Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Trommius en actualiteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Trommius en actualiteit

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elders in dit nummer staat iets over Trommius en zijn concordantie. Bij Schriftonderzoek is een concordantie onder biddend opzien van grote waarde. Ik wil daar iets van doorgeven. Wij lezen in 1 Timotheüs 2:11 en 12: „Eenvrouw late zich leren in stilheid, in alle onderdanigheid. Doch ik laat de vrouw niet toe dat zij lere, noch over de man heerse, maar wil dat zij in stilheid zij." Daar is momenteel nogal wat over te doen. Waar het mij nu speciaal om gaat, is de onderdanigheid, die de apostel hier van de vrouw vraagt. Een afschuwelijk woord voor velen in deze tijd. In de tekst die hier meestal mee in verband gebracht wordt, 1 Korinthe 14:34, staat in het Grieks hetzelfde woord, maar in de vertaling klinkt het nog erger voor moderne oren: „Dat uw vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de Wet zegt." Heb ik het mis, als ik veronderstel dat een dergelijk bijbelwoord ook onder ons veelal in een sfeer van lacherigheid ter sprake komt? Een teken hoe we besmet zijn door de tijdgeest. Zelfs ons taalgevoel is bedorven door de moderne Babel-cultuur met haar emancipatiedriften. Want het gaat Paulus allerminst om slaafse onderworpenheid. Paulis wil niet dat de vrouw zich gedraagt als een sullig doetje. Daar kom je achter wanneer je Trommius erbij haalt.

Geladen
Het Griekse woord dat in de ene tekst met onderdanigheid en in de andere met onderworpen zijn vertaald is, blijkt geweldig geladen te zijn. "Hupotassein" is een werkwoord dat letterlijk betekent: onderordenen, onderschikken. Het veronderstelt een hiërarchisch geordend bestel, waarin ieder zijn eigen plaats van de Schepper heeft gekregen. Paulus ziet de hele schepping zo harmonisch geordend. We gaan de teksten eens na, waar dit woord staat: - Alle mensen moeten onderdanig zijn aan God en Zijn wet, Hebr. 12:9, Jak. 4:7, Rom. 8:7, 10:3. - Aan de politieke overheid, Rom. 13:1,5. Tit. 3:1, lPetr.2:13. - Kinderen aan hun ouders. Luk. 2:51, 1 Tim. 3:4. - Dienstknechten aan hun heren, Tit. 2:9, 1 Petr. 2:18. -Jongeren aan ouderen, I Petr. 5:5. - Vrouwen aan hun mannen, Ef 5:22, Kol. 3:18, Tit. 2:5, 1 Petr. 3:1, 5. - De leden der gemeente aan de ambtsdragers, 1 Kor. 16:16. - Gods volk aan elkander, krachtens hun gemeenschappelijke zalving, 1 Petr. 5:5 (zie de kanttekening!), Ef 5:21. - De gemeente aan Christus, Ef 5:24, 2 Kor. 9:13. - De engelen, machten en krachten aan Christus, 1 Petr. 3:22. - Alle dingen aan Christus, IKor. 15:27, Ef 1:22, Fil. 3:21, Hebr. 2:5, 8. En wat het alomvattende is: wanneer alle dingen onderworpen zullen zijn aan de Zoon, zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden aan de Vader, opdat God zij alles in allen, 1 Kor. 15:28.

Emancipatie
Heel de moderne emancipatiebeweging in al haar geledingen en speerpunten, met het nauw daaraan verbonden streven naar "consequente democratisering" van de samenleving, is één reusachtig verzet van de gevallen mens tegen de scheppingsorde van het "hupotassein" met als uitgesproken of onuitgesproken bedoeling: Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen. Maar in Gods hiërarchisch geordend scheppingsbestel is het leven goed. Want God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Hij heeft in Zijn schepping al de creaturen van Zijn hand hun eigen plaats gegeven. Het zit ons in het bloed immer naar het waarom te vragen. Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Oneindig beter is het eindigen in de aanbidding: O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! Ook de onder-schikking van de vrouw ten opzichte van de man komt voort uit de schepping. Daarom kan zij onmogelijk als een vernedering gezien worden. Het is onze blindheid voor de goede schepping, wanneer wij dat zo ervaren. Wie durft, als het gaat om de schepping van de vrouw als hulpe van de man (Gen. 2:18), nog woorden als "minderwaardig" te gebruiken, als we er weet van hebben dat het voor de God Jakobs niet te gering is geweest de Hulp Zijns volks genaamd te worden (Ps. 146:5 en vele andere plaatsen in de Psalmen, hetzelfde Hebreeuwse woord "ezer")?

Sleutelwoord
Zo is het begrip onderdanigheid, onderwerping, een sleutelwoord in de Schrift. Het doet ons een blik slaan op de oneindige rijkdom van de inrichting van Gods schepping. We raden ieder aan, zo nu ook zelf het begrip "hoofd" na te speuren: begin maar met 1 Korinthe 11:3. De Schrift wijst mannen en vrouwen elk hun plaats in Gods bestel. Er is in onze tijd een grote tegenzin gegroeid tegen alles wat te maken heeft met autoriteit en met een positie van de een boven de ander. Maar waar Christus, Die Code gelijk is, van gelijke Godheid, eer en eeuwige heerlijkheid, de plaats van Zijn Vader in onderworpenheid eerbiedigt(1 Kor. 15:28), past het ons mensen allerminst andere plaatsen in te willen nemen dan die ons gewezen worden. En nu weet ik wel dat de vragen vermenigvuldigen als het erom gaat, hoe maatschappelijke vorm te geven aan wat de Heere ons onderwijst over de onderscheiden plaats die Hij in Zijn schepping aan mannen en vrouwen heeft toegekend. Maar dat aan de vrouw het regeerambt in staat en maatschappij niet toekomt, buitengewone omstandigheden daargelaten, behoort voor hen die zich wensen te rcihten naar het Woord Gods geen punt van meningsverschil te zijn. Die vraag kan dus nu ook niet aan de orde zijn. Wat overblijft, is de beoordeling van het lidmaatschap van een politieke partij in het licht van het boven gestelde. Objectief onderzoek van de plaats en taak van de politieke partijnen in een moderne parlementaire democratie als de onze, en de plaats en taak van haar leden, zal uitwijzen dat het partijlidmaatschap met de daaraan verbonden rechten en activiteiten, inderdaad niet los gezien kan worden van het regeerambt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 april 1993

Terdege | 80 Pagina's

Trommius en actualiteit

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 april 1993

Terdege | 80 Pagina's