Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wel gemengde stof en geen broek?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wel gemengde stof en geen broek?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Hallo, meneer/ mevrouw, Op de mbriek "Nog Vragen?" wilde ik graag reageren. Het gaat over het dragen van een lange broek voor meisjes en vrouwen. Uzegt misschien: „LeesDeut. 22:5 maar eens." Ik begrijp volkomen wat daar staat, maar ik begrijp ook wat er staat in vers 8, 9,10 en 11. Neem nou vers 11. „Gijzult geen kleed van gemengde stof aantrekken, wollen en linnen tegelijk" In een kerkbode van de gereformeerde gezindte werd dit verszo uitgelegd: „Dit moetje niet letterlijk nemen ('t is dus geen zonde als je twee verschillende stoffen aan hebt), maar geestelijk nemen. Dus geen twee verschillende heren dienen. God en de mammon. Ik vraag me af of je dan vers 8, 9,10 en 11 niet moet nemen zoals het er staat en vers 5 wel. Was dat ook niet voor die tijd bedoeld of geldt dat nu nog? Jezus en Zijn discipelen liepen toch ook in lange klederen? En geen lange broek. Hierbij bedoel ik niet datje hele dagen in een broek loopt (want je mag ook wel laten zien datje vrouw benti) maarsoms, bij voorbeeld in je vrije tijd of bij koud weer. Misschien denkt u wel:,,Moeten we daar nou overgaan discussiëren?" Eerst dacht ik dit ook en wilde ik niet insturen, maar toch wilde ik graag weten hoe u erover dacht, ofwel hoe de Bijbel erover denkt. Ineke

Beste Ineke,
Bedankt voor je vraag. Op nuchtere wijze leg je de vinger bij de willekeur waarmee teksten worden uitgelegd zonder dat jij aangereikt krijgt waarom het ene vers wel en het andere niet letterlijk genomen zou moeten worden. Hiermee leg je twee vragen op tafel: a) hoe moeten wij met de wetten uit het O.T. omgaan; b) hoe moeten wij het probleem van de broek zien. Om aan je vraag zo goed mogelijk recht te doen zal ik beide zaken apart behandelen. Naast de Tien Geboden kreeg Israël allerlei wetten. Waarom? In Gal. 4 leert Paulus dat de HEERE Israël hiermee als een kind wilde opvoeden in de eerste beginselen. En hoe is het meteen kind? Dat heeft duidelijke regels nodig. Zo worden de dingen ingescherpt. Zo leert het denken en handelen. Paulus noemt al die wetten dan ook voogden en verzorgers; paedagogen. Zij dienden om Israël als een kleuter te midden van de heidenen het geestelijk abc te leren. En dan is er nog een aspect. Een kind kan nog niet zo abstract denken. Vandaar dat het leert tellen met plaatjes: één ballon -I- één ballon = twee ballons. Zo gaf de HEERE Israël ceremoniële wetten en figuren. In de tempeldienst was bijv. veel meer te zien dan bij ons in de kerk. Wat ons verkondigd wordt, werd in het O.T. in plaatjes uitgetekend. Dit is door de komst van de Heere Jezus veranderd. Wij rekenen niet meer met plaatjes maar met cijfers. Maar al vallen bij de vordering van het onderwijs de plaafles weg: 1 -f 1 blijft wel twee. Zo zegt art. 25 van de NGB dat de ceremoniën en figuren van de wet met de komst van Christus een einde genomen hebben. Maar we belijden tegelijk dat de waarheid en de substantie (het wezen) ervan wel blijven bestaan. Ga maar eens vanuit de volle openbaring van het N.T. kijken naar de tempeldienst. Israël heeft geen onzin geleerd! Néé, tot in detail werden daar Christus en Zijn verzoening, de erfzonde, etc. uitgetekend.

Bedoeling
Maar nu de andere wetten. Bijv. die waar verboden wordt twee stoffen te vermengen, twee verschillende gewassen op één akker te zaaien, etc. Wel, in onze jonge jaren leren we bepaalde dingen op extreme wijze. Neem bijv. het thuiskomen. Je ouders bepalen: zus en zo laat ben je thuis. Trekje je daar niets van aan dan krijg je straf. Soms vind je dat overdreven. Maar wat is de bedoeling? Dat we als kind al leren dat we niet alléén op de wereld zijn. Met ons komen en gaan hebben wij te rekenen met anderen. En ook dat er regelmaat en orde dient te zijn. Als ik nu te laat thuis kom, krijg ik van mijn vrouw geen straf, maar dit heb ik van thuis overgehouden: met mijn komen en gaan heb ik te rekenen met thuis. Wat heeft de HEERE met de zojuist genoemde wetten aan Israël willen leren? Datje niet zomaar alles door elkaar mag rommelen. Israël mag niet gelijk de heidenen synthetiseren (samenvoegen). Dat werd in kleine dingen geleerd, opdat zij het in de grote zouden kunnen hanteren. De heidenen wisten immers zonder enig probleem zelfs goden en godsdiensten door elkaar te mengen. Nu, deze "hulpmiddelen" mogen bij het ouder worden wegvallen. Maar het wezen van het geleerde blijft. Wij mogen niet gedachtenloos het één met het andere door elkaar hutselen. Zo kunnen die wetten ons nog heel wat leren. En daar komt dan nog eens bij dat al deze wetten voor Israël tegelijk een zegen waren. Eén voorbeeld: Israël moest leren dat er verschil was tussen rein en onrein. Om die reden werd het eten van varkensvlees verboden. En als we dan bedenken dat met name de varkens de ernstigste en besmettelijke ziekten overdroegen, wordt duidelijk dat het mes naar twee kanten sneed. Ik hoop dat hiermee je eerste vraag beantwoord is.

