Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Evangelisatie onder vreemdelingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelisatie onder vreemdelingen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

- opdracht en motieven -

Het gebeurde een aantal jaren geleden. De burgemeester van een middelgrote gemeente had alle plaatselijke predikanten en priesters bijeengeroepen voor een intern beraad. Daags ervoor had het ministerie hem bericht dat een paar honderd asielzoekers waren gehuisvest in een leegstaand hotel binnen de gemeentegrenzen. De burgervader vreesde het ergste. Misschien kwam er wel opstand onder de bevolking. Dat was ook de reden dat hij de 'geestelijken'had uitgenodigd. Misschien zouden zij de gemoederen kunnen sussen. Waren ze wellicht bereid om de eerstvolgende zondag een preek te houden over het belang van naastenliefde? De dominees knikten gehoorzaam. Ze hadden echter ook een vraag. Was de kerk er alleen om het gezag een steuntje in de rug te geven? Of had ze ook nog een eigen boodschap? Een woord van de Koning? Een woord voor Nederlander en medelander? Anders gezegd: Burgemeester, is het goed dat wij als kerk ook evangeliseren in het nieuwe asielzoekerscentrum? De burgervader had op deze vraag niet gerekend. Het was ook niet echt de bedoeling, zo meende hij. Teleurstellend. Na afloop van de bijeenkomst ging een der predikanten rechtstreeks naar het centrum toe. Het was de week van Goede Vrijdag, en Pasen was aanstaande. Graag wilde hij de vluchtelingen uitnodigen om naar het Woord te komen luisteren. Nee, zei de leider van het centrum. Hier is geen plaats voor godsdienst of voor evangelisatie. De predikant droop af. In-verdrietig-

Eenmaal sprak de Koning van de Kerk: "Predikt het Evangelie aan alle creaturen" (Markus 16:15). Het lijkt er soms op dat dit bevel geen kracht meer heeft in ons vaderland. Doet het nog wèl kracht op onze harten? Heeft het nog een plaatsje in ons kerkelijk leven?

We hebben in vier artikelen stilgestaan bij de vreemdeling in bijbels perspectief We hebben ook gezien wat onze houding dient te zijn. Daarbij viel het woordje evangelisa­ tie. Getuige zijn van de enige Naam tot zaligheid, in woord en daad. Daarover gaat het in de artikelen die nu volgen. Allereerst de opdracht die de Heere gaf en de motieven die ons (moeten) drijven.

De opdracht in Gods Woord

Er staat in Handelingen 1: "En gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem als in geheel Judea en Samaria en tot aan het uiterste der aarde" (vs. 8). In deze woorden ligt de opdracht besloten om evangeliserend bezig te zijn onder de vreemdeling. Het werk in Jeruzalem en Judea was evangelisatie in algemene zin, het werk tot aan de einden der aarde kon zendingswerk genoemd worden, maar Samaria was het gebied van de vreemdeling. In Samaria woonden mensen met een Joodse afkomst, maar ook immigranten uit omliggende landen (allochtonen) die zich na de val van het Noordrijk daar hadden gevestigd en zich hadden vermengd met de oorspronkelijke bevolking (autochtonen). Wij zouden Samaria wellicht overgeslagen hebben, Christus deed dat niet.

De heerlijkheid van Christus

De Zaligmaker wil Zich door Woord en Geest een gemeente vergaderen die tot het eeuwige leven is uitverkoren. Het is de bruidsgemeente Die Hij in de stilte van de eeuwigheid ontvangen heeft uit handen van Zijn Vader en Die Hij gesloten heeft in Zijn liefdeshart. Hij heeft die gemeente gekocht met Zijn Middelaarsbloed en zal haar toebrengen met koorden van goedertierenheid. Zijn heerlijkheid zal in haar uitschitteren op een bijzondere wijze.

