Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet zomaar een leerstuk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet zomaar een leerstuk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de achterliggende tijd hebben we in verschillende artikelen stilgestaan bij de aangrijpende werkelijkheid van de zonde. Deze keer willen we eens proberen te overdenken wat Gods Woord ons leert over de diepe oorsprong ervan: de erfzonde.

Erfzonde bestaat uit erfschuld en erfsmet

Hec gaat dus over een erfenis, die we allemaal meedragen. Niemand uitgezonderd. Zelfs het jonge, ongeboren leven ligt al onder die erfenis. Het meest aangrijpende is wel, dat we dit van nature niet geloven en ook niet beleven. Dat wordt zo anders als de Heere onze ogen ervoor opent. Dat gebeurt meestal niet direct, als de Heere een zondaar een nieuw hart geeft. Dan wordt een mens eerst ontdekt aan de dadelijke zonden, waar hij in leeft. Denk maar aan Levi (Mattheüs 9:9-13). Hij werd ontdekt aan de afgod van zijn geld. Hij heeft die zonden leren bewenen en belijden.

Maar op Gods tijd brengt de Heere Zijn kinderen wel bij de oorsprong. Dat zien we zo duidelijk in de binnenkamer van David in Psalm 51: Zie. ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen. Dan krijgen Gods kinderen nog meer verdriet over hun zonden dan ooit tevoren. Weet je waarom? Omdat ze dan ook gaan zien, dat hun hele hart vol van boosheid en verdorvenheid is. En dat er uit hun eigen hart nu nooit iets goeds meer kan voortkomen. Zie je, dat de leer van de erfzonde niet maar een leerstuk is, maar ook echt beleefd wordt op de school van genade?

De erfzonde bestaat eigenlijk in twee delen: de erfschuld en de erfsmet. De erfschuld wordt ons allemaal toegerekend. De erfsmet kleeft ons allemaal aan. Daarom hebben we van nature zo'n boos en verdorven hart. Als we dus over de erfzonde spreken, bedoelen we dus zowel de schuld als de smet.

Door genade

In artikel 1 5 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis lezen we waar de erfzonde vandaan komt. Door de ongehoorzaamheid van Adam is de erfzonde uitgebreid over het ganse menselijke geslacht. Hoe komt dat? Wel. dat komt omdat Adam het hoofd was van het werkverbond. En wij zijn allemaal, als zijn nageslacht, in dat verbond begrepen. Dus: de erfschuld is de keten, waardoor we aan Adam verbonden zijn. God rekende Adam deze schuld toe, na zijn diepe val, maar in hem, ook al zijn nakomelingen. Dat is volkomen rechtvaardig, want God is rechtvaardig!

Van nature aanvaarden wij deze erfenis niet. Dan geven we Adam de schuld. Of, nog erger: dan geven we God heimelijk de schuld. Daarom is het zo nodig, dat er een wonder in ons leven gebeurt. Dan worden we van dood levend gemaakt. Dan leren we onze schuld kennen. Dan worden we bedroefd, dat wij die heilige, rechtvaardige en goeddoende God zo vertoornd hebben door onze zon-

den. En als we iets mogen leren van het hartelijk buigen onder de Heere, dan komt er ook plaats voor een Middelaar. Want als Gods kinderen hartelijk leren uitroepen: Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig, dan zijn ze zelf de grootste schuldenaar geworden. En wat is het dan een wonder, als ze een Middelaar mogen leren kennen, Die nu gekomen is om de schuld, ook de erfschuld van Zijn kinderen te dragen. De Heere Jezus wilde daarom naar deze aarde, die onder de vloek ligt, komen. Hij kwam om een gerechtigheid te verwerven, die Zijn volk redt van de dood. Daarom moest Christus een weg gaan van bitter lijden en sterven. En weet je. hoe Gods kinderen aan die gerechtigheid deel krijgen? Door toerekening. Dat betekent: enkel door genade. En Gods Heilige Geest geeft hen door het geschonken geloof daar kennis aan met hun hart! Dat noemen we dan: aanneming. Nee, dat betekent niet dat ik het pak of neem, zoals zoveel mensen vandaag 'geloven'. O nee, ook dat is een werk van God. Het is de Heilige Geest, Die in het hart van Zijn kinderen dat ware geloof plant en oefent. Gods kinderen moeten daarom leren sterven aan alles van zichzelf om deel te krijgen aan die gerechtigheid.