Veelkleurig
Nu gaan we naar je tweede vraag kijken. Zelf zou ik daarbij niet binnenvallen met Deut. 22:5. Op zichzelf heeft dat vers wel meer dan alleen een pedagogische (opvoedkundige) waarde voor de jeugdjaren van Israël, omdat er gezegd wordt dat het de HEERE een gruwel is. Dat kan met de komst van Christus niet veranderen. Laat mij echter liever de grote lijn uitzetten. Aan het begin van de Bijbel laat de HEERE ons al weten dat Hij
de mens mannelijk en vrouwelijk geschapen heeft. Twee seksen. Twee soorten die lichamelijk en innerlijk verscheiden zijn naar Gods veelkleurige wijsheid. Samen mogen zij elkaar aanvullen en zo de mens volmaken. Deze verscheidenheid is een scheppingsordening die dus ook in de herschepping gehandhaafd blijft. Lees het N.T. maar door. Maar wat doet satan? Hij wil Gods orde door elkaar werpen. En zo probeert hij van de twee seksen een uniseks te creëren. Deze ontwikkeling is met name na WO-II in een stroomversnelling terecht gekomen. In de kleding uniseks; in de beroepskeuze uniseks; in de rolverdeling uniseks; en ga maar door. Héél onze wetgeving is er op gericht om niet meer te spreken van mannen en vrouwen, maar van mensen. En dat is niet zomaar iets onschuldigs. Hier gebeurt iets heel wezenlijks, dat verregaande gevolgen zal hebben.

Kleurloos
Door de uniseks gaat èn het mannelijke èn het vrouwelijke verdwijnen. Gods veelkleurigheid wordt kleurloos en grauw gemaakt. En als deze twee niet meer vruchtbaar op elkaar inwerken, dan krijgen wij ontsporingen. Dat zien we daar waar de maatschappij eenzijdig mannelijk of eenzijdig vrouwelijk is. Waar mannen leven onder elkaar zonder de gratie en de warmte van het vrouwelijke zien wij verruwing, verzakelijking en verharding. Denk aan de militaire dienst en de zeevaart. Waar de man wegvalt zien wij een vrouwenwereld klein worden en verengen tot kleinigheden, geroddel en jaloezie. Op soortgelijke wijze zal de uniseks ook heilloze gevolgen hebben. We krijgen een keiharde maatschappij waarin straks geen vrouwen, geen moeders, geen oma's meer gevonden worden. De vrouwelijke warmte en gratie verdwijnen: uit de kleding, uit de houding, uit de verhoudingen. Wat zal op deze wijze het leven leeg en egoïstisch worden. Ja, zo wordt de weg vrij voor de mens zonder wet, zonder scheppingswet en zonder morele wet. Zo ontstaat de maatschappij zoals Paulus ons die schildert in 2 Thess. 2 en 2 Tim. 2.

Onze cultuur
Van heel deze ontwikkeling is de kleding als cultuuruiting slechts één aspect. Maar als het goed is, dan houdt juist de christelijke Gemeente zich aan en tevens de wacht bij Gods scheppingsordening. En zo willen wij ons hoeden ook voor het ondoordachte vermengen. Dit is de HEERE een gruwel, omdat die Zijn veelkleurige wijsheid aanrandt. En let wel: het zit niet in die broek. Dat is in onze maatschappij een mannenkledingstuk geworden. Het had allemaal net zo goed andersom kunnen zijn. Wat dat betreft is er ook een cultuuromslag geweest. Maar met onze cultuur hebben wij te maken. En daarbinnen zal de christenvrouw graag laten zien dat Gods wijsheid veelkleuriger is dan de vergrauwing van onze cultuur, die zelf straks (en nu al) de wrange vruchten moet eten van het vermoorden van de vrouw! En voor die zaak waarschuwde ook Deut. 22:5, waarbij Calvijn ernstig waarschuwt dat mannen niet "verwijven" en vrouwen niet "vermannen". Ik zou nog meer willen schrijven maar de ruimte is vol. Ik hoop van harte dat je iets aan mijn antwoord hebt, zodat het je niet moeilijk valt te leven tot eer van onze Schepper.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 januari 1991

Terdege | 64 Pagina's

Wel gemengde stof en geen broek?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 januari 1991

Terdege | 64 Pagina's