Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ONTWIKKELINGEN IN DE MICRO-ELEKTRONICA EN DE DAARMEE SAMEN­ HANGENDE WERKGELEGENHEIDSASPEKTEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONTWIKKELINGEN IN DE MICRO-ELEKTRONICA EN DE DAARMEE SAMEN­ HANGENDE WERKGELEGENHEIDSASPEKTEN

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Ir. W. van de Kamp

Inleiding

De laatste twee eeuwen hebben een aantal technologisch belangrijke gebeurtenissen plaatsgevonden, die aangeduid kunnen worden met het begrip „mechanisatie", en die een zeer sterke invloed gehad hebben op het maatschappelijk gebeuren. Het betreft de ontwikkeling en invoering van machines die menselijke en dierlijke spierkracht vervangen. Door het uitvinden van respektievelijk de stoommachine de verbrandingsmotor en de elektromotor werden hiertoe de belangrijke impulsen gegeven. Deze ontwikkelingen hebben niet nagelaten ingrijpende consequenties te hebben voor de samenleving en met name voor de werkgelegenheid. Te denken valt hierbij aan het ontstaan van de stoomtractie en het verdwijnen van de bestaande , , paardenwereld" (koetsier, stalhouder, koetsenfabrikant). Daarna de opkomst van auto, vliegtuig, elektrische trein en tenslotte de kleine elektromotor en de netwerken rondom de energieopwekking en distributie. Dit alles ter vervanging van de menselijke krachtbron door de mechanische krachtbron. Een proces dat bedreigingen inhield voor bestaande toestanden, maar ook nieuwe mogelijkheden opleverde.

Een proces dat, , voordelen" en „nadelen" te zien gaf.

De laatste decennia gaat een nieuw type machine een steeds belangrijker rol spelen in onze samenleving; een machin< 3 die de naam heeft van „computer". Hierbij worden , , intelligente" (let wel geen , , creatieve") taken door een machine overgenomen.

De grondslag voor intelligente machines is reeds de vorige eeuw gelegd, doch deze konden door technologische problemen niet geheel verwezenlijkt worden. Door nieuwe technologische ontwikkelingen van het relais zijn deze machines in deze eeuw tot realisatie gekomen. Door ontwikkelingen in de micro-elektronica nemen deze machines momenteel een zo grote vlucht dat van een revolutie of omwenteling gesproken wordt, door het beschikbaar komen van micro-computers.

Wat verstaan we onder micro-elektronica en micro-computers?

Allereerst de begrippen.

Micro-elektronica is alle elektronica die gebruik maakt van de eigenschappen van vaste stoffen, waarbij elektronische functies zijn gerealiseerd op zeer kleine oppervlakken.

Zoals het woord reeds zegt is een micro-computer een computer. Dit betekent dat het een informatieverwerkende machine is die onder besturing van een programma bewerkingen uitvoert op informatie in elektrische (binaire) vorm.

Het waren de uitvindingen van de vacuümbuis en daarna de transistor die een doorbraak voor de vervaardiging van computers mogelijk maakten. De revolutionaire ontwikkeling in deze machines begon echter met de verwezenlijking van geïntegreerde circuits, de zogeheten IC's (Integrated Circuits), door Kilby en Hoerni, in 1960. Een geïntegreerd circuit is een elektronische schakehng die gerealiseerd is op één substraat, meestal een plaatje silicum; dit plaatje silicum wordt ook wel „chip" genoemd (afmetingen enkele mm^). De complexiteit van deze geïntegreerde circuits neemt nog steeds toe. Een hoogtepunt in deze ontwikkeling is de reahsatie van het hart van een intelligente machine - de micro-processor ~ op een enkele „chip”.

Een micro-processor plus een geheugen en een input/output schakeling vormt een microcomputer. Zo'n systeem kan in één of meerdere chips worden gerealiseerd, afhankelijk van de complexiteit van het systeem, en men spreekt dan van „single-chip" of „family-chip". De micro-computer is dus mogelijk door de technologische ontwikkeHng van de geihtegreerde circuits enerzijds en door de technologische ontwikkeling van de computers anderzijds. Het is de verwachting dat een complexe computer in de jaren tachtig zal worden tot een „singlechip computer”.

