Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Help de kinderen in Soedan. Zuid-Soedan springplank voor moslum-fundamentalisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Help de kinderen in Soedan. Zuid-Soedan springplank voor moslum-fundamentalisme

De heilige missie van de islam

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De landrover jaagt over de rode zandweg in de wildernis van Zuid-Soedan, als rechts in de warboel van manshoog gras en hoge bomen een smeulende open plek opduikt. Midden in de geblakerde vlakte staat het rokende geraamte van een kerk gebouwtje. Het grasdak is verbrand en alleen de muren van aangestampte aarde staan -hardgebakken- overeind. De oude kerk is waarschijnlijk reeds lang geleden aan de wildernis overgelaten, tot een bosbrand de contouren weer zichtbaar maakte. Even zie ik in de ruïne een symbool van de burgeroorlog, die toch vooral een godsdienstoorlog is. In ZuidSoedan heerst de vrees dat de islamitische landsregering alle kerkgebouwen zo wil laten roken.

Nadat ons voertuig tot stilstand is gekomen, stappen we over een smal pad door de ruige begroeiing, tot we een bamboebos bereiken. Een grote roofvogel vliegt voor onze voeten op met een kronkelende slang in de klauwen. Even later hak ik samen met enkele Soedanezen op het bamboe in. De paaltjes gebruiken we voor de omheining rond het kantoor dat International Aid Sweden (lAS) pas heeft geopend in Maridi. Vandaaruit verleent de organisatie samen met ZOA-vluchtelingenzorg hulp aan de slachtoffers van de burgeroorlog in Soedan. Tussen het gras zie ik een paar dofgeworden geweerhulzen liggen als stil bewijs van het geweld. Terwijl ik zwetend in de gloeiende zon doorzaag, denk ik terug aan mijn gesprek met Manase Lomole, een universitair geschoolde Soedanees met uitzonderlijk veel kennis van zijn land. Momenteel werkt hij voor lAS in Kenya, vanwaar hij de diverse hulpprojecten in Soedan coördineert.

Goud en ivoor
Manase legt uit dat de wortels van de burgeroorlog in Soedan teruggaan tot ver voor de koloniale tijd. „Al honderden jaren bestaat er een slechte en door geweld gekenmerkte relatie tussen Noord- en Zuid-Soedan. Rond de vijftiende eeuw trokken de Arabieren het land binnen en namen met hun kamelen het woestijnachtige noorden in bezit. Sinds die tijd vielen ze geregeld het zuidelijke deel binnen op jacht naar goud, vee, ivoor en slaven." Tijdens de koloniale tijd zorgden de Engelsen voor een periode van rust en veiligheid. „Ze voerden een soort "apartheidspolitiek" door beide landsdelen een gescheiden ontwikkeling te geven. Het Noorden werd economisch machtig, onder andere door de aanleg van katoenplantages. Het Zuiden kreeg daarentegen van zendelingen vooral een geestelijk ontwikkeling", aldus Manase.

Slavenhandel
De huidige burgeroorlog begon eigenlijk al voor de onafhankelijkheid in 1956. Het conflict kwam een jaar eerder tot uitbarsting, toen een bataljon soldaten uit het Zuiden begon te muiten. Er heerste grote angst dat voor hen de komende onafhankelijkheid slechts een verandering van meester zou betekenen: van de Britten naar de Arabieren. Ze vreesden de hervatting van de eeuwenoude slavenhandel door de Arabieren. De muiters legden de wapens neer toen de Britse gouverneur gerechtigheid beloofde. Uiteindelijk stond het land verenigd achter de ondertekening van de onafhankelijkheid. Helaas werd de vrees van de muiters voor nieuwe slavernij uiteindelijk bewaarheid. De Arabieren jagen nu in het zuidelijke platteland meedogenloos op vluchtelingen. De gevangen mannen worden in het regeringsleger ingelijfd en gedwongen in de gevaarlijkste plaatsen tegen hun eigen stamgenoten te vechten.

