Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

, Correspondentie voor deze rubriek aan : | T. MOfliNAAR, U 18. Rotterdam-Zuid V J

IJ. te A. vraagt of het mogelijk is van een eed ontslagen te worden?

Antw oord: Het hangt er maar vanaf of we een goede zaak bezworen hebben of een kwade.

In het eerste geval moet men de eed houden al was het tot onze eigen schade, want in Ps. 15 : 4 lezen we: Heeft hij gezworen tot zijn schade (dat hem zelf nadelig is), evenwel verandert hij niet.

In het tweede geval, als iemand een eed gedaan heeft om iets te doen, dat God verboden heeft, dan moet men dat niet doen en men zondigt niet, als men het niet doet. Wel heeft men gezondigd met zulk een kwade zaak te bezweren en ik denk hierbij aan de eed, die David deed, toen hij zwoer, dat hij het huis van Nabal zou uitroeien. David mocht blij zijn, dat God hem verhinderd heeft dat te doen.

Een driejarige hongersnood kwam er over Israël, omdat Saul tegen de eed, ten tijde van Jozua aan de Gibeonieten gedaan, de Gibeonieten gedood had. Hier gold: „Gij zult de eed niet breken, maar gij zult de Heere uw eden houden." Eindelijk wijs ik nog op de droeve geschiedenis van koning Herodus. Hij had aan de dochter van Herodias met een eed beloofd haar te zullen geven, want zij hem vragen zou.

Dit was zeer goddeloos. Maar toen zij, onderricht zijnde van haar moeder met de vraag kwam: „Geef mij hier in een schotel het hoofd van Johannes den Doo-

^er 1 ', had hij moeten weigeren en zichzelf moeten ontslaan van zijn met een eed bekrachtigde belofte.

IJ. te A. vraagt: „Welke kerk wordt precies bedoeld (dus niet: wordt tegenwoordig genoemd) met de Katholieke kerk?

Antwoord: Art. 27 van de N.G.B. geeft u het juiste antwoord, daar toch heet het: „Wij geloven en belijden een enige Katholieke of algemene Kerk, dewelke is een heilige vergadering der ware Christ-gelovigen, allen hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus, gewassen zijnde door Zijn bloed, geheiligd en verzegeld door de Heilige Geest."

Die Kerk wordt ons in de H. Schrift nu eens genoemd de gemeente Gods, dan weer de vrouw des Lams of de stads des levenden Gods. Ook wel: de berg Zijner heiligheid, of het Hemels Jeruzalem of het lichaam van Christus of het huis Gods.

Al^ Arnoldus Rotterdam in „Sions roem en sterkte", de vraag stelt: s er één Kerk of zijn er meer Kerken? dan antwoordt hij: God heeft maar één'Kerk op aarde, schoon in verscheiden gemeenten te onderscheiden. Hoogl. 6:9: Een enige is Mijn duive." Joh. 10 : 16: Eén kudde, en één Herder."

Dit deed Cripianus zeggen: De Kerk is gelijk de zon, één, maar zij heeft verscheidene afstralingen. Zij is gelijk een bronader, die vele vlieten heeft. Ze is één tempel van verscheidene woningen, Jes. 4 : 5."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1949

Daniel | 8 Pagina's

VRAGENBUS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1949

Daniel | 8 Pagina's