Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wilhelmus Schortinghuis (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wilhelmus Schortinghuis (4)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het meest bekende boek van Wilhelmus Schortinghuis, predikant te Midwolda, had nogal wat tegenstand en verzet opgeroepen in het land. Andere predikanten vonden dat Schortinghuis in zijn Het innige Christendom te veroordelend was naar zijn collega-predikanten. Zij meenden dat hij niet mocht oordelen over de inhoud van het geloof van anderen, over de gebeden in de kerkdienst en over de lauwheid die alom onder de kerkgangers heerste. Men verweet Schortinghuis mysticisme, dat wil zeggen dat hij een vereniging met God door de Heilige Geest, maar buiten het Woord om, bepleiten zou. Sommigen meenden zelfs dat Schortinghuis een aanhanger was van Spinoza, een afgevallen jood en filosoof die God en de natuur vereenzelvigde.
Schortinghuis wist dat hij zich verdedigen moest tegen deze kritiek. Omdat zijn tegenstanders hem verweten dat hij in zijn mystiek het gereformeerde belijden verlaten zou hebben, verantwoordde Schortinghuis zich aan de hand van de belijdenissen die op de Synode van Dordrecht in 1618-1619 waren vastgesteld. Hij bestudeerde de boeken die de voormannen van deze Synode hadden geschreven en hun aantekeningen op de belijdenisgeschriften.

De resultaten van Schortinghuis’ onderzoek publiceerde hij in een boekje getiteld Het oude, regtsinnige gereformeerde gelove en lere der Dordregtsche vaderen, uitgegeven te Groningen in 1747. Schortinghuis richt zich aldus in de voorrede tot de ‘Waarheid en Godvrugt lievende lezer’. Hij schrijft dat zijn boek Het innige Christendom tot een twistappel geworden is onder het volk. Diverse auteurs hebben het boek bestreden. Hem worden dwalingen toegeschreven, ‘dwalingen althans, die myne ziele tot eenen grouwel zijn, en die ik gaarne aan alle waarheid lievende en onpartydige leeseren wil overgeven, om te oordelen of se in myn boek (…) gevonden kunnen worden.’ Schortinghuis wil niet meer twisten met zijn tegenstanders, maar hij wil nu aantonen dat zijn opvattingen in overeenstemming zijn met de leer van de Dordtse vaderen, die de Formulieren van Enigheid, gegrond op Gods Woord, hebben geautoriseerd als grondslag voor de leer van de kerk. Dat alleen is zijn bedoeling. ‘En na dat ik dan dese myne opregt belydenisse sal hebben opgeven, sal ik in den weg van Gods heilige voorsienigheid over myn persoon en werk, door Christus, Die mij kragt geeft, lydsaam en toevertrouwende soeken te berusten.’

Schortinghuis bespreekt in twintig ‘Artikelen’ zijn opvattingen. Hij handelt onder meer over het gezag van de Schrift, over de natuurlijke blindheid in geestelijke zaken van ieder mens, over de noodzaak van de verlichting door de Heilige Geest, over de bevinding, over de overheden, over de predikanten, over de Formulieren van Enigheid, over de volharding der heiligen, over de verzekering door de Heilige Geest.
Graag wil ik op deze plaats aandacht vragen voor twee onderwerpen die Schortinghuis dierbaar waren, en waaruit we hem leren kennen: de bevinding en de Formulieren van Enigheid (ik hertaal deze passages in hedendaags Nederlands).
Schortinghuis zegt dat de bevinding nooit buiten Gods Woord om kan gaan. Men kan dat ook niet als een tweede beginsel naast Gods Woord laten bestaan. Wat is de bevinding dan wel?

‘De bevinding is dat gewaar worden, dat geloven, erkennen en zichzelf met overtuiging leren kennen en op een min of meer nadrukkelijke manier, de verlichtende, heiligmakende en vertroostende kracht van die heilswaarheden, genade en weldaden te gevoelen, die God in Christus aan Zijn verbondsvolk hier in de tijd der genade doet smaken, zien, gevoelen en genieten.’
Het gaat dan, volgens Schortinghuis, in het bijzonder over Gods goedertierenheid, liefde, gunst en gemeenschap. Ook over de strijd tegen de inwendige vijanden, in droefheid, twijfels en benauwdheden. In deze strijd schenkt God verruiming, verzekering, vrede en vertroosting in het hart. Deze bevinding wordt zowel door de zwakgelovige als door de sterkgelovige gekend, naar de mate waarin God Zijn genade geschonken heeft.

De Dordtse vaderen hebben, aldus Schortinghuis, in het bijzonder over deze bevinding gesproken toen zij handelden over de verzekering van de verkiezing tot zaligheid, die gekend wordt uit de bevindingen van de uitverkoren gelovigen, uit hun liefde tot God en het gevoelen der genade en des geloofs en uit de bekering des harten. Elders in zijn boek schrijft Schortinghuis over de Drie Formulieren van Enigheid. Hij doelt hiermee op de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Zij ‘zijn de band van onze Gereformeerde kerk, waaraan iedere rechtzinnige predikant moet vasthouden.’ Schortinghuis wist dat hij zich hieraan had gebonden en dat hij daarvan niet was afgeweken, noch van het gebruik van de Formulieren voor de bediening van de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. Hij keurt wel af het slordige, onverstandige en verkeerde gebruik van de Formulieren van de Liturgie, namelijk wanneer de predikant de gebeden en dankzeggingen daarin zonder de vereiste ootmoedige gestalte des harten bidt. De Synode van Dordrecht heeft zich onder meer toegelegd op het vaststellen van de Drie Formulieren van Enigheid, die de predikanten moesten ondertekenen om daarmee hun rechtzinnigheid te betuigen. Deze ondertekening dient ook tot voorkoming van dwalingen. Schortinghuis haalt met instemming de Utrechtse professor Gisbertus Voetius aan, die over de Formulieren aldus spreekt: ‘In de Formulieren van Enigheid worden de Artikelen voorgesteld als door het Woord Gods bepaald en geoordeeld en door de kerk aangewezen om met een vast en onveranderd geloof gedurig te houden. Zij bevatten en wijzen aan uit de tafelen van het Goddelijk recht, de dingen die aan alle mensen voorgeschreven zijn tot het geloof en inwendige heiligheid, en tot de manier van leven, en bijgevolg tot het ontvangen van de zaligheid nodig zijn. De inhoud is van Goddelijk recht, waartoe alle gewetens, nu en altijd, tot geloof en onderhouding verbonden worden, omdat zij uit Gods Woord voortkomen; want ons geloof moet niet zijn overeenkomstig de tijden, maar overeenkomstig het Evangelie.’

Schortinghuis weet in beide gedeelten zijn opvatting te onderbouwen vanuit de aangenomen leer van de kerk. Wat zijn bestrijders ook zeiden, zelf wist Schortinghuis zich gebonden aan de waarheid van Gods Woord en de uitdrukking daarvan in de gereformeerde belijdenis als zuivere grondslag voor de kerk. Toch wist hij dat een zuivere belijdenis alleen niet voldoende is om zalig te worden. Het gaat om de kennis des harten. Schortinghuis pleit daarom voor de persoonlijke doorleving van de uitgedrukte waarheden. Het ging hem om de persoonlijke bevinding van het heil dat door Christus verworven is. Door de geloofsvereniging met Hem worden Zijn weldaden gesmaakt in de ziel. Dat is ook voor ons noodzakelijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 2006

Kerkblad | 12 Pagina's

Wilhelmus Schortinghuis (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 2006

Kerkblad | 12 Pagina's