Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geloof in het lijden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geloof in het lijden.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vrouwen hebben hare dooden uit de opstanding wedergekregen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. Hebr. 11 : 35.
Het waar geloof schenkt niet alleen bovennatuurlijke krachten tot overwinning van allen tegenstand, maar het oprecht geloof doet ook het smartelijkst lijden blijmoedig doorstaan. Overvloedig zijn de bewijzen, die de Apostel gegeven heeft van de overwinningen des geloofs. Niet minder krachtig zijn Paulus' getuigenissen aangaande de krachtige werkingen van het geloof in het lijden. Gideon versloeg den vijand met 300 man; Barak verwon eveneens op een overmachtigen vijand; Simson streed alleen den strijd des Heeren; Jeftha, David, Samuël en zoovelen meer hebben door het geloof koninkrijken overwonnen. Als er iets is om den mensch tot verwondering te brengen aangaande de kracht van het geloof, dan moet het toch wel zijn, het door den Heiligen Geest toegeschreven vermogen tot volkomen overwinning aller vijanden.
Maar, hoe krachtig het overwinnend geloof zich ook aan ons voordoet, de werking van het geloof is niet minder als het onderschraagt om het zwaarste lijden te doorstaan. Naar het vleesch moge er verschil zijn, voor het geloof is er geen onderscheid; zoowel in de nederwerping van den vijand als in de vernedering van Gods kinderen triumpheert het geloof. Hoe onbegrijpelijk het ook zijn moge voor den natuurlijken mensch, toch werkt het geloof krachtdadig in de vernedering, smaad, smart en rouw waaraan 's Heeren volk in dit leven is onderworpen. Zelfs als de vijand de hand aan het leven sloeg van Gods uitverkoornen, en schijnbaar overwon, triumpheerde het geloof. De Apostel zegt het in vers 35 van Hebr. 11. In de grootste smarten schonk het geloof kracht, ja, de vrouwen hebben hare dooden uit de opstanding wedergekregen.
De weduwe van Sarphath en de Sunamitische dienen hier ten bewijs.
Na wondervolle redding van den dood, beide van moeder en kind, nam God den zoon der weduwe van Sarepta weg. Wie beschrijft de smart der arme weduwe? En toen is haar kind door het geloof haar uit den dood wedergegeven. In het geloof heeft Elia de ziel des gestorvenen begeerd en die is hem wedergegeven. Niet minder wrocht het geloof in Elisa, toen de zoon van de Sunamitische gestorven was. Het mocht niet baten, dat Gehazi den staf zijns heeren op den jongen legde. Toen volgde de profeet de bedroefde moeder, en hij ging in de kamer, waar de gestorven zoon van de Sunamitische lag en hij bad tot den Heere. Twee malen mat de Godsman zich over het lichaam des jongens en de jongen werd levend. Hij niesde tot zevenmaal toe, daarna deed hij de oogen open. „De vrouwen hebben hare dooden uit de opstanding (dat is door een opwekking) wedergekregen". Zou er voor het geloof iets te groot zijn? Zie toch in deze bovennatuurlijke daden, de kracht van het ware geloof. Alle redeneering houdt bij den dood op. Alle hol geloof, dat zijn wortel in Christus mist, staat hier stil en ligt verslagen. Maar het oprechte geloof schonk zelfs de geliefde dooden terug. Het moge Gods volk wel bijzonder sterken, dat aan het geloof deze krachten worden toegekend. Een geloof als een mosterdzaad zal bergen verzetten in het hart der zee. Och, of dat ware geloof meer zijn kracht in ons openbaarde. Voorwaar, Gods volk zou boven de omstandigheden des levens zich ver verheffen en in sierlijke kleederen wandelen te midden van een gansch verdorven wereld. Het zou ook de vijandschap en vervolging trotseeren.
Welk een onbetwistbare voorbeelden noemt Paulus daarvan in het tweede gedeelte van het vers dat wij boven dit artikel afdrukten. „Anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden".
