Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. J. T. Doornenbal over Wulfert Floor

In het Gereformeerd Weekblad van 30 november 1946 begon ds. J. T. Doornenbal op verzoek van ds. I. Kievit aan een reeks artikelen over de bekende oefenaar Wulfert Floor. Deze artikelen verschenen onlangs in een fraai uitgevoerd boek bij uitgeverij Den Hertog.

In een voorwoord vermeldt de heer Natzijl terecht dat ds. Kievit goed aanvoelde dat ds. Doornenbal daar de juiste man voor was. Beiden geboren en opgegroeid in dezelfde streek, in de dreven van Driebergen, Nederlangbroek en Doorn. Maar ook vanwege geestelijke verwantschap en verbondenheid. Ds. Doornenbal was geboren op een boerderij aan de zuidgrens van Doorn grenzend aan de weilanden van Neerlangbroek. Als kind heeft hij vele keren in de kerk van Neerlangbroek gezeten. Ik las dat hij eens gezegd moet hebben: Ik ging er altijd graag naar toe, al was het alleen maar omdat ze de Psalmen langzaam zongen.

Ds. Doornenbal heeft de werken van Floor als jong predikant bestudeerd. Vandaar dat het verzoek van ds. I. Kievit, toen hoofdredakteur van ons blad, midden in de roos was. Het laatste artikel verscheen op 31 mei 1947. Oudere lezers van ons blad zullen zich dit wellicht nog herinneren. Zelf weet ik als kind reeds Doornenbals levensverhaal van Floor te hebben gelezen. De uitgever heeft een hoofdstuk-indeling aangebracht en in noten en in een kleinere letter tussen de tekst zijn aanvullende gegevens vermeld. Het boek is ook verlucht door vele foto's. Verder zijn tien brieven aan of van Floor achterin als bijlagen opgenomen. Een laatste bijlage is een door Floor zelf opgesteld overzicht van de plaatsen waar hij heeft geoefend: heel curieus. Ik wil twee fragmenten uit dit boek citeren om u een indruk te geven. Het eerste citaat geeft iets weer van Floors gedachten over zichzelf vlak voor het einde van zijn leven. Zijn vrouw is dan al overleden en hij voelt zich langzaam aftakelen.

Floors innerlijk leven

We citeren: „En dan gaat hij spreken van drie dingen, die hem zeer troosten in het gezicht van dood en eeuwigheid. Ten eerste, hij heeft geen leven in de zonde achter zich liggen. Ten tweede, ook geen leven van werkheiligheid. En ten derde geen leven van schijnheiligheid.

Deze 3 zaken gaat hij dan nader verklaren. Dat hij geen leven in de zonde achter zich heeft wil niet zeggen, dat hij geen of slechts weinig zonde heeft gedaan. Integendeel! In Adam van God afgevallen heeft hij zich schuldig voor God leren kennen, met smart en droefheid. Maar door genade heeft hij in zijn jeugd reeds zeer vroeg het smalle pad gekozen, Gods volk als zijn volk en Gods

leiding door de toenmalige predikant van Neerlangbroek ds. De .Klerck. Ik citeer:

„Zeer getrouw werd hij in die dagen bezocht door de Neerlangbroeker predikant ds. A. H. de Klerck, die sedert korte tijd zijn intrede gedaan had en een bijzondere belangstelling en hoogachting aan de dag legde voor de persoon en het werk van Wulfert Floor. Bijna dagelijks maakte hij te voet de gang van de oude dorpspastorie naar de hofstede aan de Driebergse wetering.

Het was een lange, maar wondermooie wandeling, in ontwakend voorjaar, voorbij de kastelen en hofsteden ter weerzijde van de Langbroeker wetering, het middeleeuwse kapelletje van Leeuwenburg, de boomgaarden, de weilanden, onder de hoge eiken en beuken van de Sterkenburgerlaan en door de lange oprijlaan van de hofstede.

En wij kunnen ook in deze bezoeken slechts een wonderlijke leiding zien, want hierdoor mogen wij een en ander vernemen over Floors laatste dagen.

Want iets, van het vele dat ds. De Klerck beluisterd heeft uit zijn mond, geeft hij weer in de inleiding van zijn hand op de laatste bundel. 'Ik heb Floor zien lijden en sterven', schrijft hij daar. 'Nooit, nee nooit heb ik iemand ZO' zien heengaan; in volle vrede, met smachtend, schoon niet ongeduldig verlangen naar het Vaderland.' Uit al de woorden, uit zijn mond gehoord en opgetekend, blijkt hoe in de laatste dagen zijn hart vast was, betrouwend op de Heere. De strijd is uitgestreden. Zijn vrede is bestendig. Flij ziet uit naar de eeuwige heerlijkheid.

