Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mag men de apocriefe boeken lezen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mag men de apocriefe boeken lezen?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs ontvingen we een brief waarin nog weer eens de zogenaamde „apocriefe boeken" aan de orde kwamen. Twee vrienden waren erover aan het discussiëren geweest. De vriend van onze briefschrijver was van mening dat men eigenlijk die apocriefe boeken maar beter niet kon lezen en dat de Statenvertalers er reeds tegen gewaarschuwd hebben. Hijzelf was echter van mening dat deze boeken weliswaar geen Goddelijk gezag hebben, maar dat ze toch nuttig zijn om te lezen. Ze konden het er niet over eens worden en men besloot om naar ons blad te schrijven om te vragen hoe het nu eigenlijk precies met deze boeken gesteld was.

Onze lezers zullen weten waar het over gaat. Zoals bekend telt de Bijbel zesenzestig boeken. Men noemt deze boeken van het Oude en Nieuwe Testament de canon. Daarom staat er ook op het titelblad van de Statenvertaling: „Bijbel, dat is de ganse Heilige Schrift bevattende al de canonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament".

Dat woord „canon" is bij ons terechtgekomen — via het Latijn — uit het Grieks. En de Grieken hebben op hun beurt het woord weer ontleend aan het Hebreeuwse „Qaneh" dat „riet" betekent. Een riet werd destijds gebruikt als „meetriet" (meetlat). Daardoor is het woord ook gaan betekenen: maatstaf, standaard, regel. De zesenzestig canonieke boeken, die dus samen de canon vormen, gelden als maatstaf voor geloof en leven. Het zijn boeken met Goddelijk gezag. Maar er zijn in Israël vroeger heel walmeer boeken geschreven dan de zesenzestig die in de canon zijn opgenomen. Verschillende boeken zijn helemaal verloren gegaan. Maar er zijn ook boeken bewaard gebleven, die toch niet in de canon werden opgenomen. Sommige ervan heeft men ook weer in één band verzameld. Zo is er een boek ontstaan met geschriften die men „pseudepigrapha" noemt. Ook bestaat er een bundel met zogenaamde „apocriefe" boeken. De laatste zijn belangrijker dan de eerstgenoemde, vooral ook uit historisch oogpunt. Maar ze worden niet beschouwd als boeken die bij het Woord Gods behoren, zoals de canonieke boeken van de Bijbel. „Apocrief" komt van het Griekse woord „apocrufos", dat letterlijk betekent „verborgen", of ook wel „geheimzinnig". Later heeft het woord de betekenis gekregen van „niet-maatgevend", zonder Goddelijk gezag derhalve.

We hebben er reeds eerder over geschreven waarom deze boeken wel in één band bij de canonieke boeken van de Statenvertaling zijn gevoegd. Immers, deze boeken stonden ook in de roomse Bijbel. Men wilde voorkomen dat de roomsen konden zeggen dat de mannen van de reformatie de Bijbel verminkt hadden. Wel werd een duidelijke „waarschouwinghe" aan de lezers bijgevoegd dat deze boeken van een andere waarde zijn dan de zesenzestig canonieke boeken van de Bijbel. Daar komt de opmerking van de éne vriend dan vandaan dat de Statenvertalers reeds tegen de apocriefe boeken gewaarschuwd hebben. Toch mag men die waarschuwing niet uitleggen in de zin van: u kunt deze boeken beter niet lezen. Want dat is de bedoeling niet. De apocriefe boeken zijn nooit, ook door de Joden niet, gerekend bij het Woord van God. Ze vormen echter wel een heel oud stuk literatuur van Israël. Men kan ze terugvinden in de oude handschriften zoals van de Griekse vertaling van het Oude Testament, die bekend staat als de Septuagint en ook in de Latijnse vertaling, die bij Rome maatgevend is, de zogenaamde Vulgaat. In de serie De Bijbel open van de Evangelische Omroep wordt de volgende mening van Dr. W. Aalders doorgegeven: „Toen de hervorming kwam, heeft die eigenlijk een terughoudende positie ingenomen. Luther zëi dat de apocriefen nuttig waren om te lezen. Ze hebben een Bijbelse, vrome, godvruchtige inhoud. In de oudste Nederlandse vertalingen, zoals de Statenvertaling, zijn ze dan ook — zij het dan met een zekere distantie ten opzichte van de andere boeken — wel opgenomen.

Tenslotte werd door de kerk in artikel 6 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis uitgesproken, dat de apocriefe boeken inhoudelijk zeer worden aanbevolen, maar niet het gezag hebben van de andere boeken. Ze zijn stichtelijk en historisch belangrijk, maar niet gezaghebbend. En dat laatste heeft dan te maken met het feit dat er nooit een algemene uitspraak van Israël en de kerk gemeenschappelijk is geweest dat zij moeten gelden als canonieke boeken. De apocriefe boeken zijn dus eigenlijk de stiefkinderen van het christendom."