Hier betreedt de Apostel het terrein der martelaren. Dat doet hij tot troost van het bestreden erfdeel des Heeren. De verdrukking en vervolging overvalle hen niet alsof hen wat vreemds overkwame. Anderen zijn door denzelfden weg hun ter eeuwige heerlijkheid voorgegaan. Hoe moet het de oprechten van harte troosten, dat hun weg in Gods Woord is afgeteekend. Ware dat niet zoo, waarop zouden zij hun hope bouwen? Zij zouden aan de wilde baren der zee zijn overgegeven. Maar de weg van Gods kinderen staat in het Woord des Heeren beschreven. Moge daarover het rechte licht vallen, zoo zal ook in de grootste smarten ons hart stil zijn en des Heeren komst verbeiden. Welnu, de Heere Jezus zelf sprak eens, dat ieder die achter Hem komen wil, zichzelf hebbe te verloochenen en zijn kruis op zich te nemen. En Petrus bemoedigt de verstrooide vreemdelingen met deze woorden: „wetende dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in de wereld is, volbracht wordt". Ook Paulus wijst de bedrukten op het lijden, dat anderen vóór hen hebben doorstaan. Dat zij dan de hope sterken op de verlossing, welke ook zij door het geloof zullen verkrijgen. In het bijzonder trekke het de aandacht, dat de Apostel voorbeelden noemt van hen, die in ongemeen lijden en gansch bijzondere verdrukking waren. De vreeselijke ellenden hier genoemd waren niet naar de gewone bedeeling van Gods Voorzienigheid, zij werden onder de toelating Gods aangedaan door de wreedste vijanden van degenen, die den Heere vreezen. Niet om eigen schuld niet om begaan onrecht, maar om hun geloof en om hun oprechte belijdenis van den levenden God zijn van de oudste tijden af de Christenen vervolgd. En in die bitterste vervolgingen blonk de heerlijkheid van het geloof. De buitengemeene heerlijkheid van de kerke Gods blinkt niet alleen uit in heldendaden, maar in het bijzonder ook in overstelpende ellenden. Ziet de wereldling op het bedrukte, arme, verachte, gehate volk, het kan hem slechts verharden en dat volk nog meer doen versmaden. Doch indien ons oog maar eenigszins mag geopend worden voor het heil, dat God Zijn volk deelachtig maakte, wij zullen met verwondering worden vervuld vanwege de heerlijkheid, die in de diepste verdrukkingen en onder het gruwelijkste geweld der wereld uitblinkt. Door het geloof worden de bedrukten en door onweder voortgedrevenen getroost, verkwikt en versterkt om het kruis te dragen, dat hun is opgelegd. God komt aan Zijn eere en in de ziel der ware Sionieten wordt gesmaakt die gunste Gods, die alle leed doet verachten.
In het tweede boek der Maccabeën worden ons twee aangrijpende voorvallen verhaald, waarop naar zeer vermaarde uitleggers oordeelen, Paulus het oog gehad heeft. Het zijn de marteldood van Eleazer en die van zeven broeders en hun moeder.
Eleazer was een der voornaamste Schriftgeleerden, dien de heidensche vijanden dwingen wilden zwijnenvleesch te eten. Men brak Eleazer den mond open, doch hij spuwde het onreine vleesch uit, en hij bestrafte hen, die Gods geboden verachtten. In het gezicht van den dood bood men den negentigjarigen grijsaard aan, hem geoorloofd vleesch te brengen; alleen had hij te veinzen varkensvleesch te nuttigen. Maar Eleazer weigerde ook dit, opdat de jeugd niet werde verleid en zich verschoonen zou daarmede, dat ook hij heiden geworden was. „Wat heb ik er aan", zoo sprak hij, „of ik nu alzoo de straf der menschen ontvlood, daar ik Gods handen, levend of dood, niet ontvlieden kan?" Onder de slagen zijner vijanden waren zijn laatste woorden: „De Heere, Wien niets verborgen is, weet, dat ik van de slagen en groote smart, welke ik aan mijn lichaam verdraag, wel had kunnen bevrijd zijn, als ik gewild had; maar wegens mijn ziel lijd ik het gaarne, om Gods wil". Zoo stierf hij de aangeboden verlossing niet aannemende.
