Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Correspondentie voor deze rubriek aan : j T. MOLENAAR, Leede 18. Rotterdam Zuid

Tv. J. te M. doet een vraag, die betrekking heeft op de grote getallen in de Bijbel. Hij schrijft geen vriend te zijn van Baarslag, maar gaat in vele opzichten er mee accoord, dat men voor het woord „duizend" in de Bijbel lezen moet: familie." Hij wijst hierbij op Rieh. 6 : 15 en Exodus 12 : 37.

Verder schrijft hij: Volgens vele „tellers" schat men het aantal woestijnreizigers op twee millioen. Laten we eens aannemen, dat dit waar is, dan moet het een stoet geweest zijn van 2000000 : 5 = 400000 rijen, want men trok met vijven uit Egypte. Zeg nu eens, dat men op een halve meter afstand van elkaar liep, dan was die stoet 200 kilo meter lang. In één nacht trok men door de Rode Zee, dus de achterste rij moet die nacht 200 km hebben gelopen.

Wat hadden 2000000 mensen aan een Elim met 12 waterfonteinen en 70 palmbomen?

Kunt u in „Daniël" deze moeilijkheid oplossen? Mag ik dan ook van u vernemen of u er accoord mee gaat, het woord „duizend" te vertalen door „familie". Of moeten we toch rekenen op twee millioen woestijnreizigers? "

Antwoord: aten we nu eerst eens beginnen met Rich. 6 : 15.

Als Gideon zegt: Zie mijn duizend is het armste in Manasse". dan houd ik het liever met de St. Vertalers, die teruggrijpen naar Ex. 18 : 25, waar Mozes, luisterende naar de raad van Jethro. het volk verdeeld had in honderden en duizenden. Dat „duizend" waartoe Gideon behoorde, was het geringste van al de duizenden in Manasse.

Maar nu Ex. 12 : 37. Volgens Baarslag zou dus gelezen moeten worden:

„Alzo reisden de kinderen Israël uit van Rameses naar Sukkoth, omtrent zeshonderd familiën."

Doordat u zit met de moeilijkheid van het doortrekken door de Rode Zee in één nacht van zulk een geweldig leger, gevoelt u wel wat, voor deze verminking van Gods Woord. Het is voor Baarslag geloofwaardiger, wanneer de uittrekkende Joden veel kleiner in aantal waren geweest, dan zou de moeilijkheid bij Elim ook vervallen zijn.

Laten we de zaak nu eens rustig bezien en dan zal 't u blijken, dat de vertaling van Baarslag verkeerd is. Zelfs de nieuwe vertaling, waar voorts genoeg-aanmerkingen op zijn, laat in Ex. 12 : 37 het woord „duizend" met rust.

Eerst beantwoorden we de vraag hoe lang Israël in Egypte is gew r eest en dan zeggen we: uim 200 jaren. Dit schijnt in strijd met Gen. 15 : 13, Hand. 7 : 6 en Gal. 3 : 17, waar gesproken wordt van 400 of 430 jaren.

Bedenk echter, dat hier sprake is van het tijdperk tussen de verbondssluiting met Abraham en de wetgeving op Sinaï.

Is het nu zo onmogelijk, dat in ruim 200 jaren het volk Israël wies tot ongeveer 2000000 mensen?

Hier is Gods Voorzienigheid op bijzondere wijze werkzaam geweest n.1. door bewaring der kinderen bij het leven en door afwending van alle tegenspoeden, als ziekten en andere gevaren.

Dat zulk een vermeerdering niet onmogelijk is, toont het volgend overzicht, dat ik vond in Daehsel, waarbij voor ieder huwelijk door elkander niet meer dan op vier zonen gerekend is en niet in aanmerking wordt genomen, dat menig man wellicht meer dan één vrouw gehad heeft.

Bij aankomst in Egypte 63 mannen 30 jaren later 252 mannen 60 jaren later 1008 mannen 00 jaren later 4032 mannen 120 jaren later 16128 mannen 150 jaren later 64512 mannen 180 jaren later 210 jaren later 258048 mannen 1032192 mannen

Ten tijde van de uittocht leefden de laatste drie geslachten; van het eerste dezer laatste drie waren waarschijnlijk velen reeds dood, of ten minste boven de leeftijd, om nog krijgslieden te kunnen zijn, waarom wij slechts de helft daarvan in rekening brengen; van het laatste kon daarentegen slechts een derde boven de twintig jaar zijn, dit geeft:

laatste lid voorlaatste lid vóór-voorlaatste lid 344064 mannen 258048 mannen 32256 mannen

634368 mannen

Er kunnen dus nog 34368 mannen afgerekend worden voor degenen, die vroeg" gestorven zijn, of om enige andere omstandigheid moesten wegvallen.

Het getal genoemd in Ex. 12 : 37 is een zgn. rond getal.

Volgens de telling bij Sinaï bedroeg het getal mannen 603550 van 20 jaar en daarboven en 22000 mannelijke Levieten van één maand en daarboven.

't Is ons alzo niet zo moeilijk meer, om te begrijpen, dat er 600000 mannen uittrokken. Doordat het aantal vrouwen en kinderen niet wordt opgegeven, sla ik toch niet ver mis als ik er nog 14 x 100000 bijtel, zodat we dan komen tot rond 2000000.

En nu de moeilijkheid van het opstellen van dit machtige leger. De vrager stelt het voor alsof er één colonne was met een lengte van 200 km. Ware dit zo, dan was het onmogelijk, dat zo'n stoet in één nacht de Rode Zee doortrok.

Bij het ingaan in de Rode Zee van het eerste lid van de colonne, zou het laatste lid, wanneer ze 5 km per uur zouden lopen zonder rusten (200 : 5) x 1 uur = 40 uur nodig gehad hebben.

Maar is de voorstelling" van de vrager juist? " Immers neen' Vast staat dat het leger in één nacht doorgetrokken is. Dat is te lezen in Ex. 14. Welnu dan is de opstelling van het leger anders geweest, dan de vragei die zich voorstelt. Er is niet één colonne geweest, er waren cr meerdere. Stel eens, dat er tien colonnes naast elkaar Egypte hebben verlaten, dan heeft de doortocht plaats kunnen hebben in één nacht.

En nu de zgn. moeilijkheid van Elim. U gelooft toch wel. dat 12 waterfonteinen voldoende kunnen zijn om 2000000 mensen te laven. Al waren er dubbel zoveel geweest, dan hadden ze allemaal kunnen drinken. En wat de 70 palmbomen betreft ook dit is geen onoverkomelijkheid, want er staat niet, dat ze van de vrucht van de palmbomen gegeten hebben, maar dat zij zich aldaar legerden.

Bovendien, blijkt wel uit Hoofdstuk 15 : 24, dat ze behoefte hadden aan water en uit Hoofdstuk 12 : 32— 34 kan blijken, clat zij geen gebrek aan voedsel hadden.

Tegen mijn gewoonte is de beantwoording wat lang uitgevallen, maar de belangrijke vraag eiste dit.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1953

Daniel | 8 Pagina's

VRAGENBUS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1953

Daniel | 8 Pagina's