Het bovengenoemde artikel van de Geloofsbelijdenis zegt dan ook duidelijk: „Wij onderscheiden deze heilige boeken van de apocriefe, als daar zijn: het derde en vierde boek van Ezra, het boek van Tobias, Judith,

het boek der Wijsheid, Jezus Sirach, Baruch, hetgeen bijgevoegd is tot de historie van Esther; het gebed der drie mannen in het vuur, de historie van Suzanne, van het beeld Bel en van den Draak, het gebed van Manasse en de twee boeken der Makkabeën. Dewelke de kerk wel lezen kan en daaruit ook onderwijzingen nemen, voorzoveel als zij overeenkomen met de canonieke boeken; maar ze hebben zulk een kracht en vermogen niet, dat men door enig getuigenis van deze enig stuk des geloofs of der christelijke religie zou kunnen bevestigen; zover is het van daar, dat zij de autoriteit van de andere, heilige, boeken zouden vermogen te verminderen".

Eigenlijk hebben we hiermee de vraag van onze briefschrijver beantwoord. We zouden er nog aan toe kunnen voegen dat men bij het lezen van de apocriefe boeken — dat dus geenszins verboden is, want daartegen hebben de Statenvertalers ook niet gewaarschuwd, maar alleen tegen de gedachte dat men de apocriefe boeken op één lijn zou kunnen stellen met de canonieke — vanzelf het gevoel ontbreekt dat wc hier te maken hebben met het gezaghebbende Woord van God. Men mist het getuigenis van de Heilige Geest in het hart dat ze van God zijn, zoals de Nederlandse Geloofsbelijdenis zo nadrukkelijk van de canonieke boeken stelt. De twee boeken van de Makkabeën, die ons vertellen van de heldenstrijd van de Joden tegen de Grieks-Syrische overheersing, zijn nog het meest bekend. De andere boeken worden in onze tijd weinig gelezen. Toch staan er soms boeiende verhalen in, zoals — om een voorbeeld te noemen — in het zogenaamde derde aanhangsel van Daniël, namelijk „De historie van Susanna". Daarin wordt verteld van de zeer schone Susanna die in een prachtig huis, een landgoed in Babyion, woonde met haar echtgenoot Jojakim. Dikwijls wandelt ze in de fraaie tuin van het grote huis. Ook is dat het geval op die bepaalde dag waarop het volgende verhaal speelt. Het is erg warm en Susanna besluit om een heerlijk koel bad te nemen, midden in de tuin. Maar wat zij niet weet is dat zij tijdens haar wandeling — en ook tijdens het baden — wordt bespied door twee mannen die zwaar verliefd op haar zijn. En dat waren nog wel twee oudsten van het volk.

Eén van hen sluipt de tuin in om de mooie vrouw van Jojakim in haar naakte schoonheid beter te kunnen zien en als hij de kans krijgt: meer dan dat. Als zij dan ook de tweede de tuin betreedt ligt het lot van Susanna in de handen van die twee mannen. Zij stellen haar voor zich aan hen te geven. Als zij die raad niet opvolgt, zullen ze haar beschuldigen van overspel met een jonge man. Tegen die aanklacht — van twee getuigen — heeft Susanna geen schijn van kans. Toch weigert zij op het voorstel van de beide valse oudsten in te gaan. Ook al weet ze dat ze daarmee het oordeel des doods over zich haalt.

Susanna wordt inderdaad ter dood veroordeeld, maar als alles voor haar verloren lijkt, verschijnt er een jonge Jood, die Daniël heet, ten tonele. En die vraagt aan ieder van de beide oudsten — onafhankelijk van elkaar — onder welke boom Susanna dan overspel heeft bedreven? De antwoorden van de beide mannen zijn niet met elkaar in overeenstemming. De één noemt de mastiekboom en de ander de steeneik. En op grond daarvan werd Susanna vrijgesproken, zodat haar leven gered was.

We kunnen de strekking van het verhaal begrijpen. Susanna wil niet zondigen tegen God. Ze komt dan in grote nood, maar ze vertrouwt op de Heere God. En Die zendt Daniël die door zijn wijsheid het leven van Susanna redt.

Zoals we hierboven reeds hebben opgemerkt, hebben niet alleen de christenen dit oud stuk joodse geschiedenis buiten de canon gelaten. De Joden hebben dat zelf ook gedaan. Opperrabbijn Just van de Nederlandse Hoofdsynagoge in Amsterdam zegt: „Het feit dat men die apocriefe boeken niet heeft opgenomen in de canon van de Bijbel, is voor ons een bewijs dat hun afkomst niet Goddelijk was, zoals de boeken van het Oude Testament. Ook het historische feit dat het origineel van deze boeken verloren is gegaan, speelt een rol. Wat we hebben is alleen een vertaling uit het Grieks; maar oorspronkelijk zijn ze toch geschreven in het Hebreeuws. Dit feit dat men ze niet heeft bewaard (of laten we zeggen dat men ze niet in het Hebreeuws heeft bewaard) toont aan dat ze verre stonden van de waarde van die boeken van de Tenach (Oude Testament). Men zou kunnen zeggen: de apocriefe boeken hebben zichzelf niet bewaard."

Naar onze vaste overtuiging zullen de beide vrienden die ons de brief hebben geschreven het nu wel weer eens zijn met elkaar. De waarschuwing van de Statenvertalers houdt in dat men niet uit het oog zal verliezen dat het geen canonieke boeken zijn. In het geheel van de christenheid en van de

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1978

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Mag men de apocriefe boeken lezen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1978

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's