Zeven broeders werden in die dagen met hun moeder gevangen en met geesels en riemen geslagen. Door hun onwankelbare trouw en groote vrijmoedigheid tot woedenden toorn gebracht, beval de koning den oudsten voor de oogen van zijn moeder en broeders de tong uit den mond te snijden en handen en voeten af te kappen en daarna zoo verminkt in een pan te braden. Zoo handelde men met allen, één voor één. Maar gesterkt door het geloof vermaanden zij elkander om onversaagd te sterven; want „God, de Heere zal het recht aanzien en ons genadig zijn". Het was een groot wonder aan de moeder, en het is een voorbeeld, dat waardig is, om het van haar op te teekenen. Want zij zag haar zonen alle zeven op één dag na elkander martelen, en verdroeg het met groote lijdzaamheid, wegens de hoop die zij op God had. Daardoor werd zij zoo moedig, dat zij den eenen zoon na den anderen troostte en een mannelijken moed vatte. En zij sprak tot hen: „Ik ben wel uw moeder en heb u gebaard; maar den adem en het leven heb ik ulieden niet gegeven, noch uw ledematen zoo gemaakt; daarom zal Hij, die de wereld en alle menschen geschapen heeft, u den adem en het leven genadig wedergeven, gelijk gij het nu voor Zijn wet waagt en overgeeft". Ja nadat de koning haar ernstig had vermaand haar jongsten zoon den marteldood te besparen, vuurde zij integendeel den jongen te meer aan, niet te bezwijken. „Vrees niet voor den beul," zoo sprak zij, „maar sterf gaarne, gelijk uw broeders; opdat de genadige God u, benevens uw broeders, weder levendmake en u aan mij wedergeve".
Zie hier twee uitnemende voorbeelden van hen, die de aangeboden verlossing niet hebben aangenomen, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. Het geloof in de eeuwige, zalige opstanding deed hen de aangeboden verlossing verachten.
Zulke en dergelijke voorbeelden heeft Paulus den geloovigen voor oogen gesteld, opdat zij ziende de kracht des geloofs in al hun nooden en ellenden zouden gesterkt worden. Als in deze zeer bijzondere en schrikkelijke wreedheden het geloof sterkte om dit alles te doordragen, hoeveel te meer moge dan Gods volk in andere nooden worden bemoedigd. Want elk van Gods kinderen krijgt een eigen van God bepaalden weg, met eigen leed en druk en tegenheen. Altijd weer anders, maar toch steeds weer opnieuw moet Gods volk ervaren, dat de genade een scheiding maakte tusschen hen en de wereld. „Ik zal vijandschap zetten", sprak de Heere, en dat gaat door. Maar eveneens gaat ook de werking Gods door, in het geloof van de Zijnen. O, volk, dat uw ziel leve. De wereld haat en veracht, maar zij zal ten onder gaan. Eens zal God haar oordeelen naar Zijn gerechtigheid. Arme wereldlingen. Haters en vervolgers van Gods volk, gij zult welhaast staan voor Gods rechterstoel. Och, dat ons de schrik des Heeren bewoog tot het geloof. Onbekeerden van hart; vreemdelingen van het werk des Geestes, uw deel zal met die vijanden zijn, die gij nu misschien mijdt. Dat Christus uw deel worde, en ge in Hem door het geloof uw toevlucht vindt. Wat buiten Hem is, zal eens bezwijken.
Hier mag Gods volk worden veracht en ten doode toe vervolgd.
Hun is een beter lot bereid,  
Hun heilzon is aan 't dagen.
De opstanding!
Ja, die komt.
Dan zullen alle dooden leven. God zal ze opwekken ten uiterste dage. O, die dag!
De rechtvaardigen zullen ingaan ten eeuwigen leven. Ziel en lichaam beide zullen eeuwig voor den troon zijn. Dat is de betere opstanding, waarvan Paulus spreekt. Beter dan de bevrijding van den dood, door de vijanden aangeboden.
Mocht ons hart op die opstanding worden gezet. Dat onze uitgangen daarheen zich mochten richten, meer dan naar de wereld. Laat men ons alles afnemen, geld en goed en leven, doch een eeuwig leven is Gods kinderen bereid; een betere opstanding. Uw verdrukking is er een van slechts tien dagen. Welhaast zult ge met ziel en lichaam zijn voor den troon Gods om den Heere Die u heeft liefgehad; den eenigen en drieëenigen God eeuwig en volmaakt te loven en te prijzen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 1929

De Saambinder | 4 Pagina's

Het geloof in het lijden.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 1929

De Saambinder | 4 Pagina's