De micro-elektronica is te vergelijken met de boekdrukkunst. Het ontwerpen van het geihtegreerde circuit komt overeen met het schrijven van het boek. Het eerste prototype van het IC met de proefdruk. De produktie van de IC's met het persen van de boeken. Boeken in grote aantallen vervaardigd zijn goedkoop; zo ook kunnen de micro-elektronische produktieprocessen goedkope IC's leveren. Enkele zeer sprekende voorbeelden hiervan zijn de pocketcalculator en het elektronische horloge.

Welke gevolgen kunnen de huidige ontwikkelingen in de micro-elektronica hebben voor de samenleving en met name voor de werkgelegenheid?

Het zijn de ontwikkelingen in de micro-elektronica die naar verwachting de samenleving en met name de werkgelegenheid ingrijpend zullen beïnvloeden. Om deze gevolgen enigszins te kunnen aangeven is het nuttig na te gaan waar de „chips" in gebruikt kunnen er/of zullen gaan worden.

Hierin zijn de volgende hoofdrichtingen te onderscheiden:

— automatisering; besturing van een proces door een machine.

— rekenen; het manipuleren met de getalsaspekten van gegevens.

— informatiebeheer; het invoeren, opslaan, transporteren, uitvoeren en elementair bewerken van pakketten informatie.

De toepassingen zijn in verschillende sectoren te verdelen:

— Consumentengoederen, zoals huishoudelijke apparatuur, ontspanningsapparatuur, persoonlijke produkten, auto’s.

— Computers en randapparatuur.

— Telecommunicatie apparatuur.

— Kantoormachines.

— Instrumentatie.

— Industriële automatiseringsapparatuur o.a. voor machine-en procesbesturing. — Verkeer en vervoer.

Dit is dus allereerst bestaande apparatuur, zoals de telefoon, de auto en diverse huishoudelijke apparaten. Zeer veel toepassingen zullen liggen op het gebied van , , speelgoed" en „leermiddelen", waarvan de slimmigheid door menselijke creativiteit steeds zal toenemen. Te verwachten is dat mede door de toename van de vrije tijd de amusementsindustrie geweldig zal groeien.

Dit alles betekent een enorme verandering, door het ontstaan van nieuwe produkten, markten, bedrijven en werkgelegenheid, maar eveneens het verdwijnen daarvan. Te denken valt hierbij aan de aan het begin genoemde mechanisatie, waarbij ingrijpende veranderingen zijn opgetreden. Zeker is wel dat deze veranderingen niet , , wrijvingsloos" zullen verlopen, daar de verdwijnende en opkomende aktiviteiten en werkzaamheden totaal verschillend zijn.

Teneinde enig inzicht in deze veranderingen te verkrijgen en zodoende passende maatregelen te kunnen nemen is door het Ministerie van Wetenschapsbeleid op vier december 1978 de , , Adviesgroep Gevolgen Micro-elektronica" geïnstalleerd; ook wel , , commissie Rathenau" genoemd, naar de voorzitter Prof. dr G.W. Rathenau.

De toenmalige minister van Wetenschapsbeleid Drs M.W.J.M. Peijhenburg merkte in zijn installatierede het volgende op:

„De verlaging van de prijs van computerhardware als gevolg van de massaproduktie van chips zal ongetwijfeld leiden tot een versnelling van de ontwikkelingen en tot popularisatie van het gebruik van computertechnologie. Op langere termijn gezien, zullen niet alleen deze afzonderlijke ontwikkelingen maar vooral ook de combinatie ervan ~ bijvoorbeeld de mogelijkheid van conversatie tussen zeer geavanceerde computersystemen via telecommunicatiesatellieten naar het zich laat aanzien onze samenleving ingrijpend veranderen.

De ontwikkelingen die zich nu al laten voorzien, zullen leiden tot nieuwe structuren in administratie, informatie en produktie. Moeilijker voorspelbaar zijn de gevolgen, die deze veranderingen hebben op het persoonlijk leef-en werkmilieu.

De grootste onbekende daarbij is hoe de mensen op deze ontwikkelingen zullen reageren. Het aspect, dat nu in eerste instantie vooral zorgen baart, zijn de consequenties van deze veranderingen voor de werkgelegenheid, naar aard en omvang”.

