Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Warm welkom in geteisterd Putten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Warm welkom in geteisterd Putten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Familie heeft ze nauwelijks, maar met het gezin waar ze tijdens de laatste oorlogswinter geëvacueerd was, bestaat nog steeds contact. Mevrouw W.G. Roseboom-Beumer arriveerde in Putten enkele dagen nadat tijdens een razzia honderden mannen waren weggevoerd. Ze werd er voor de tweede keer bevrijd, en het was opnieuw een benauwd avontuur.

Oudbouw en nieuwbouw wisselen elkaar af in het hart van Oosterbeek. Een gevolg van het lot dat het dorp tijdens de Slag om Arnhem trof. Mevrouw Roseboom (90) heeft haar hele leven in Oosterbeek gewoond, met de laatste oorlogswinter als onvrijwillige onderbreking.
Op zondag 17 september 1944 begon Operatie Market Garden. „Laat er niet te veel sneuvelen met de haven in zicht”, bad ds. N.J.A. van Exel die morgen in de Gereformeerde Kerk van Oosterbeek. „Ik hoor het hem nog zeggen. Vier dagen later kwam hij zelf om, toen hij brood ging halen. Zijn vrouw bleef met twee kleine kinderen achter.
Na de kerkdienst zagen we hoe er bommen vielen, richting Wolfheze. Ik zat bij onze post van de luchtbeschermingsdienst op het dak om de luchtlandingen te kunnen zien. Een prachtig gezicht. Toen ik thuiskwam, in het benedendorp (Oosterbeek-Laag), hing de Nederlandse vlag uit. Er liepen Engelse militairen rond. Ik was ongemerkt de frontlijn overgestoken. Ik zei: Jullie moeten niet feestvieren want de Duitsers zitten hier vlakbij, aan de Utrechtseweg.”

Aardedonker
De volgende dag wilde ik weer naar de post, maar ik kwam er niet meer door. ’s Avonds moesten we evacueren. We hebben tien dagen bij kennissen in de kelder gezeten, in een ander deel van het dorp. Twee keer ben ik naar noodhospitaal De Tafelberg gegaan om er te helpen. Daarna kon ik er niet meer door. Onder de patiënten was er overigens een groot verschil. De Duitsers lagen te gillen en te schreeuwen: „Mutti! Mutti!” De geallieerden waren heel rustig, ook als ze zwaar gewond waren.
In de kelder zaten we maar te zitten. De ene keer was het gebied in Duitse, de andere keer in geallieerde handen. Op den duur hoorden we aan het geluid wie er aan het schieten was.
De Duitsers kwamen een paar keer boven aan de keldertrap kijken of er geen Engelsen beneden zaten.
Het was heel beangstigend als je de inslagen dichterbij hoorde komen. Op een gegeven moment zagen we een gat boven ons in het dak.
’s Nachts was het aardedonker, tot een van de jongens een lampje uit een container van de Engelsen draaide en meebracht naar de kelder.
Na die tien dagen moesten we weg van de Duitsers. Via Mariendaal liepen we naar Loenen. Er kwamen auto’s vol Engelse krijgsgevangenen voorbij. Ze maakten het V-teken, van victorie. Wij deden dat ook, als de Duitsers niet keken.”

Zwerftocht over de Veluwe
In Loenen werden ze op een boerderij ondergebracht. Andere familieleden zaten daar al. „Wat hadden we het daar slecht! We kregen geen eten; dat moesten we maar in de gaarkeuken halen.
Wat je daar kreeg, was echter niet te eten, zo zuur.
’s Avonds zaten we bij het boerengezin, want we hadden zelf geen licht. Ze roerden in een pan met pap en schepten voor zichzelf op. Wij kregen niets.
Vader wilde er weg en mijn oom zei dat hij mee wilde. ‘Je graaft je eigen graf’, zeiden ze op het evacuatiebureau. We liepen van het ene dorp naar het andere. Nergens was er plaats. Vier dagen zaten we in een school in Voorthuizen. We sliepen er op bossen stro. Elke morgen kregen we er pap en een stapel brood. De onderwijzer zorgde goed voor ons, maar er waren te veel vluchtelingen in het dorp.
Vader en oom zijn verder geietst om onderdak te zoeken. Ze kwamen in Putten. Daar hadden de Duitsers veel mannen weggevoerd en huizen in brand gestoken.
Dat waren geen geschikte omstandigheden om er onderdak te vragen. Via Ermelo kwamen ze in Harderwijk. Daar maakten ze een bombardement op de spoorlijn mee. Onderdak hadden ze nog steeds niet gevonden.
Laat in de middag gingen ze terug. In de buurtschap Huinen bij Putten zei iemand: ‘Vraag het aan de boeren.’ Daar bleken we welkom. Mijn oom en zijn gezin en opa werden op een nieuwe boerderij ondergebracht. Wij kwamen op de oude boerderij van de familie Bos terecht.

