Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toegang tot het Koninkrijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toegang tot het Koninkrijk

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Johannes 10 is het hoofdstuk van de goede Herder. Een goede herder draagt zorg voor de schapen, brengt ze in grazige weiden en bij frisse waterbeken. Ook neemt hij ze in zijn armen als ze niet verder kunnen. Hij redt ze uit gevaren, ja, hij geeft zijn leven voor hen. Bij zo'n goede herder ontbreekt het de schapen dan ook aan niets en ze vertrouwen zich daarom aan hem toe.

Jezus is dè goede Herder. Tegelijk verklaart Hij: ,,Ik ben de Deur." Deze beide beelden spreken elkaar niet tegen, maar vullen elkaar aan. Want een schapenstal in het oosten was een omheinde ruimte, waarin één opening was als toegang, 's Avonds, wanneer de schapen daar naar binnen moesten, stelde de herder zich in die deuropening op en de schapen passeerden hem één voor één. Wanneer ze eenmaal binnen waren, dan legde de herder zich vóór de deuropening neer, zodat hij eigenlijk zélf de deur was. Geen schaap kon dan meer naar buiten en geen verscheurend dier kon naar binnen komen.

Zo is er maar één deur die toegang verschaft tot het koninkrijk van God en tot de gemeenschap met de Vader: de Heere Jezus Christus. In deze belijdenis is meteen dus uitgedrukt, dat we van nature buiten dat koninkrijk staan. Wij mensen hebben eenmaal de gemeenschap met God verbroken, zodat het paradijs nu achter ons ligt. We zijn als dwalende schapen, die ons het geduchte oordeel van God waardig maken. Buiten God vinden we in feite alleen maar rusteloosheid, onvrede en uitzichtloosheid. Dan grijpen we naar het geluk, zonder het (op deze wijze) ooit te vinden. Soms is het zelfs aan de gezichtsuitdrukking van de mensen te zien, dat ze de ware vrede missen. Wat zijn er ontstellend veel van zulke schapen zonder herder! Ze zijn als blinden, die tasten langs de muur, zonder een deur te vinden om binnen te gaan. Wèl worden er deuren gewezen om de rust en het geluk te vinden. Sommigen zeggen: ,,Als we ons allemaal maar inzetten vooreen rechtvaardige wereld, zonder ooriog, dan komt het wel goed.'' Anderen zoeken hun geluk in oosterse godsdiensten. Wij doen het allicht niet op deze wijze. Maar we kunnen ook een deur tot het koninkrijk van God menen te vinden in onze vroomheid, in onze kerkgang als zodanig, in onze ijver voor de Heere enz.

Dit zijn op zichzelf natuuriijk geen verkeerde zaken, maar als deuren tot de gemeenschap met God komen ze niet in aanmerking. De deuren van eigen werken en kwaliteiten kunnen absoluut geen uitkomst bieden. Laten we dit terdege bedenken!

Wat is nu het wonder van het Evangelie? Dit, dat God in Zijn wondere genade een deur geeft waar er geen was; een mogelijkheid in onze onmogelijkheid. God heeft, zoals de oude vromen treffend zeiden, redenen uit Zichzelf genomen. In Zijn oneindige barmhartigheid heeft Hij Zijn Zoon naar deze wereld gezonden. Voor Hem werd de deur van het Vaderhuis gesloten toen Hij op aarde kwam. Hij moest buiten staan, lijden en sterven (zoals we in deze lijdensweken weer gaan gedenken). Oordeel en vervloeking waren Zijn deel. Door Zijn Middelaarswerk heeft Hij verdiend, dat de toegang tot het rijk van God en de gemeenschap met God voor vloekwaardigen geopend werd. Hij is de Deur, die wij moeten en ook mogen binnengaan. Een Deur die een geschenk van de hemel is! Let er wel op: Hij is niet één van de vele toegangen, maar de énige toegang tot het rijk van God. Hij getuigt:,,Niemand komt tot de Vader dan door Mij." Petrus spreekt: ,,De zaligheid is in geen ander; want er is ook onder de hemel geen andere Naam, Die onderde mensen gegeven is, door Welke wij moeten zalig worden.''

Het komt aan op een ingaan door de deur. We zijn er niet klaar mee wanneer we die deur zien en bekijken en er over praten. Met dit alles kunnen we nog buiten blijven. En zoiets gebeurt vaak. Het is aangrijpend erg wanneer we aan Jezus als de Deur voorbij leven. Dan geldt straks op de oordeelsdag, dat we de deur van het Godsrijk gesloten vinden. Nu wordt Christus ons aangewezen en aangeprezen als de Deur. Wat een goede en wondere boodschap wordt dit voor ons, juist dan wanneer we erkennen dat we naar Goddelijk recht eeuwig buiten moesten staan! Een boodschap die ons geestelijk in beweging zet. We nemen onze toevlucht tot Hem in het vertrouwen dat Hij machtig en gewillig is om ons zalig te maken. Zo doet Hij ons de rijkdom en de kracht van Zijn Borgwerk kennen. We vinden in Hem verzoening, vrede, eeuwig behoud. Stellig kan het voor ons dan nog wel eens moeilijk zijn. Het leven brengt zorgen en problemen mee. De macht van de zonde is niet eensklaps verdwenen. De aanvallen van de satan zijn vaak fel. Maar de Heere Jezus is een volkomen en getrouwe Zaligmaker. Wie door Hem behouden is, zal aan Hem niet ontroofd worden. Zijn genadekracht is onoverwinnelijk. Wanneer we door deze Deur binnengaan, delen we in het heerlijke genadewonder dat niets ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods in Christus. Want Hij beschermt en beveiligt de Zijnen voor eeuwig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 februari 1986

Terdege | 64 Pagina's

Toegang tot het Koninkrijk

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 februari 1986

Terdege | 64 Pagina's