Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Gezag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Gezag

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nadat wij in ons vorig artikel de bespreking van het vijfde gebod als zodanig hebben beëindigd, willen wij nu nog iets zegden over de bij dit gebod gevoegde belofte: „opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de Hëere uw God geeft". Het is opmerkelijk, dat Paulus van het vijfde gebod zegt, dat het het eerste gebod is met een belofte. In Efeze 6 immers, waar hij zich tot de kinderen richt, schrijft hij in vers 2 en 3: „Eert uw vader en moeder, hetwelk het eerste gebod is met een belofte, opdat het u welga en gij lang leeft op de aarde".

Het is mogelijk, dat hier vragen rijzen. Immers, wie spreekt over een eerste belofte, moet ook kunnen spreken van een tweede, een derde. Als de apostel dus spreekt over het vijfde gebod als het eerste gebod met een belofte, dan zou men verwachten, dat er nog minstens een tweede gebod met een belofte zou volgen. Dit is echter niet het geval. Onder de vijf geboden, die nog volgen, het zesde tot en met het tiende, is er niet één, die een belofte bij zich draagt. Dus als men hetgeen de apostel schrijft alleen toepast op de tien geboden, al? Paulus uitsluitend op de tien geboden het oog had, dan had er moeten staan: het enige gebod met een belofte, omdat er naast het vijfde, geen ander-gebod is, dat een bijzondere belofte bij zich draagt. Deze moeilijkheid wordt echter opgelost, als men de uitdruklcing: het eerste gebod met een belofte, niet beperkt tot de tien geboden, maar haar laat gelden van het geheel der door de Heere aan Israël gegeven geboden. Van dat geheel van al de wetten, die .God aan Israël gaf, is immers het vijfde gebod het eerste met een belofte.

Uit de bijzondere belofte, die God aan het vijfde gebod toevoegde, blijkt duidelijk, van hoe groot gewicht in de ogen des Heeren de onderhouding van dit gebod is. Wat de belofte zelf aangaat, deze betekende niet, dat iedere Israëliet, die zijn ouders eerde, oud zou worden en voorspoed zou hebben (hoewel de Heere ook over het houden van dit gebod persoonlijk Zijn zegen wil gebieden), maar dat het volk als zodanig duurzaam in Kanaan zou wonen, dat het Israël in Kanaan zou welgaan, indien dé Israëliet zijn ouders eerde. En zó is de belofte dan ook stipt vervuld. Het: „Vervloekt zij, die zijn vader of moeder veracht!" uit Deuteronomium 27 : 16, leefde diep in het Israëlitische volksbewustzijn. Over het algemeen was het ei-en van de ouders in Israël een vqlksdeugd, gelijk het eren van vader en moeder nog steeds in het Jodendom zeer hoog staat. En als men nu let op het zoveel langere volksbestaan van Israël in zijn land, tegenover het zoveel kortere bestaan, dat andere volken hadden, dan blijkt, dat God de aan het vijfde gebod toegevoegde belofte vervuld heeft.

Ja, zó opgevat, is de belofte ook algemeen menselijk, en niet alleen op Israël van toepassing. In China bijvoorbeeld, waar eveneens het eren der ouders zeer hoog staat, ziet ge het, dat het volksbestaan eeuwen en eeuwen telt. Worden onder een volk de ouders geëerd, dan moet dit immers ook gunstig werken op het bestaan van een volk als zodanig. Immers juist in het gezinsleven wortelt het maatschappelijke- en het staatsieven. Is het gezin gezond, wordt daar het gezag der ouders erkend en gehoorzaamd, dan zal dit ook gunstig werken op de gezags verhoudingen in maatschappij en staat en zal het gevolg zijn een geordend en rustig maatschappelijk en staatkundig leven. Daartegenover is een lang volksbestaan onmogelijk, als het gezag, zoals dat in het vijfde gebod beschreven wordt, niet wordt geëerbiedigd. Een volle, dat de fundamenten van gezag en gehoorzaamheid door revolutiebeginselen ondermijnt, graaft zijn eigen graf. Welvaart is niet te verwachten van noeste arbeid en van belofte van mensen, maar alleen van het wandelen in de geboden des Heeren. De volgende keer hopen wij, na de beschouwingen over het vijfde gebod als zodanig, te beginnen met een bespreking van het gezag.

Vlaardingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1957

De Saambinder | 4 Pagina's

Het Gezag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1957

De Saambinder | 4 Pagina's