Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE WERKEN GODS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE WERKEN GODS

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Schepping en Voorzienigheid

1.

Zo hebben we achtereenvolgens gehandeld over het Woord Gods; liet Wezen Gods; de Deugden Gods; de Besluiten Gods en wensen nu, met de hulpe des Heeren onze aandacht te schenken aan de „Werken Gods".

De Werken Gods worden door onze Vaderen — en dat zeer terecht — onderscheiden in i n b 1 ij v e n d e en u i t-gaande werken. De eerste hebben betrekking op het innerlijk leven van de heilige Drieëenheid; op de Goddelijke Huishouding; en zijn reeds genoemd, toen we bespraken het Wezen, de Deugden en de Besluiten Gods. De t w e ed e, n.1. de uitgaande werken komen thans aan de orde. Het zijn die werken Gods, waardoor Hij zich openbaart naar buiten; werken, die niet in Zijn wezen blijven, maar die van Zijn wezen onderscheiden zijn, al blijft God de Heere door Zijn alomtegenwoordigheid er toch ten nauwste bij betrokken. Die uitgaande daden of werken Gods zijn, op hun beurt, weer in tweeën te onderscheiden, en wel in werken, die liggen op het terrein van de natuur, en die, welke behoren tot het terrein der genade.

De werken der natuur gaan voorop, omdat in rangorde de natuur aan de genade voorafgaat. Toen de mens zondigde, kwam er plaats voor genadebetoon; maar vóór hij zondigde, bestond hij reeds; dus was er reeds een werk Gods op natuurlijk gebied volbracht. We willen trouwens in het hoofdstuk, dat over de „Werken Gods" handelt, niet de zaken der genade bespreken, maar die liever laten rusten, totdat aan de beurt komen de hoofdstukken over de Middelaar Gods en over het Heil Gods, omdat daarin het genadewerk Gods door Jezus Christus en door de Heilige Geest een afzonderlijke bespreking vordert.

Wij bepalen ons dus tot de werken Gods in het rijk der natuur; de werken, die wij indelen en rangscliikken onder „Schepping" en „Voorzienigheid". En het spreekt vanzelf, dat we dan in deze kolommen een behandeling van de Schepping vooraf later gaan aan die der Voorzienigheid.

En dan dient allereerst opgemerkt te worden, dat alle werk Gods een voortvloeisel is van Zijn raadsbesluit. Al wat God besloten heeft, brengt Hij ten uit-

voer. Hij kan dat krachtens Zijn almacht; en Hij wil dat krachtens Zijn onveranderlijkheid, want nimmer kan God besluiten een eens genomen besluit niet uit te voeren.

Het werk der schepping evenals dat der voorzienigheid, is het werk van de Drieënige God. In de werken der genade is er onderscheid tussen, wat de Vader en de Zoon en de Heilige Geest doen; een scherp onderscheid zelfs, omdat niet de Vader of de Geest, maar alleen de Zoon vlees geworden is, en de straf Gods gedragen heeft in Zijn vlees. Maar de werken der natuur worden aan de Drieënige God toegeschreven, omdat alle drie de Goddelijke Personen in Schepping en Voorzienigheid samenwerken. En al moge er enig onderscheid gemaakt worden met een beroep op Ps. 33 : 6: Door het Woord des Heeren zijn de hemelen gemaakt en door de Geest Zijns monds al hun heir", dan past ons toch de grootste vorziclitigheid, en mogen wij geen scheiding maken tussen zaken, die zó ver boven onze bevatting liggen, en waarvan het geheimenis door ons nooit ten volle kan gepeild worden. Liever dan ons te wagen aan bespiegelingen, waarvoor we toch geen genoegzame grond kunnen aanvoeren, houden wij vast aan de eenvoudigheid van Gods Getuigenis, dat ons er ten duidelijkste op wijst, dat het scheppingswerk dooide Drieënige God is tot stand gebracht met volledige medewerking van elk der drie Goddelijke Personen.

De Schepping is die werking Gods, waardoor het schepsel voortgebracht wordt; in onderscheiding van de Voorzienigheid, waardoor het voortgebrachte schepsel onderhouden, verzorgd en bestuurd wordt.

De Schepping ziet op de aanvang, op het ontstaan der dingen. De Voorzienigheid raakt het bestaan, de voortduur, het verloop der dingen.

Er zou niets gekomen zijn, indien God het niet had voortgebracht. Er zou evenmin iets kunen blijven bestaan, indien Gods alvermogende kracht het niet van dag tot dag onderhield.

Aan die schepping, gevolgd door de voorzienigheid Gods, schenken we dan nu gedurende enige tijd onze gewijde aandacht. Moge het strekken om er door op te klimmen tot verheerlijking van de Schepper en in aanbidding voor Hem neder te buigen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1955

Daniel | 8 Pagina's

DE WERKEN GODS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1955

Daniel | 8 Pagina's