Boos hart

Maar we zouden ook nog overdenken, wat dat andere deel van de erfzonde inhoudt. De erfsmet. Dat noemt Guido de Brés in artikel 1 5: Een verdorvenheid der gehele natuur en een erfelijk gebrek, waarmede de kleine kinderen zelfs besmet zijn in hunner moeders lichaam, en die in den mens allerlei zonden voortbrengt, zijnde in hem als een wortel daarvan. Dat betekent dat ons hele bestaan besmet is met zonde. Het wordt wel eens zo gezegd: We doen niet alleen maar zonden, maar we zijn enkel zonde. Daarom zegt de Heere Jezus: Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen. Deze dingen zijn het, die den mens ontreinigen. En dat is nu zo vreselijk, dat de Heere alleen daarom al alle mensen rechtvaardig zou kunnen verdoemen. O, dat zou ons wel eens mogen aangrijpen! Juist omdat we van

nature geen last hebben van ons boze hart! En Gods kinderen? Zij leren dat boze hart meer en meer kennen. Weet je hoe Guido de Brés dat zegt? Luister maar: Opdat het gevoel van deze verdorvenheid de gelovigen dikwijls zou doen zuchten, verlangende om van het lichaam dezes doods verlost te worden. Dus Gods ware volk leert zuchten onder de vuilheid van hun hart. Met David zuchten ze: Die vuile bron van al mijn wanbedrijven. Zulke mensen krijgen niet alleen gerechtigheid nodig, maar ook heiligheid. Wat is het groot, als de Heere Zijn kinderen gaat leren, dat er Eén gekomen is, Die de tweede Adam wilde zijn. Hij wilde komen in de schoot van de maagd Maria.

Laatste snik

Waarom moest de Heere Jezus eigenlijk geboren worden? Met eerbied gezegd: om vanaf het prilste begin die verdorvenheid van Zijn kinderen te dragen als Borg. Hij was Zelf volkomen heilig, onschuldig en rein. Maar Hij wilde nu zo diep afdalen, dat Hij ook de erfsmet voor Zijn volk wilde dragen. En daarvoor heeft Hij Zijn bloed gestort. Alleen door Zijn bloed kan een zwarte, vuile zondaar gewassen worden. Weet je hoe onze Heidelbergse Catechismus dat zegt? In zondag 14 lezen we: En met Zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt. Lees je het goed?

Voor Góds aangezicht! Niet voor mijn aangezicht. Er zijn er zoveel, die hun schuld en smet zelf maar wat bedekken, en denken dat het wel mee zal vallen, als ze voor Gods aangezicht moeten verschijnen. Wees daar maar bang voor! Maar vraag maar veel om ware bekering. Vraag maar om een plaats op de leerschool van vrije genade. Daar leert de Heilige Geest Zijn kinderen hoe groot hun zonden en ellende zijn. Ook hun erfzonde. Opdat ze ook mogen leren hoe ze daarvan verlost worden.

Hier blijven Gods kinderen last houden van hun inklevende verdorvenheid. Tot hun laatste snik. Maar dan mogen ze eeuwig Gode voor die wonderlijke verlossing dankbaar zijn. Zoals we lezen van dat volk, dat Johannes op Patmos zien mocht: gekomen uit de grote verdrukking, hun klederen gewassen in het bloed des Lams. Daarom zijn zij voor den troon Gods en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel.

Een laatste vraag, aan het einde van deze artikelen: Hebben wij, door genade, onze zonden (ook erfzonde) al leren kennen en bewenen? Hebben wij al een Borg nodig gekregen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 2007

Daniel | 32 Pagina's

Niet zomaar een leerstuk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 2007

Daniel | 32 Pagina's