In zijn hart leeft, naar zijn eigen getuigenis, het antwoord op vraag 58 van de Catechismus: 'Dat, nademaal ik nu het beginsel der eeuwige vreugde in mijn hart gevoel, ik na dit leven volkomen zaligheid bezitten zal, die geen oog gezien, geen oor gehoord heeft en in geen mensenhart opgeklommen is en dat, om God daarin eeuwiglijk te prijzen.'

Hij mag op zich toepassen: 'Welzalig hij, wiens zonden zijn vergeven.'

Zijn ziel is stil tot God. Als hem gewezen wordt op de lange duur van zijn ziekte, roept hij uit: 'De alleen wijze God zij eer en heerlijkheid.' Aan die God mag hij ook de toekomst overgeven van zijn jeugdige kinderen. Hij zal zorgen, gelijk Hij beloofd heeft en op die belofte en in die verwachting kan hij gerust heengaan.

De zevende april naderde, zijn verjaardag. Een jaar tevoren was zijn vrouw heengegaan en zeer hoopte hij haar op die dag weer te ontmoeten. De dag kwam, maar zijn wens werd niet vervuld. Ds. De Klerck las Jozua 1, waarin Israël staat aan de oevers van de Jordaan, gereed om het vaderland in te gaan. Hem trof het uitstel van drie dagen in vers 11, maar vooral het bevel: wees sterk en heb zeer goede moed. Hij zou dan maar weer goede moed hebben. De Heere was altijd goed voor hem geweest en zo kon ook dit uitstel niet kwaad voor hem zijn.

Ook anderen hebben hem bezocht op zijn ziek-en sterfbed en geen vriend die tot hem

kwam, tekent ds. De Klerck aan, die niet verkwikt heenging, al moest het gemoed vol schieten bij de gedachte aan scheiden.

Eén van hen was de heer J. C. Terlouw, in vroeger jaren ouderling van Neerlangbroek. 'O, Terlouw', zei hij ondermeer, 'wat heb ik er toch altijd arm van geleefd, want er is toch in Christus zo'n ruimte en rijkdom.'

'Pas toch vooral op, dat ge de kleintjes niet afstoot en Gods werk niet verdenkt en u toch ook vooral niet verheft, op hetgeen ge van God ontvangen hebt."

Slot

De invloed van Floor trof me dezer dagen toen ik de biografie las over Gerrit Achterberg geschreven door Wim Hazeu. Deze geeft een schets van het geestelijk klimaat waarin Achterberg in Neerlangbroek is opgegroeid. De grootouders van Achterberg kenden de Oefeningen van de landbouwer van Driebergen en hij vermeldt dat de invloed van Floor zich uitstrekte over volgende generaties. Ds. Wybe Zijlstra, Hervormd predikant in Neerlangbroek, citeerde soms uit de Oefeningen. Bij deze, toen zeer bekende en bij velen geliefde predikant, zat Achterberg op catechisatie, hoorde zijn preken en was lid van de jongelingsvereniging door ds. Zijlstra opgericht. Om kort te gaan: een eenvoudig landbouwer en oefenaar, heeft indirekt een zekere invloed gehad op de grootste dichter van deze eeuw in ons land, de in 1962 overleden Gerrit Achterberg. En ds. Doornenbal verworteld in de prediking van Floor, wist zich nauw verbonden aan Achterberg en sprak met hem over religie en poëzie. Daarmee is nog niet gezegd dat Achterberg een calvinistisch dichter te noemen is.

Ik sluit af met een bekend gedicht van Achterberg waarin de sfeer van vroeger thuis als het ware present is: Eben-Haëzer

Besloten zaterdagavond bij ons thuis. Mistvoeten liepen sluipend langs de schuur. Er was geen ziel meer buiten op dat uur; de blauwe boerderij een dichte kluis.

Daar woonden wij bijeen met man en muis. Door koestalraampjes viel een richel vuur uit goudlampen op deel, eeuwig van duur en stil van lijnkoeken en hooi in huis.

Mijn vader celebreerde er de mis: de koeien voeren, plechtig bij de koppen. Hun tong krult om zijn handen als een vis.

Een schim, diagonaal tot in de nokken. Godsdienst hing zwaar tegen de hanebalken. Zijn aderen beginnen te verkalken.

(N.a.v. Ds. J. T. Doornenbal, Leven en werk van Wulfert Floor. Uitg. Den Hertog, Houten, 157 blz. Prijs ƒ 24, 90).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1989

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's