De huidige minister van Wetenschapsbeleid Dr Ir A.A.Th.M. van Trier heeft op het op 31 meiji. gehouden KlVI-symposium „Micro-elektronica, uitdaging voor allen", het volgende naar voren gebracht: „De economische, politieke, sociale en culturele omstandigheden, kortom de maatschappelijke krachten samen, zullen het effect van de micro-elektronica op onze samenleving bepalen. De technologie is beschikbaar, zoveel is zeker. Wat nog volkomen onzeker is, is hoe de mensen erop zullen reageren.

Het menselijk element blijft een belangrijke factor als het gaat om toepassingsmogelijkheden van deze nieuwe technieken. Gelukkig maar, al maakt het het vooruitzien moeilijk. Dat geldt

met name voor het veelbesproken vraagstuk van het effect van de micro-elektronica op de werkgelegenheid. Dit aspect plaatst ons voor een dilemma.

Micro-elektronica biedt ons de instrumenten tot rationalisatie (ofwel automatisering) van produktieprocessen en kan daardoor leiden tot verbetering van onze concurrentiepositie. Dit laatste kan indirect weer leiden tot verbetering van de werkgelegenheid. Het directe effect van automatisering is echter juist een vermindering van de werkgelegenheid. Dit geeft aan hoe belangrijk het is de verschillende mogelijkheden in het oog te houden.

We mogen ons niet laten verrassen door een golf van automatisering, voorzichtigheid is geboden, zowel in de dienstensector als in de produktiesector. Dit is nodig zowel ten aanzien van optimistische als ten aanzien van pessimistische verwachtingen. Wat dit laatste betreft, denk ik aan de gevreesde arbeidsuitstoot, maar ik wil er op wijzen dat de vele arbeidsbesparende systemen die ons worden aangeprezen dikwijls nog weinig te maken hebben met de werkelijkheid van het werk in kantoor en industrie. De optimistische verwachting dat het - zoals het in het verleden dikwijls het geval is geweest allemaal wel mee zal vallen en dat de arbeidsuitstoot door nieuwe werkgelegenheid zal worden gladgestreken, met hoogstens enige frictiewerkloosheid, lijkt even onvoorzichtig. De ontwikkeling in de micro-elektronica en de robotica tot nog toe heeft het zeker in zich grote structurele veranderingen te kunnen veroorzaken. Dat de werkgelegenheid nadelig zal worden beïnvloed, is vooral in een tijd van geringe economische groei verre van denkbeeldig. Wat het voorspellen van de gevolgen voor de werkgelegenheid zo moeilijk maakt, is de onzekerheid over de hoeveelheid nieuw werk die de micro-elektronica zal scheppen. Bij de verwachtingen die men hierover hoort, wordt er nogal eens op gewezen dat - voor wat betreft het creëren van nieuwe werkgelegenheid —

vooral de toepassingen van micro-elektronica in het midden-en kleinbedrijf een belangrijke rol spelen.

Nederland is vanzelfsprekend niet het enige land waarin men zich zorgen maakt over deze perspectieven. Nederland is wel het enige land waarin men in een multi-disciplinair samengestelde adviesgroep, de commissie-Rathenau, tracht de regering van advies te dienen over de maatschappelijke gevolgen van de micro-elektronica, althans tot nog toe. In de Verenigde Staten is het Office of Technology Assessment thans bezig eenzelfde advisering in het leven te roepen met een taakomschrijving die vrijwel identiek is aan de opdracht van de adviesgroep-Rathenau”.

Met betrekking tot de werkgelegenheidsaspecten heeft op genoemd symposium Prof. Rathenau het volgende opgemerkt:

„De maatschappelijke veranderingen als gevolg van ontwikkelingen in de micro-elektronica worden veelal verwacht op het gebied van het werk van de werkgelegenheid. In dit verband is een recente duitse studie interessant, die voor verschillende sectoren van bedrijvigheid probeert aan te geven of door de komst van de micro-elektronica het werk sterk en spoedig, of langzaam of niet aangetast zal worden.