Daar gaat het om in het evangelisatiewerk, ook onder de vreemdelingen. Hij Die Zich zo diep vernederde, heeft een Naam ontvangen boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus alle knie zich zal buigen en alle tong Hem zal belijden (Filipp. 2:10, 11). Is dat geen heerlijk motief?

De zaligheid van zondaren

We lezen van Christus dat Hij de schare zag en met innerlijke ontferming over hen bewogen was, omdat zij vermoeid en verstrooid waren als schapen zonder herder (Matth. 9:36). Hebben wij zo weleens naar de vreemdelingen gekeken? Voelen we iets van hun nood? Of zijn het geen schapen zonder Herder? Hebben zij geen ziel voor de eeuwigheid? Wat zijn we dikwijls lauw en onbewogen! Hoe nodig is het om de schrik des Heeren te kennen en gedrongen te worden door de liefde van Christus! De Heere schenke ons iets van die bewogenheid die er in het hart van de Zaligmaker was.

De opbouw van Gods Kerk

Wanneer het Woord zijn loop heeft en arme zondaren tot Christus worden geleid in de weg van schuldontdekking, dan wordt Gods Kerk gebouwd. Die Kerk wordt vergaderd uit alle volkeren door het onweerstaanbare werk van de Heilige Geest. Het wordt een volk met één hart, één weg en één taal. Hoe groot is het als het werk onder de buitenlanders daartoe mag dienen! Heeft de Heere niet gezegd: "Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken" (Jes. 56:7)? Zij zullen een naam en een plaats krijgen binnen de muren van Zijn huis, beter dan der zonen en der dochteren. En eenmaal zullen ze staan voor de troon van God en van het Lam, met witte klederen bekleed en met palmtakken in hun handen (Openb. 7:9). Geen volk zal daar gemist worden!

Een verrijkende ervaring

Intussen is het bijzonder verrijkend om met mensen uit andere culturen en windstreken in aanraking te komen en met hen te mogen spreken over het Woord van God. Wie bij dit werk betrokken is, ontvangt dikwijls meer dan hij geeft. Vriendschapsbanden ontstaan soms over alle verschillen heen. Groter nog is het wanneer innerlijke banden mogen vallen, banden die de eeuwigheid zullen verduren.

Het is waar dat er ook teleurstellingen worden opgedaan. Wij mensen kunnen ons vergissen en we hebben zelf zo'n bedrieglijk hart. We moeten maar gedurig vragen om ontdekt te worden aan alle valse gronden en om gebouwd te mogen worden op Christus alleen. Daar gaat de strijd toch over in het leven der oprechten. En juist daarin herkennen zij elkaar. Dan valt alle onderscheid weg. Een verrijkende ervaring. Motief voor evangelisatiewerk? Op ziciizelf genomen niet. Maar het is een toegift die wel genoemd mag worden.

De eer van God

Het allerbelangrijkste motiefis de ere Gods. Bij de arbeid in Gods Koninkrijk mag het niet gaan om eigen eer, grootheid of succes, maar alleen om de eer van Gods lieve en heilige Naam. Dat is het uiteindelijke doel dat de Heere Zelf gesteld heeft. En daaraan maakt Hij alles ondergeschikt. Ook de zaligheid van zondaren en de opbouw van Zijn Kerk. Ja, zelfs het werk van de Middelaar (1 Kor. 15:28). Zou ons hart dan niet moeten branden, wanneer wij denken aan de duizenden die ronddolen in de macht van de vorst der duisternis? "Red degenen die ter dood gegrepen zijn, want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt. Wanneer gij zegt: Zie, wij weten dat niet; zal Hij, Die de harten weegt, dat niet merken? En Die uw ziel gadeslaat, zal Hij het niet weten? Want Hij zal de mens vergelden naar zijn werk" (Spr. 24:11, 12).

