaan van allerlei uiterlijke vormen, zoals we duidelijk zien bij Israël. Denk slechts aan de tijd van de Richters, o.a. bij Eli. In de strijd tegen de Filistijnen moet de ark meegenomen worden in het leger. De ark des Verbonds was slechts teken van ’s Heeren tegenwoordigheid onder Zijn volk. Israël nam de ark mee, en het meende werkelijk, dat God Zelf ook mee ging en dat de overwinning zeker zou zijn!

Houden velen niet het teeken voor de betekende zaak zelf? Als men maar gedoopt is, belijdenis gedaan heeft, trouw aan het Avondmaal gaat, dan is alles in orde, dan rekent men zich bij de gelovigen. Zij twijfelen nooit, zij kunnen altijd geloven en zingen, maar van schuldbesef, verslagenheid des harten, buigen onder een verdiend oordeel, weet men niet. Worden zij in prediking of persoonlijk hierop gewezen, dan komt veelal de vijandschap openbaar. Men vindt dat alles maar een ziekelijk gedoe. Men kan ook gerust daarbij meedoen aan allerlei wereldse dingen, zoals dat uitkomt in de levensstijl en levensopenbaring. We denken o.a. aan de mode.

Maar al is het, dat wij in dit opzicht zulk een levensbeschouwing en levenspraktijk er niet op na houden, we zijn toch door onze diepe val in het Paradijs „vleselijke” mensen geworden. „Uit de aarde aards”, zoekend „de dingen die van beneden zijn”. En het „bedenken des vieses is vijandschap tegen God, want het onderwerpt zich der Wet Gods niet want het kan ook niet”, schrijft de Apostel in Rom. 8: 7.

Daarom is vernieuwing van het hart noodzakelijk. We moeten „geestelijke” mensen worden, d.w.z. mensen met een nieuwe natuur. „En dat gij zoudt vernieuwd worden in de geest uws gemoeds en de nieuwe mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.” Efeze 4: 23 en 24. „Geestelijke mensen worden” wil niet zeggen, dat die mensen niets meer te maken hebben met het natuurlijke leven en die daarom zich hiervan afkeren. Neen, zij hebben hun levensroeping te vervullen. „Die deze wereld gebruiken als niet misbruikende”. I Kor. 7: 31.

„Nieuwe mensen” krijgen wél een afkeer van de „wereld”, zoals deze getekend wordt als „het boze”, dat is de wereld jfi haar openbaring van ongerechtigheid en vijandschap. Zie Efeze 6:12. Daarom is het maar de allerbelangrijkste vraag of we geleid worden door die „geest der wereld” of door de „Geest des Heeren”! En wanneer de Apostel schrijft in Gal. 5:1: „Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus heeft vrijgemaakt”, dan betekent dat niet, dat men dan ook aan alles, wat de wereld biedt naar haar beginseleh, mee mag doen, al spreekt men van „christelijke” film, televisie, toneel en dans. Het etiket „christelijk” heeft al heel wat jonge mensen en ouderen misleid. Het zijn de listen des duivels om alle grenzen tussen „kerk” en „wereld” uit te wissen.

„Vleselijke” godsdienst”. Daaraan is ook ’s Heeren volk nog niet geheel gestorven. David moest klagen in psalm 119:


„En wordt mijn vlees door ’t kwade licht verrast,
Ai, laat het mij toch nimmer overheren.”


Het is de strijd tussen „vlees” en „geest”, waarvan Paulus schrijft in Romeinen zeven.

De Wet des Heeren is ook een leefregel der dankbaarheid. En die leefregel krijgt Gods kind lief, want de Wet is voor Gods volk een „liefde-Wet” geworden. Maar om te wandelen naar die liefde-Wet is nodig, dat de Heilige Geest steeds dieper door middel van de Wet, die „geestelijk” is in haar diepe zin, ontdekt. En o, wat vindt Gods kind dan nog zoveel „afgodendienst”, „vleselijke” godsdienst enz. Daarom is voortdurende reiniging en heiliging nodig in die enige en algenoegzame BLOED-FONTEIN, die in Christus’ dierbaar bloed is geopenbaard!

Kent ù, lezer(es), die geestelijke strijd?

Is dat nieuwe levensbeginsel in u?

Hebt u die reiniging en heiliging vanwege uw zonden en uw verdorven bestaan nodig gekregen? Dàt Bloed, dat van alle zonden reinigt? Dat ’s Heeren heilige Wet u door Gods Geest ontdekke en u de toevlucht doe nemen tot de Troon der Genade, tot die „Bloed-Fontein”!

Zijn voor u deze dingen geen vreemde zaken, o, dat u dan maar gedurig het dierbare Bloed van Christus moge inroepen en dat Gods Geest die DAGELIJKSE bekering doe beleven! Dan is het de bede:


„Verlos ons uit des bozen macht;
Bescherm en sterk ons door Uw kracht.
Wij zijn toch zwak, Zijn sterkt’ is groot,
Dus zijn w’ elk ogenblik in nood;
Hier komt nog vlees en wereld bij,
Ai, sterk ons dan en maak ons vrij.”

Elburg.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Naarde katechisatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1973

Bewaar het pand | 4 Pagina's