Wanneer men het geheel der werknemers in een sector bij de veranderingen betrokken veronderstelt, komt men tot de schatting van een bovengrens. Bij zeer ruime foutengrenzen levert deze schatting dat van alle duitse werknemers ca 5% b'innen 5 jaar en ca 50% binnen 15 jaar met de vernieuwingen zullen worden geconfronteerd. Dit zijn zeer grote getallen van een orde van grootte, zoals die bij het verdwijnen van de landbouwsector en de groei van de informatiesector in de Verenigde Staten is waargenomen.

De veranderingen van het werk kunnen werkzaamheden van andere aard in hetzelfde bedrijf betekenen of overplaatsing naar een andere sector van het bedrijfsleven, ook wel werkloosheid. Het zal niet te vermijden zijn dat voor de individuele werknemer hardheden ontstaan, die met noodzakelijke mobiliteit, met herscholing en herplaatsing in andere functiegroepen samenhangen. Mensen, die flexibiliteit aan inzicht in complexe samenhangen paren, zullen in de nieuwe omstandigheden de meeste kans van slagen houden.

Schattingen van de veranderingen van het aantal arbeidsplaatsen uit de literatuur schieten vaak tekort door het feit, dat aantasting van bestaande werkgelegenheid wel zichtbaar is, terwijl nieuwe produkten van nijverheid en diensten nog niet herkenbaar zijn. Met name is het slagen van nieuwe produkten op de competitieve wereldmarkt moeilijk te voorspellen”.

U merkt dat over de gevolgen van de micro-elektronica voor de werkgelegenheid nog nauwelijks gegevens bekend zijn, zodat ook de prognoses hieromtrent zeer wijd uiteenlopen. Volgens een studie van het amerikaanse bureau Arthur. D. Little zullen er in de komende 10 jaar in Amerika en West-Europa meer dan 1 miljoen nieuwe banen ontstaan ten gevolge van de micro-computer. Er zullen volgens dit bureau wel zeer veel banen verloren gaan, doch per

saldo zullen er uiteindelijk ruim 1 miljoen banen bijkomen, waarvan naar schatting 60% in de Verenigde Staten.

De industriebonden FNV zeggen naar aanleiding van een engelse studie van het ministerie van industrie, dat in Nederland ten gevolge van de micro-computers in 1983 het aantal werklozen 500.000 zal bedragen. Een conclusie die inmiddels echter reeds ernstig is aangevochten.

Voor meer officiële gegevens is voor Nederland het wachten op het rapport van de commissie-Rathenau, wat in november a.s. uit moet komen. Vermeldenswaard is tevens dat D.V. op 6 en 7 september a.s. aan de TH-Twente een symposium gehouden zal worden , , Chips en werk; menings-en beleidvorming", waar een meer kwantitatieve benadering van dit vraagstuk gegeven zal worden.

Hoe is deze technologische vernieuwing te waarderen in het licht van een christelijke visie op arbeid, techniek en toekomst?

Vanwege de uitgebreidheid van het onderwerp heb ik in het voorgaande getracht enige feiten aan te dragen, zoals we die momenteel in de literatuur aantreffen en tevens heb ik geprobeerd deze feiten in een raamwerk te plaatsen. Belangrijker is evenwel hoe onze houding hiertegenover moet zijn. Deze vraag is niet met een eenvoudig voor of tegen, met een enkel ja of neen te beantwoorden. Toch wil ik tot slot van dit artikel trachten enige gedachten hieromtrent te ontwikkelen, naar ik hoop, als aanzet voor een nadere bezinning op deze problematiek.

Allereerst moeten we er van uitgaan dat deze ontwikkelingen er zijn, we kunnen ze niet wegpraten.

Vervolgens zullen we iedere toepassing moeten beoordelen vanuit onze christelijke levensvisie, dus vanuit de Bijbel als Gods Woord.

God heeft de mens voor de zondeval de opdracht gegeven „de hof van Eden te bouwen en te bewaren" en ook na de zondeval „om de aardbodem te bouwen"; de opdracht tot arbeid. Zodoende is arbeid opdracht, gebod en zegen; geen vloek. Terwijl de vloek van de zonde rust op de schepping en dus ook op de arbeid, daarom is vanwege de zonde de arbeid ons dikwijls tot last en moeite en verrichten we deze niet op de juiste wijze. Doch vanwege de instelling van de arbeid door God, mogen en moeten wij over ons werk de zegen des Heeren vragen. We behoren onze arbeid naar en in overeenstemming met Gods Woord te verrichten.

leder zal dan ook op zijn eigen terrein en op de plaats waar men gesteld is een beoordehng van deze vraagstukken moeten geven.