Op klompen
Toen we bij de boerderij kwamen, stonden Bos en zijn vrouw ons op te wachten. Dat vergeet ik nooit. Het gaf ons het gevoel dat we welkom waren.
We hebben het er fantastisch gehad. We hoefden niet in de schuur, maar waren er gewoon in huis. We sliepen op de hilt, boven de koeien.
We hadden weinig kunnen meenemen, maar van Bos en zijn vrouw kregen we kleren. Die waren wel wat anders dan we gewend waren: ik liep nu op klompen en droeg zwarte kousen. Ik stond eens op het erf toen een paar Oosterbeekse jongens voorbijkwamen. De een zag iets bekends. Maar de ander geloofde het niet: ‘Och, die boerentrien.’
’s Avonds zaten we gezellig op de heerd, in de keuken. Mijn vader had tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de blauwe huzaren gezeten en vertelde daar veel over.”

Razzia
Rond 5 oktober waren de vluchtelingen in Putten aangekomen. Dat was drie dagen na de razzia, waarbij 661 mannen en jongens waren weggevoerd, als vergelding voor de aanslag op een Duitse legerauto. Onder de gevangenen waren ook evacués. „Mijn neef was een van hen. Hij stierf al vóór Kerst.”
Mevrouw Roseboom kerkte in Putten in een rouwende gemeente. „Ik ben eigenlijk niet christelijk opgevoed.
We baden wel voor en na het eten, maar naar de kerk gingen mijn ouders al jaren niet meer. Toen ik naar de lagere school ging, wilde ik echter met mijn vriendinnetje mee naar de kerk. Ik wilde ook naar de catechisatie.
Toen ik 17 jaar was, ben ik in de Gereformeerde Kerk gedoopt en heb ik belijdenis gedaan. Mijn ouders waren erbij. Ze gingen steeds vaker mee en werden weer trouwe kerkgangers.
In Putten ging ik ook een paar keer naar de Gereformeerde Kerk, maar dat beviel niet. Toen ben ik naar de Hervormde Kerk gegaan. De jongens die aan de razzia ontsnapt waren, zaten soms vol grapjes, ondanks alle ellende die over het dorp was gekomen. Als we de galerij af liepen, draaiden ze op de trap een sigaret, in een blaadje dat ze uit hun Bijbel scheurden. „Ik ben bij Ezechiël”, zeiden ze dan. En omdat er toch geen Duitsers in de buurt waren, zongen ze: „Bind d’ officieren dan met touwen tot aan de hoornen van ’t altaar.” Later moest ik bij die psalm altijd opletten dat ik het juiste woord zong.”

Opnieuw bevrijd
„In april 1945 werden we bevrijd. We hoorden dat het schieten steeds dichterbij kwam en kropen in een voersilo. Door de raampjes zagen we de Duitsers vluchten. We schrokken toen er opeens een paar hoofden over de rand van de silo heen kwamen. Het bleken geallieerde soldaten te zijn. Blijf daar zitten, wenkten ze. Zo werden we bevrijd, voor de tweede keer.”
Pas eind mei konden de evacués terug naar hun woonplaats. „Ik had er geen zin in. In Putten hadden we zo’n fi jne tijd en in Oosterbeek hadden we bijna niets meer. Vader had zeven huizen. Daarvan waren er vijf verwoest, waaronder het huis waarin we woonden. Onze koff ers met kleren waren onze enige bezittingen. Eerst vonden we onderdak bij familie. Ondertussen werd een nieuw huis voor ons gebouwd, op de fundamenten van het vorige.”
Het contact met de ‘evacuatiefamilie’ is er nog altijd, na 67 jaar. „We gingen er soms met de bus naartoe, later met de auto. Maar dat kan ik nu niet meer. Ik ben niet meer zo mobiel.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 april 2012

Terdege | 92 Pagina's

Warm welkom in geteisterd Putten

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 april 2012

Terdege | 92 Pagina's