Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kenmerken van wedergeboren kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kenmerken van wedergeboren kinderen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is veel geschreven over kinderen, over de opvoeding en in het bijzonder over de godsdienstige opvoeding. Wie kan echter een kind doorgronden? Wat gaat er om in kinderen die de Heere vrezen? Hoe moeten wij met zulke kinderen omgaan?

Deze vragen zijn niet eenvoudig, maar wel van belang. We moeten bij het overdenken van deze vragen wel beseffen dat het niet ons werk is om kinderen te bekeren. Onze opdracht is om het Woord te zaaien. Laten we dat biddend en uitziend doen.

Over welke leeftijdsgroep hebben we het? Er zijn onder kinderen baby’s, peuters, kleuters, ‘lagere schoolkinderen’ en pubers. Pubers kunnen geestelijke zaken beter verwoorden, maar zij zijn het niet die we nu op het oog hebben. Ook de leeftijd vanaf de geboorte tot 4 jaar heeft niet zozeer onze aandacht. We willen ons richten op de leeftijd van 4-12 jarigen. In de ontwikkelingspsychologie onderscheidt men in deze leeftijd de twee groepen van kleuterkind en lagere schoolkind. Kleuters hebben hun eigen ontwikkeling. Als we het in het vervolg hebben over kinderen bedoelen we voornamelijk het lagere schoolkind.

Kinderen zijn mensen
Kinderen kunnen heel leuk en aardig zijn. We kunnen op een positieve manier naar kinderen kijken. Toch weten we, zeker als we langer met kinderen omgaan, dat ze verkeerde dingen kunnen doen. Wat de oorzaak daarvan is, weten wij ook. Het zijn kinderen die met ons zijn gevallen in Adam. Dat mogen we niet vergeten als we nadenken over kinderbekeringen. David zegt in Psalm 51:7: ‘Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen’. In Genesis 8:21 lezen we: ‘Want het gedichtsel van ‘s mensen hart is boos van zijn jeugd aan’. Kinderen moeten echt wedergeboren, verlost en gered worden. Er moet een Godswonder in hun leven plaatsvinden. Eén ding mogen we wel zien. Kinderen hebben minder dadelijke zonden. Maar desondanks hebben ze toch de dood verdiend. Dat is een aangrijpende werkelijkheid.

Het blijkt in de Schrift inderdaad dat kinderen zondaren zijn. Zo lezen we bijvoorbeeld in 2 Koningen 2 over Elisa die bij Beth-El kwam. Kinderen riepen hem na: ‘Kaalkop ga op’. In de kanttekening staat dat deze kinderen de persoon en het ambt van de profeet verachtten. De adamsnatuur werd bij deze kinderen duidelijk zichtbaar. Ook werd duidelijk hoe er thuis werd gesproken over Gods kinderen en knechten.

We lezen in de Schrift, door Gods genade, ook van andere kinderen. Kinderen die de Heere mogen vrezen, hoewel hun aantal in de Schrift beperkt is. Dat moet ons bescheiden maken. De Schrift legt er gedeeltelijk een sluier over. Dan moeten wij niet allerlei wijsheden gaan verkondigen over kinderen die de Heere in oprechtheid mogen dienen. We willen enkele voorbeelden uit de Schrift noemen en daarbij enkele voorzichtige conclusies trekken.

Mozes
Mozes werd in een donkere tijd geboren. Het volk van Israël moest als een afgezonderd volk leven temidden van een maatschappij van afgoden en goddeloosheid. Mozes mocht de Heere dienen vanaf zijn geboorte. Hij was ‘schoon’ in Gods oog (Hebr. 11:23). Hij bracht zijn kinderjaren door in het paleis van farao. Hoe heeft dit godvrezende kind deze periode doorgemaakt? Alles van de toenmalige wereld van de zonde lag binnen zijn handbereik. De dochter van Farao voedde hem op. Ze heeft dat gedaan met alle liefde en gebruiken van de Egyptenaren. De levenskeus van Mozes lag echter duidelijk. Dat komt openbaar als hij ouder is geworden: ‘Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao’s dochter genoemd te worden. Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben. Achtende de versmaadheid van Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij zag op de vergelding des loons” (Hebr. 11:24-26).

Het kind Mozes heeft het lege van de Egyptische maatschappij gevoeld. De Heere werd er immers niet in gevonden? Een kind waar de Heere in werkt, weet in beginsel dat er een grote afstand is tussen goddeloze wereld en de dienst des Heeren. De Heere Zelf zal ervoor zorgen dat zulke kinderen de scheiding die het doopwater aangeeft, zullen aanvoelen.