Er zijn veel positieve dingen te noemen, maar te vrezen valt, dat, juist door de geweldige mogelijkheden, ook vele toepassingen zullen worden gevonden op het gebied van de „amusements-industrie", zoals b.v. de , , amusements-televisie", die de toets van Gods Woord niet

kunnen doorstaan. Hierover zal dan ons oordeel afwijzend zijn op grond van Gods Woord; ofschoon deze technieken voor andere toepassingen positief gewaardeerd dienen te worden, zoals b.v. de televisietechniek zoals zij toegepast wordt bij bewaking van patiënten in ziekenhuizen en bij bewaking van gebouwen. Ais we verder deze technische ontwikkelingen op dit gebied bezien, is te vrezen dat deze ons niet dichter bij onze Schepper brengen, doch veeleer verder bij Hem vandaan. Daarmee is echter deze wetenschap en techniek op zichzelf en in zijn totaliteit nog niet veroordeeld. Wel blijkt dat wij altijd trachten onafhankelijk van God te worden, waarin ook de eerste zonde in het paradijs gelegen is.

De chip is als technologische ontwikkeling welUcht het begin van een systeemtijdperk, waarin we alles kunnen „berekenen", , , voorspellen" en „beheersen". Bij dit alles is het echter God Die de geschiedenis maakt, waarin nochtans ieder mens zijn eigen verantwoordelijkheid heeft en deze verantwoordelijkheid in afhankelijkheid van de Heere zal dienen te verwezenlijken. Dan wachten ons ingrijpende veranderingen en dan zullen we ook hierin telkens weer onze houding moeten bepalen, onder biddend opzien tot Hem die alles bestuurt.

Dan weten we niet wat de toekomst ons brengt wat betreft de werkgelegenheid, doch dan zien we enerzijds dat de zonde ook het maatschappelijk leven ontwricht, maar anderzijds dat Gods voorzienigheid over alles gaat. Dan zien we ook allerwege een streven naar arbeidstijdverkorting, maar dan zal de vraag in dit opzicht zijn wat we doen met de tijd die de Heere ons geeft. Dan zien we ook dat we leven in de , , eindtijd", ofschoon we van die dag en dat uur niet weten, maar dat we dan in dat uur - en in de tegenwoordige tijd ~ wakende bevonden mochten worden.

Gebruikte literatuur:

B.J.G. van der Kooy - Microcomputers, bedreiging en uitdaging.

B.J.G. van der Kooy - De micro-computer, bron voor innovatie in produkten, markten en bedrijven.

B.J.G. van der Kooy - -Micro computers, innovatie in de elektronica.

De Ingenieur van 31 mei 1979 betreffende het KlVI-symposium: „Micro-elektronica uitdaging voor allen", met bijdragen van o.a.

Walter Goorden en Broer Bouwe Scholtens: Chips vereisen maatschappelijk verantwoorde dipsaus.

A.A.Th.M. van Trier: Micro-elektronica en wetenschapsbeleid. G.W. Rathenau: Maatschappelijke gevolgen van micro-elektronica. Intermediair van 15 juni 1979, speciaal chip-nummer met bijdragen van o.a. J. Verhoeff: De chip: einde of begin van het informatietijdperk? B.J.G. van der Kooy: De digitale delta en haar bewoners. H.K. Boswijk: Waar zitten die chips nou eigenlijk in?

Nederlandse staatscourant van 6 december 1978, betreffende installatie Adviesgroep Maatschappelijke gevolgen micro-elektronica.

Wetenschapsbeleid van januari 1979 en mei 1979. Informatiek van 10 april 1979.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1979

Zicht | 44 Pagina's

ONTWIKKELINGEN IN DE MICRO-ELEKTRONICA EN DE DAARMEE SAMEN­ HANGENDE WERKGELEGENHEIDSASPEKTEN

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1979

Zicht | 44 Pagina's