Flessen whisky
Het werd snel duidelijk dat het Noorden niet van plan was het Zuiden veel zelfbestuur te gunnen. Integendeel, heel het land moest eenvormig worden door de introductie van de Arabische taal en gebruiken en door de invoering van de islam als godsdienst voor iedereen. Dat was voor het Zuiden onacceptabel en het resultaat was een oorlog die duurde tot 1972. Toen werd een compromis bereikt, dat het Zuiden grote zelfstandigheid beloofde. In 1983 beperkte de toenmalige president Numeiri die vrijheden echter weer en maakte hij bovendien de Koran tot de basis van de wetgeving in heel Soedan. Het eerste resultaat daarvan was het leeggieten van duizenden flessen whisky en bier in de Nijl en het afhakken van handen bij dieven. Helaas veroorzaakte het besluit van Numeiri tegelijk de hervatting van de oorlog met de zuiderlingen, die zich verenigden in de Soedan People's Liberation Army (SPLA). Afscheiding en stichting van een onafhankelijke zuidelijke staat zijn opvallend genoeg niet de officiële » doelstellingen van de SPLA. Waar ze wel voor zeggen te vechten is een verenigd en vernieuwd Soedan, vrij van discriminatie naar ras, cultuur of religie. Het is echter de vraag of dat inderdaad mogelijk is, in een land waarbinnen de tegenstellingen zo enorm groot zijn. Twee jaar na de hervatting van de geweldadigheden werd het regime van Numeiri omvergeworpen, tijdens een opstand van de bevolking in de hoofdstad. Een poging om een democratische regering op te zetten mislukte, toen in 1989 de onbekende legerofficier Omar El Bashir de macht greep. Ondanks alle regeringswissehngen zijn de islamitische wetten echter nooit afgeschaft en heeft de oorlog tegen het Zuiden nog steeds hoge prioriteit.

Zwart Afrika
Toch hebben veel politici en hulpverleners de indruk dat zowel het Zuiden als het Noorden nu moe is van het geweld en dat ze de strijd op een laag pitje willen zetten. De oorlog duurt dan ook al weer elf jaar en het land is vrijwel bankroet. De kansen op het slagen van nieuwe vredesbesprekingen zouden zijn gestegen. Manase denkt daar echter anders over. „Het Noorden is een vastbesloten vijand en zal het Zuiden nooit zelfstandig laten worden. Het is te belangrijk voor ze. Zuidelijk Soedan is voor de moslims een brug naar de rest van zwart Afrika. Wie het zuiden beheerst kan zijn ideologie verspreiden in alle aangrenzende landen: Ethiopië, Kenya, Oeganda, Zaïre, Centraal Afrika en Tsjaad. Daarom krijgt het Noorden zoveel financiële en militaire steun van andere streng-islamitische landen als Irak, Iran en SaoediArabië."

Rijkdommen
Het bewijs van Manases woorden komt ook uit het Noorden. Van de moslim-politicus Sadiq al-Mahdi is de volgende uitspraak bekend: „Het mislukken van de islam in Zuid-Soedan betekent het falen van de internationale islamitische zaak. De islam heeft een heilige missie in Afrika en Zuid-Soedan is het begin van die missie." Volgens Manase bedoelt Sadiq met "de internationale islamitische zaak" eigenlijk het moslim-fundamentalisme, waar geweld een middel is voor de "bekering" van nieuwe gelovigen tot de islam. „Als de moslims de oorlog zouden winnen, dan betekent dat een geweldige stimulans voor het fundamentalisme. Hun ideaal is om van het Zuiden de graanschuur voor de hele islamitische wereld te maken. Het land is dun bevolkt en vruchtbaar, er is genoeg water en er zit bovendien olie in de grond. Met die rijkdommen kan de verspreiding van het fundamentalisme betaald worden. Als dat gebeurt, dreigt er groot gevaar voor zowel Afrika als het Westen door een stortvloed van fundamentalisme. Met name gaan christenen dan een zware tijd tegemoet", meent Manase. Hij kijkt me doordringend aan. „Zo bekeken voeren wij gedeeltelijk oorlog voor het Westen. Als wij standhouden is dat in juUie belang."

Motorpech
„Het voor ons dan ook moeilijk te begrijpen dat geen enkel land officieel het Zuiden steunt op financieel of militair gebied. Er is alleen humanitaire hulp beschikbaar en zelfs dat is niet genoeg." Slechts incidenteel krijgt de SPLA steun, en dat zijn meestal dubieuze zaakjes. Internationale politiek heeft soms onsmakelijke kanten, zo blijkt uit Manases woorden. Er is bijvoorbeeld een tijd geweest dat de Soedanese regering de opstandelingen in de Ethiopische provincie Eritrea met wapens steunde. Ethiopië betaalde Soedan met gelijke munt door op haar beurt de SPLA-rebellen van wapens te voorzien. Als meer recente wapenleverancier wordt Israël genoemd. John Harley werkt al lange tijd voor de VN in het gebied. Door zijn goede contacten met hoge militairen van de SPLA heeft hij opslagplaatsen met splinternieuw wapentuig gezien. Israël heeft volgens hem het meeste belang bij het tegenwerken van mosüms. Onlangs landde een groot Israëlisch vliegtuig met motorpech op Cyprus. Aan boord werden voor Oeganda bestemde wapens gevonden, maar de Oegandese regering ontkent alle betrokkenheid. Militaire experts vermoeden dat de SPLA de eigenlijke ontvanger van de wapens zou zijn geweest, maar harde bewijzen ontbreken.