Samuël
Toen moeder Hanna haar zoontje Samuël naar de tabernakel bracht, was hij ongeveer vijf jaar oud. Het derde hoofdstuk van het eerste boek Samuël geeft ons informatie over de kinderjaren van Samuël: ‘En de jongeling Samuël diende den HEERE voor het aangezicht van Eli’. De jonge Samuël dient de Heere met zijn hart en is nauw betrokken bij de dienst des Heeren. Dat heeft de liefde van zijn hart. Hoe wordt dat zichtbaar? Spreekt hij grote verhalen over de dierbaarheid van de dienst in de tabernakel? Nee, we lezen eenvoudig dat Samuël ’s morgens de deuren van de tabernakel opendoet. Hij voelt als kleine jongen dat de Heere bij die tabernakel is en dat het goed is om daar te zijn. Hij mag al jong aangeven, door opening van de deuren, dat het goed is om nabij God te zijn. Zo moeten wij erop letten hoe kinderen omgaan met de dienst des Heeren. Is het hen een last of een vermaak? Kinderen die de Heere mogen vrezen, hebben liefde tot de dienst des Heeren.

In 1 Samuël 3:4 staat: ‘Dat de Heere Samuël riep’. De Heere gaat spreken tegen Samuël. Hij gaat hem onderwijs geven. Op een heel directe wijze. Dit is een bijzondere openbaring. De Heere onderwijst ook nu kinderen door Zijn Woord en Geest. Op eenvoudige wijze. Een bijzondere trek in de geschiedenis is dat Samuël niet direct begrijpt dat de Heere spreekt. Zo kan het nog zijn. Kinderen kunnen bijzonder goed luisteren in de kerk en op de zondagsschool. Dan merken godvrezende kinderen dat er iets bijzonders gebeurt. Maar ze kunnen het niet plaatsen. Ze krijgen vragen.

In vers 5 lezen we: ‘En hij liep tot Eli’. Samuël gaat naar Eli en vraagt of hij hem heeft geroepen. De Heere leidt Samuël naar Eli. Hij zorgt ervoor dat godvrezende kinderen hun vragen ergens kunnen stellen. Het worden vrágende kinderen. Daarom moeten wij goed luisteren als kinderen vragen stellen. Ze kunnen dat doen om allerlei redenen. Het zijn immers mensen. Toch kan er wel eens iets zijn waaruit de inwendige betrokkenheid blijkt aangaande de zaken van de eeuwigheid. Dan is Eli in de buurt. Een kind van God en ook een ambtsdrager.

Maar Eli begrijpt niet dat de Heere tegen Samuël spreekt. Het laat ons zien dat er onbegrip bij volwassenen kan zijn als de Heere spreekt tegen kinderen. Gelukkig staat het in de Bijbel. Hoeveel zal dat niet gebeuren? Geen tijd om te luisteren. Zelf ten diepste niet begrijpen wat het werk des Heeren is. Eli was een kind van God en begreep het zelfs eerst niet. Wat moeten we als we de Heere níet kennen? Het mag ons wel doen vragen naar de Heere. ‘Doch Samuël kende den HEERE nog niet; en het woord des HEEREN was aan hem nog niet geopenbaard’ (vers 7). Samuël mocht de Heere vrezen, maar hij kon het spreken van de Heere nog niet onderscheiden. De Heere kan werken in kinderharten, maar dat er toch een sluier over ligt. Het kind zelf begrijpt het niet en ouders, leerkrachten en zondagsschoolwerkers begrijpen het ook niet. In deze geschiedenis speelt het zich af in één nacht. Maar dit kan ook jaren duren.

‘Toen riep de HEERE Samuël wederom, ten derde maal; en hij stond op, en ging tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Toen verstond Eli, dat de HEERE den jongeling riep’ (vers 8). De Heere geeft licht in het hart van Eli, zodat hij mag verstaan wat er in het hart van de kleine Samuël omgaat. Laat dat het gebed maar zijn in ons werk met kinderen. Of de Heere er licht over wil geven. De zekerheid dat de Heere spreekt in het hart van de jonge Samuël krijgt Eli door de verlichting van zijn verstand van Godswege. En hij weet uit eigen ondervinding wat het betekent als de Heere spreekt. ‘Daarom zeide Eli tot Samuël: Ga heen, leg u neder, en het zal geschieden, zo Hij u roept, zo zult gij zeggen: Spreek, HEERE, want Uw knecht hoort’ (vers 9). Wat hier staat, is teer. Eli legt hem de handen niet op, hoewel hij de vaste overtuiging heeft dat de Heere spreekt. Hij wijst Samuël de weg. Hij moet tegen de Heere spreken en antwoorden. Eli wijst de weg van het gebed aan. Dan weet Eli ook dat de Heere in die weg nader onderwijs zal geven. Het wijzen van de weg van het gebed is wezenlijk voor het werk onder kinderen. Eli heeft niet alles uitgelegd. Samuël zou ook alles niet kunnen begrijpen. Maar Eli weet wel dat de Heere er raad mee weet. Wij moeten de kinderen ook niet alles willen uitleggen. Echte zielevragen van kinderen kunnen wij niet oplossen. We moeten het ook niet proberen. Wel mogen we de kinderen de weg naar de binnenkamer wijzen. Wedergeboren kinderen zijn biddende kinderen.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 2010

De Saambinder | 1 Pagina's

Kenmerken van wedergeboren kinderen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 2010

De Saambinder | 1 Pagina's