De beste dienst

Veel wordt er gepraat over wat het beste voor de vreemdelingen is. De één vindt dat asielzoekers en andere buitenlanders zich moeten voegen naar onze normen, wat die normen dan ook mogen zijn. Een ander vindt dat zij recht hebben op hun eigen culturele en godsdienstige identiteit (denk aan het hoofddoekje voor de moslimvrouw). Inburgeringsprogramma's worden opgezet en taalcursussen worden gegeven. Maar de beste dienst die we onze 'medelanders' kunnen bewijzen, is het uitdragen van Gods Woord. Een partijtje sjoelen met asielzoekers kunnen anderen ook. Maar als de kerk het Evangelie achterhoudt, wie zal het dan bekendmaken?

Het opwerpen van een dam

Onder de buitenlanders die zich hier (zoeken te) vestigen, zijn nogal wat aanhangers van andere godsdiensten: Hindoes, boeddhisten en vooral moslims. De islam is in hoog tempo bezig om de tweede godsdienst in ons vaderland te worden. Het is een van de redenen die christenen soms aanvoeren om een halt toe te roepen aan de instroom van asielzoekers. Wij houden ons met deze vraag thans niet bezig. Het is meer een zaak voor de politiek dan voor de kerk. Het gevaar van het moslimfundamentalisme wordt helaas dikwijls onderschat. Er is echter nog een andere kant. De beste manier om de islam te bestrijden is niet door moslims te verachten, maar door onze islamitische naaste in liefde op Gods Woord te wijzen. Als de Heere dat Woord gebruikt, vallen er bressen in de muur van de islam. Zo kan er nog een dam worden opgeworpen tegen de wassende stroom van valse godsdiensten.

De kracht van de Heilige Geest

Onbegonnen werk, zal iemand zeggen. Inderdaad. Tenminste, als het moet in eigen kracht. Maar er is een betere weg. "Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden" (Zach. 4:6). We hebben daarstraks gewezen op het zendingsbevel uit Handelingen 1. Eigenlijk is dat geen bevel, maar eerder een belofte. Er staat immers wat vóór: "Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn..." (vs. 8). Dat is de weg die de Heere wijst. Geen activisme of krampachtigheid. Handen uit de mouwen? De handen eerst gevouwen! "Ontwaak, Noorderwind; kom, gij Zuidenwind...!" (Hoogl. 4:16).

De weg van Gods voorzienigheid

Hoe we ook denken over de duizenden buitenlanders in ons vaderland. ze zijn er! Dat maakt niemand ongedaan. Hoe zijn ze hier gekomen? Daar zou veel over te zeggen zijn. Eén ding staat vast: er is een God Die alle dingen leidt in Zijn voorzienig bestel. Hij heeft het zendingsveld op onze stoep gelegd. We hoeven geen verre reis meer te maken om een moslim of heiden te ontmoeten. We kunnen ons ook niet meer verontschuldigen, als we hen ten enenmale voorbijlopen. Ze zijn hier gekomen in de weg van Gods voorzienigheid. Ook dat is een drangreden tot evangelisatiewerk.

Tot besluit

Moet het nu van mensen komen? Allerminst! De Heere kan en wil ons wel gebruiken, maar Hij heeft geen mensen nodig. Dat is ook die predikant gebleken met wie we begonnen. Terneergeslagen ging hij naar huis. Hij mocht geen uitnodiging doen onder de asielzoekers. Maar de Heere bracht ze Zelf Toen het zondag werd, liep een Armeens gezin te zoeken naar de ingang van de kerk. Iemand sprak hen aan en vroeg wat ze wilden. In gebroken woorden kwam het antwoord: of ze er bij mochten zitten. De deur zwaaide open. Een paar vluchtelingen vonden een plekje onder het Woord. En ze zitten er nog steeds. Na vele jaren. Want God doet met Zijn Woord wat Hem behaagt.

Veenendaal,

ds. C. Sonnevelt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 maart 2002

De Saambinder | 16 Pagina's

Evangelisatie onder vreemdelingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 maart 2002

De Saambinder | 16 Pagina's