Parachutes
„Het merendeel van de wapens en voorraden van de SPLA wordt echter veroverd op het regeringsleger", legt Manase uit. „In de regentijd kunnen de Arabieren niets doen, omdat al hun tanks en vrachtwagens in de modder vastraken. Het is de tijd waarin de rebellen de overhand hebben. Ze kunnen bijna straffeloos konvooien overvallen. Daarnaast zijn een aantal steden door de SPLA omsingeld. Het regeringsleger kan de eigen troepen daar alleen via de lucht bevoorraden. De piloten zijn echter zo bang voor de rebellen dat ze de goederen van grote hoogte afwerpen. Heel vaak drijft de wind de parachutes naar het gebied van de SPLA", grijnst Manase. „Bovendien hebben de rebellen in de regentijd hulp van natuurlijke bondgenoten: muskieten, slangen en schorpioenen. Daar zijn de Arabieren nog banger voor dan voor de SPLA, want ze zijn helemaal niet thuis in de wildernis." Manase staat op en verontschuldigt zich. In het ziekenhuis ligt een vriend uit Soedan, die het geluk heeft in Kenya medisch behandeld te worden. Deze James vocht jaren in de frontlijn tegen het regeringsleger, tot hij gewond raakte. De Arabieren namen hem gevangen. Ze martelden hem door hem aan zijn handen op te hangen. Nu wordt hij al maanden medisch behandeld, maar voor zijn handen is er geen hoop: die zijn voor het leven verlamd...

Straaljagers
Inmiddels is er genoeg bamboe gezaagd; we rijden terug naar Maridi. De kerk rookt nog steeds. Victor, een van de Soedanezen, legt me uit dat regelmatig hele stukken van de wildernis worden afgebrand om zo de begroeiing laag te houden. „Omwonenden verbouwen er soms groenten, als ze zaad weten te bemachtigen. Bovendien maken de open plekken het voor soldaten moeilijker zich ongezien te verplaatsen." In Maridi lopen slanke meisjes met watervaten op het hoofd over het paadje naar de pomp. Magere jongetjes spelen met een fietswiel zonder spaken en rennen luid gillend achter onze auto aan. Als we in de avondschemering de wagen uitladen, val ik bijna in een diepe put naast het huis. „Dat is onze schuilkelder", zegt Victor. „Het regeringsleger bombardeert soms dorpen. Voordat we de mensen hier kunnen helpen, moeten we eerst voor onze eigen veiligheid zorgen. Twee maanden geleden vlogen er plotseling straaljagers over het huis. Gelukkig misten de bommen het dorp op een halve kilometer." Vliegtuigen hebben geen hinder van modderige paden. Zo blijkt dat, hoewel de regentijd een pauze in de gevechten inluidt, de oorlog nooit helemaal uit de gedachten van de mensen is. Het voelt onwerkelijk aan om constant te leven in zo'n dreiging, zonder huis, kleding, scholing, medische verzorging en met niet meer dan een handjevol maismeel om te eten. Ik weet dat ik morgen weer terugvlieg naar de veilige beschaving. Maar de bevolking van ZuidSoedan kan nergens heen.

Veerkracht
Toch is de veerkracht van de mensen enorm. Zelfs de vluchtelingen in de kampen, die voor de zoveelste keer alles hebben verloren, laten zich niet uit het veld slaan. Ze maken al weer plannen voor de toekomst. „Je kunt je leven niet laten beheersen door de oorlog. Dan ga je er aan onderdoor. En als deze keer een bombardement uitblijft, kunnen de mensen met succes hun groenten verbouwen, met het gereedschap en zaad dat wij en ZOA uitdelen", zegt Victor, en vervolgt een beetje grijnzend: „We zijn trouwens zelfs een keer gebombardeerd door de Verenigde Naties. Een groot vliegtuig moest voedsel droppen boven de landingsbaan, maar de piloot zat helemaal fout. Tonnen voedsel ploften uit de lucht, midden tussen de huizen. Eindelijk een bombardement dat zegen bracht, in plaats van verwoesting!"

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1994

Terdege | 68 Pagina's

Help de kinderen in Soedan. Zuid-Soedan springplank voor moslum-fundamentalisme

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1994

Terdege | 68 Pagina's